Het kasteel van Gaasbeek in het Pajottenland van Vlaams-Brabant is een idyllisch en sprookjesachtig kasteel. Het had zijn oorsprong in de 13e eeuw en heeft er nu een geschiedenis van 800 jaar achter de rug. Menigmaal werd het verbouwd. Maar wie waren zijn opeenvolgende bewoners? Dit kom je te weten in het boek van Sarah De Grauwe “ Gaasbeekse Vertellingen” dat recent verscheen bij uitgeverij Pelckmans.
In 27 verhalen duik je de geschiedenis in van het kasteel, aan de hand van korte vertellingen over bewoners, bezoekers of mensen die op de één of andere manier een rol speelden in het leven in en rond het kasteel.
Geen saaie, droge opsommingen of geschiedkundige feiten maar markante mensen van vlees en bloed die tot leven komen. Fictie maar toch geschiedenis. Sarah geeft bewoners een stem, zelfs een gelaat. Ze raadpleegde vele bronnen van dagboeken tot brieven. We krijgen te maken met liefde, overspel, verspillingen, moord, verraad en samenzwering. Soms gebruikt Sarah een geromantiseerde herwerking van een brontekst wat het lezen nog leuker maakt.
We beginnen bij de Hertogen van Brabant, maken een woelige tijd mee, leren een Italiaanse aristocratische familie – Arconati Visconti –door en door kennen en volgen hoe de laatste eigenares, de excentrieke Franse republikeinse, antiklerikale Marie Peyrat het kasteel in 1921 verkoopt aan de Belgische staat.
Ook het kasteel zelf vertelt in feite zijn verhaal over haar metamorfose van versterkte burcht tot een omgebouwd zomerverblijf met neorenaissance folies.
Wie van echte geschiedenis houdt komt zeker ook aan zijn trekken met onder meer de bloedstollende verhalen rond de zaak van de graven Egmond en Hoorn, en Alfred Dreyfus, de Dreyfusaffaire, het gerechtelijk schandaal in Frankrijk rond de jaren 1900.
Vooral, als anglofiel, was ik in de wolken met de verwijzing naar de Canterbury Tales van Chaucher, ook een soort raamvertellingen, en de vernoeming van The Arts & Crafts Movement in Engeland met de Prerafaëliten zoals Dante Gabriel Rossetti, Edward Burnes en Ruskin. Voor vele auteurs onbekend zoals ooit Colin Dexter verklaarde en ze naar voren bracht in zijn Inspector Morse story’s.
Ook zeer leuk is de inbreng niet alleen van de adel maar ook van de “ Upstairs Downstairs” bewoners, zoals het verhaal over de kokkin van Paul Arconati “ De geuren uit het verleden stijgen bijna letterlijk op”. Arconati, die toch wel het meeste indruk op mij heeft gemaakt.
Tenslotte is ook de intro bij elk verhaal mooi om te lezen. We zien de schrijfster haar verhaal zoeken op verschillende locaties, meestal in Brussel. Zo leren we nog dat het TerKameren bos is genoemd naar de Kamer van Maria” Camera Mariae”.
Een vlotte aanrader dit boek over een kasteel gelegen in het Vlaamse Toscane, volgens vele vroegere bezoekers.
Sarah De Grauwe studeerde Socio-Culturele Agogiek en verdiept zich in erfgoed en conservering.
Uitgeverij Pelckmans. ISBN 978 94 6434 274 1
Tekst en foto’s: Gust Charrin.