USAB, de Universitaire Stichting voor Armoedebestrijding (UAntwerpen) organiseert op 18 oktober een onderzoeksdag rond energiearmoede. Er worden kleine en grote ideeën gelanceerd om het probleem aan te pakken. Waarom wordt er bijvoorbeeld geen ‘warmte’ verkocht in plaats van toestellen, zodat de leverancier moet investeren in energiezuinige installaties?
Energiearmoede is en blijft een actueel thema, want de voorbije maanden verschenen er weer heel wat artikels over de energiefactuur in de media. Uit eerder onderzoek van UAntwerpen bleek dat bijna 15% van de Belgische huishoudens te veel uitgeeft aan de energiefactuur in verhouding tot het inkomen, terwijl 4% in vergelijking met vergelijkbare gezinnen ‘te weinig’ uitgeeft, uit angst voor een te hoge factuur.
Oorzaken
De belangrijkste oorzaken van energiearmoede zijn lage inkomens, huisvesting van slechte kwaliteit en schommelende energieprijzen. Daarnaast spelen allerlei mattheuseffecten: een aantal voordelen van sociaal overheidsbeleid vloeien (onbedoeld) meer naar hogere dan naar lagere sociale groepen. Zo kunnen vermogende gezinnen investeren in energie-efficiëntie en daarvoor een beroep doen op premies en subsidies. Eigenaars met weinig middelen kunnen dit meestal niet voorfinancieren en vallen dus uit de subsidieboot, terwijl net zij er meer baat bij hebben. Huurders zijn afhankelijk van de goodwill van de verhuurder. Zelfs de toegang tot goedkopere energietarieven is niet altijd gewaarborgd: vaak vereisen de goedkoopste energiecontracten een voorafbetaling van honderden euro’s. Energie geleverd via budgetmeters (in geval van schulden) is in veel gevallen duurder dan de reguliere marktprijzen.
Gevolgen
Dat probleem blijft niet zonder gevolgen. Koude, schimmelvorming en vocht in de woning verhogen het risico op astma en luchtwegklachten en een versnelde afname van de longfunctie. Slecht werkende geisers in keuken of badkamer, schoorstenen die niet voldoende trekken of slecht functionerende kachels kunnen leiden tot koolmonoxidevergiftiging.
Aanpak: bestaande initiatieven opschalen…
Vooral op lokaal niveau wordt geëxperimenteerd, bijvoorbeeld met innovatieve financieringstechnieken als renteloze leningen of volledige voorfinanciering. Voor financieel zwakke eigenaars blijkt een combinatie van financiële ondersteuning met gepersonaliseerde begeleiding van begin tot einde van het renovatieproces succesvol. Een gebrek aan informatie blijkt immers vaak een knelpunt. Een one-stop-shop-benadering (een loket waar alle informatie over energiezuinig wonen en renoveren gebundeld wordt) kan hier een oplossing zijn. Op de private huurmarkt biedt samenwerking tussen huisvestingsambtenaren en verhuurders, samen met een sociaal werker die de huurder begeleidt, kansen. Op de sociale markt kunnen sociale verhuurkantoren werken met renovatiehuurovereenkomsten. Coöperatieve initiatieven kunnen leegstaande panden van sociale huisvestingsmaatschappijen aankopen en deze renoveren via sociale tewerkstelling. “Deze lokale goede praktijken moeten worden opgeschaald”, klinkt het bij de onderzoekers van UAntwerpen. Zij ijveren ook voor het wegwerken van bepaalde barrières. Zo vormen EPC-scores vaak slechts een indicatie van het werkelijke energieverbruik omdat de berekeningswijze onvoldoende rekening houdt met de manier van leven van de bewoner. Ook leveren energiebesparende ingrepen niet altijd de gewenste besparing op doordat ontwerp- en installatiefouten niet worden opgespoord.
… en nieuwe initiatieven lanceren
Goedkopere gerecycleerde bouwmaterialen en installaties uit de circulaire economie komen niet in aanmerking voor certificatie en dus ook niet voor het verkrijgen van subsidies. Door dit wel toe te laten, wordt tegelijk ingezet op de isolatie van woningen van precaire eigenaars én ecologische doelen. Bedrijven uit de sociale economie die via een circulaire of op recyclage gerichte wijze werken, kunnen meer marktaandeel verwerven, met een gunstig effect op de tewerkstelling. Het anders ontwerpen van woningen is cruciaal: kleiner, compacter en dichter bij elkaar wonen, vermindert de energiebehoefte. Door slim gebruik te maken van het microklimaat van de binnenstad of het voorzien van collectieve wind- en zonweringen in de directe omgeving van woonhuizen is minder energie nodig.
Slimmer omgaan met energie
Actieve vraagsturing, waarbij de vraag naar elektriciteit wordt verschoven naar piekmomenten in de productie, kan ons energieverbruik verminderen. Met slimme meters kunnen stuursignalen naar toestellen in de woning gestuurd worden of kan het lokale vermogen (tijdelijk) beperkt worden. Via collectieve verwarmingsinstallaties (bv. in sociale woningen) is de meerkost om thermische zonnepanelen te integreren veel lager en de opbrengst hoger.
Verkoop warmte en comfort als dienst
Nog radicaler is een omschakeling naar de verkoop van warmte als dienst in plaats van het verkopen van toestellen. Op die manier komen de investeringen in energiezuinige toestellen bij de leverancier te liggen. Zo kunnen ook minder kapitaalkrachtige bewoners over een performante installatie beschikken. De leverancier heeft er immers baat bij dat het toestel zo efficiënt mogelijk werkt.
Ook de verkoop van thermisch comfort als dienst moet worden onderzocht. Zo wordt de woning zelf en haar isolatiegraad onderdeel van het energiepakket.
Woe 18 oktober, 13 tot 17.30 uur: Creatieve ideeën voor een toekomst zonder energiearmoede.
Locatie: De Grauwzusters, Lange Sint-Annastraat 7, 2000 Antwerpen.