Meer dan 1200 Belgen namen al deel aan een grootschalige natuurenquête van  de universiteiten van Antwerpen en Luik. 60% geeft aan dat de kwaliteit van de natuur in hun gemeente de laatste vijf jaar is afgenomen, 75% vindt dat er tijdens hun leven een verslechtering is opgetreden.

Maar wat die natuur is, daar zijn we het veel minder over eens. De onderzoekers vroegen namelijk ook welke landschapstypen voor de deelnemers onder het begrip ‘natuur’ vielen, en welke niet. Dat een beukenbos mooi is en als natuur geldt, daar waren alle respondenten het over eens. Maar als het bijvoorbeeld gaat over het opschietende groen op een braakliggend stuk grond, lopen de meningen sterk uiteen.

“Je zou het niet verwachten, maar de definitie van een eenvoudig woord als natuur is helemaal niet zo vanzelfsprekend”, vertelt bioloog Jonas Lembrechts, een van de onderzoekers. “Er is een grote grijze zone, landschappen waar iedereen een andere mening over heeft.”

Leeuwerik
Het is net die grijze zone die de onderzoekers in kaart willen brengen met deze grootschalige enquête. Lembrechts legt uit: “We kunnen verwachten dat de definitie zal verschillen van persoon tot persoon, afhankelijk van hun ervaringen met het groen om ons heen. Zo kan je woonplaats je definitie van natuur sterk beïnvloeden: wie in de stad leeft, heeft een heel ander beeld van groen dan wie zijn hele leven ‘op de boerenbuiten’ heeft door­gebracht. Daarnaast kan ook leeftijd een rol spelen: de oudere generatie herinnert zich bijvoorbeeld nog wel hoe je boven haast elke akker een leeuwerik kon horen kwinkeleren. Voor jongeren is het dan weer een verrassing dat er vroe­ger géén luidruchtige parkieten door de Brusselse parken vlogen. Vaak zijn we ons nauwelijks bewust van die verschillen in perceptie.”

Vallen de typische Vlaamse heide, landbouwgebieden en braakliggende terreinen voor u onder de definitie van natuur?  

De onderzoekers vroegen ook hoe mensen de natuur ervaren hebben tijdens de COVID-19-lockdown. Interessant: een groot deel van de respondenten (60%) gaf aan de natuur niet te hebben gemist, en 70% bracht juist meer tijd in de natuur door tijdens de lockdown dan voordien. Hoewel het merendeel van de respondenten in (rand)stedelijke gebieden woonde, voelden de meesten zich op dagelijkse basis toch door natuur omringd. Vermits 80% rapporteerde een tuin te hebben, en 50% aangaf wekelijks een lokaal groengebied te bezoeken, wordt hiermee het belang van dat lokale groen nog eens extra onderstreept.

Broodnodig natuurbeheer
Een beter begrip van wat we als natuur ervaren, kan uitklaren hoe we hopen dat die natuur er in de toekomst zal uitzien. Lembrechts: “Nog belangrijker: het geeft natuurbeheerders de kans om in hun beleid en communicatie meer rekening te houden met die waaier aan persoonlijke de­finities, en zo het draagvlak voor broodnodig natuurbeheer te vergroten. Want de definitie zelf mag dan niet altijd duidelijk zijn, over één ding zijn zo goed als alle respondenten het toch eens: natuurbeheer is belangrijk.”

Wil jij ook je mening laten weten over de natuur? De enquête #NatureOrNot loopt nog tot 1 november en kan je vinden op www.natureornot.be.

Foto’s: www.uantwerpen.be