Sommige Antwerpse jongeren raken al op jonge leeftijd verwikkeld in de drugswereld. Om daar iets aan te doen wil  de stad nu leerkrachten ondersteunen in het herkennen van kwetsbare jongeren, om die daarna te kunnen laten begeleiden.
In een grootstedelijke context als Antwerpen worden scholen en andere organisaties soms geconfronteerd met erg jonge minderjarigen die gebruikt worden als koeriers in het drugsmilieu. Dat bleek ook uit de Pano-reportage over de drugsmaffia in Antwerpen eind vorig jaar. Daarin werd onder meer duidelijk dat sommige jongeren die normaal op school moeten zitten, verwikkeld raken in de Antwerpse drugswereld. Schepen voor onderwijs Claude Marinower licht toe: “De zogenaamde ‘drugsrunners’ of koeriers zijn vaak erg kwetsbare kinderen en jongeren die zich relatief gemakkelijk laten verleiden om erbij te horen, om snel geld te verdienen of die toegeven onder druk. Ze kijken dan ook op naar figuren die pronken met veel geld en chique auto’s. Vandaag richten we ons binnen het onderwijs voornamelijk op jongeren vanaf 12 jaar, maar de reportage van Pano toonde dat ook jongere kinderen al in het drugsmilieu terechtkomen.”
Informeren, sensibiliseren en hulp- en opvolgingstraject
Het is van belang dat die kinderen en jongeren zo snel mogelijk gedetecteerd worden, en daar kan het onderwijs een rol in spelen. De stad wil de omvang van dat probleem in kaart brengen om zo naar oplossingen te kunnen zoeken. Daarvoor is een aanpak uitgestippeld die twee luiken omvat. In de eerste plaats gaat het over het informeren en sensibiliseren van alle mogelijke onderwijspartners, van leerkrachten en CLB’s tot jeugdwerkers en ouders. Schepen Marinower: “We willen scholen de tools geven om de signalen op te vangen dat leerlingen vastgereden zijn in drugsnetwerken. Via een centraal meldpunt krijgen ze ook een aanspreekpunt waar ze terecht kunnen. We kunnen niet alles oplossen binnen het onderwijs, maar we kunnen wel onze verantwoordelijkheid opnemen. We weten vandaag niet over hoeveel kinderen het gaat en dat moet veranderen.”
In de tweede plaats gaat het om het uitwerken van een hulp- en opvolgingstraject. “We zijn nu in volle voorbereiding om te kunnen starten als ook het nieuwe schooljaar begint. Een jaar later evalueren we het plan. Hoe groot is het fenomeen? En hoe kunnen we er binnen het onderwijs een antwoord op bieden? Daar gaan we werk van maken”, aldus de schepen voor onderwijs.

Het Antwerpse college van burgemeester en schepenen keurde vandaag het plan goed.