Na de vondst van een Aziatische hoornaar in Wevelgem en berichten in de media over “allesverslindende monsterwespen”, brak er heel wat onnodige paniek los over de exotische wespensoort. Gevolg: bij Natuurpunt en tal van imkerorganisaties liepen heel wat meldingen binnen van doodgemepte Europese hoornaars. Zonde, want die dieren zijn erg nuttig en onschadelijk. Zo zie je het verschil.
De Europese hoornaar is best een fraai insect, met alle kleuren van de Belgische driekleur: opvallende rode poten, veel rood aan de kop en op het borststuk, en met geel en zwart op bijna alle achterlijfsegmenten. Met 2,4 tot 2,6 cm is de soort forser dan een gewone wesp. Koninginnen kunnen tot 3,5 cm lang worden. Daarmee is het onze grootste inheemse wespensoort. De soort is zelfs een flink stuk groter en breder dan de uitheemse Aziatische hoornaar.
Links: Aziatische hoornaar (foto: Roger De Vos), rechts: Europese hoornaar (foto: Dominique Duyck).
Het verschil met de Aziatische hoornaar is opvallend:
die is quasi volledig zwart.
De poten hebben opvallende gele uiteinden.
De rode kleur ontbreekt.
Sympathieke loebas
De Europese hoornaar blijft (in tegenstelling tot gewone wespen) doorgaans uit de buurt van mensen en heeft het voornamelijk gemunt op andere wespen en vliegen. In die zin is het een bondgenoot voor wie een zomerse barbecue organiseert.
Hoewel hij er een flink stuk forser uitziet dan een gewone wesp, is de Europese hoornaar een bondgenoot van wie zich druk maakt om wespen aan de barbecue.
Wie een nest zou verstoren, kan wel te maken krijgen met een steek van de hoornaar. Die bevat minder gif dan die van een gewone wesp, en is in die zin minder gevaarlijk voor wie allergische reacties vertoont. Wel klopt het dat de steek zelf pijnlijker kan zijn, omdat de angel nu eenmaal een stuk langer is. Hoewel de Europese hoornaar er een stuk forser uitziet dan een gewone wesp, is er geen reden tot paniek. De sympathieke loebassen zijn niet opvallend agressief naar mensen toe. Wie een nest van hoornaars ontdekt, kan dat gerust laten zitten. Bevindt het nest zich toch te dicht bij een huis, doe dan best een beroep op de brandweer.
En de Aziatische hoornaar dan?
De Aziatische hoornaar is een exotische wespensoort die sinds mei 2017 in Vlaanderen voorkomt. Hij kwam Europa binnen via aardewerk in Frankrijk in 2004 en heeft zich sindsdien verspreid over Spanje, Portugal, Italië, Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland en België. De soort staat erom bekend honingbijenkasten te kunnen binnendringen, en volledige nesten leeg te roven. In oktober 2017 stond de teller nog maar op 6 waarnemingen in België, waarvan 2 in Vlaanderen.
Voorlopig is er dan ook nog geen reden voor paniek en is de kans erg klein dat je er zelf een spot. De Aziatische hoornaar is net als de Europese hoornaar niet specifiek gevaarlijk voor de mens, maar vormt wel een risico voor honingbijen en andere insectensoorten. Voor honingbijen en wilde bijen vormt het naast pesticidengebruik en het verdwijnen van bloeiende planten in ons landschap een extra uitdaging. In tegenstelling tot de Europese hoornaar maakt de Aziatische hoornaar vrijhangende nesten. Deze zijn vaak erg groot en worden hoog in populieren, zomereiken of andere bomen gehangen. Nesten worden zowel in landelijke als stedelijke omgevingen teruggevonden. Een nest kan meer dan 1000 individuen bevatten en is zo aanzienlijk groter dan dat van de Europese hoornaar.
Om de impact op inheems natuur te beperken, is het zinvol om de nesten van deze Aziatische soort te laten vernietigen. Voor deze soort bestaat er een bestrijdingsplicht. Het is ook verboden om de soort te importeren of in het wild los te laten. Natuurpunt roept wel op om deze bestrijding over te laten aan de brandweer of professionele verdelgingsfirma’s. Zelf nesten behandelen of verwijderen kan gevaarlijk zijn. En uiteraard moet je eerst zeker zijn over de determinatie.
Paniek om de verkeerde hoornaar
Waarom verschenen dan zoveel paniekberichten in de media? In heel wat berichten werd de Aziatische hoornaar verward met de Aziatische reuzenhoornaar, die tot nu toe (gelukkig) nog niet in Europa werd waargenomen. Ze komt enkel voor in het Verre Oosten. Deze soort is wel een reden tot bezorgdheid voor de mens. Ze wordt 45 tot 55 mm lang en heeft een opvallend gele kop en een zwart-geel gestreept achterlijf.
Tekst: Jens D’Haeseleer, Natuurpunt Studie
Foto’s: Dominique Duyck, Marc Tielemans, Roger De Vos, Chantal Deschepper