De Karel de Grote Hogeschool (KdG) toont de eerste veelbelovende resultaten in een onderzoek voor kankertherapie aan minister van Economie en Innovatie Philippe Muyters. Minister Muyters: “Dit onderzoek is vernieuwend en hoopgevend.”
 
Celtherapie is een behandelmethode waarbij artsen de eigen lichaamscellen van de patiënt inzetten in de strijd tegen kanker. Bepaalde cellen van het immuunsysteem van een patiënt worden in het laboratorium zo bewerkt dat ze een genezende of therapeutische werking krijgen. Deze therapeutische cellen worden dan opnieuw ingespoten bij de patiënt om in zijn/haar lichaam te kunnen strijden tegen de kankercellen. Celtherapie wint meer en meer veld in de behandeling van kanker, maar de kwetsbaarheid van de cellen is een groot nadeel. Ze ondervinden veel druk en stress wanneer ze door een injectienaald gaan. Om hun genezende werking zo groot mogelijk te houden is het essentieel dat ze niet beschadigd raken wanneer ze terug ingespoten worden bij de patiënt.
“Je kan het vergelijken met een glijbaan in het zwembad”, licht Katrien Pieters toe, moleculair bioloog in de onderzoeksgroep. “Wanneer je met vier tegelijk door die glijbaan gaat, in plaats van één voor één, schuur je niet alleen tegen de wand, maar bots je ook tegen elkaar. Zoals mensen dan blauwe plekken krijgen, zo geraken ook de cellen beschadigd. En dat kan hun therapeutische werking in de behandeling van kanker verminderen.”
 
Uniek onderzoek

Om de praktische toepassing van celtherapie te verbeteren, is er nood aan onderzoek naar de stress die de cellen ondervinden tijdens de inspuiting, de zogenaamde ‘injectiestress’. Dit soort moleculair-biologisch onderzoek bij injectiestress is nog niet gebeurd. “We weten nog niet hoeveel efficiënter celtherapie kan worden als deze stress op de cellen zou wegvallen”, vult mede-onderzoekster en ook moleculair bioloog Caroline Braem aan.
 
Eerste resultaten 
 
KdG investeerde in hightech apparatuur om de injectiestress te simuleren en de daaropvolgende reactie van de stressgevoelige genen binnenin de cellen te kunnen meten. Ze krijgen hulp van laatstejaarsstudent Jelle Van Ranst en de Zweedse Erasmusstudente Michaela Johansson die er onder andere in slaagden om therapeutische cellen te kweken in een incubator die het menselijk lichaam nabootst. Vervolgens onderwerpen ze de cellen in de hightech apparatuur aan injectiestress en meten ze de reactie. In de volgende fase test de onderzoeksgroep uit welke factoren er invloed hebben op het stressniveau van de cellen. “Dat kan gaan om de diameter van de naald, de druk bij de injectie, het materiaal waarvan de naald gemaakt is … Zo kunnen we ontdekken in welke omstandigheden de cellen het minst onder druk staan”, zegt Katrien Pieters.

Volgende stappen 
 
“We hopen dat onze techniek op punt staat tegen eind 2019. Dan kunnen bedrijven en laboratoria die met celtherapie bezig zijn hun cellen door KdG laten testen en te weten komen wanneer en hoeveel injectiestress ze ondergaan. Productontwikkelaars kunnen dan op hun beurt de parameters van de injectieapparatuur aanpassen en verbeteren”, aldus Katrien Pieters.
KdG werkt samen met ingenieurs van de Universiteit Antwerpen (UA) die zich toeleggen op de ontwikkeling van steeds betere injectienaalden en injectiespuiten. Andere partners zijn onder andere: UZA (Centrum voor Celtherapie en Regeneratieve Geneeskunde), het bedrijf Novosanis en de productontwikkelaars van UA.  
 
Minister Muyters prijst onderzoek
 
Minister Muyters: “Dit onderzoek is ronduit prachtig: het is niet alleen enorm vernieuwend en hoopgevend, het toont ook nogmaals aan dat innovatie in ons DNA zit. Onze hogescholen zijn een niet te onderschatten onderdeel van ons innovatielandschap: ze staan dichtbij de praktijk én ze vervullen een belangrijke schakelrol tussen universiteiten en bedrijven. Ook in dit onderzoek: het is de samenwerking die maakt dat iedereen snel kan schakelen om celtherapie nog efficiënter te maken.”