In zijn nieuwe tentoonstelling presenteert Paul McCarthy een divers oeuvre rond het thema van CSSC – The Dogs The Attack, een cruciale en tot nu toe ongeziene film uit zijn doorlopende postkoets project CSSC (Coach Stage Stage Coach) (2016) en DADDA (Donald and Daisy Duck Adventure) (2018). De nieuwe video wordt vergezeld door werken op papier, recente schilderijen en een groep sculpturen, waaronder drie unieke werken uit de film. De selectie toont niet alleen de volledige omvang van McCarthy’s brede praktijk, maar ook het dynamische en regeneratieve karakter ervan, waarbij ideeën elkaar kruisen en doordringen tot een complex web van onderling verbonden connecties en toespelingen.

Paul McCarthy’s meest recente film, CSSC, The Dogs The Attack (2023), gemaakt in samenwerking met zijn zoon Damon, herneemt een uiteenlopende groep passagiers die in een postkoets door het Amerikaanse Midwesten reizen. Ze zijn herkenbaar, in wisselende gedaantes, uit de voorgaande films. CSSC, The Dogs The Attack is een montage van de beelden van deze producties en vertelt over de ontmoeting van de groep met een bende Bonanza-achtige cowboys in smetteloos witte outfits, die ‘de honden’ worden genoemd. Vier is een belangrijk Bijbels getal: zijn dit de Vier Ruiters van de Apocalyps, of vier ontaarde Evangelisten? Hoe dan ook, ze worden razend en voeren een verwoestende aanval uit op de passagiers, onder wie een personage genaamd Ronald Raygun, op zijn beurt gemodelleerd naar de bankier J.P. Morgan (1837-1913), gespeeld door McCarthy zelf. Centraal in McCarthy’s postkoetsfilms staat de nadruk op escalerend geweld: van kwaadaardige pesterijen tot woeste maar georganiseerde brutaliteit en uiteindelijk een regelrechte afdaling naar anarchistische vernietiging. En net als in de vorige films bewandelt ook CSSC The Dogs The Attack een dunne lijn tussen authenticiteit en kunstmatigheid: de nep-siliconelichamen zijn op het scherm net zo levensecht als de zaklantaarns en plastic emmers anachronistisch zijn. Als geheel kunnen de films worden gelezen als parabels van geweld, zowel in het historische als in het hedendaagse sociaal-politieke domein, of als stijlfiguren om de oorsprong van barbaarsheid en al zijn vertakkingen te bekijken.

Drie sculpturen van McCarthy’s personage Ronald / J. P. Morgan, die bij de film horen, worden in al hun nauwkeurig weergegeven details tentoongesteld. Van een opgegraven maar intact, volledig gekleed lichaam tot een halfnaakte en half geslachte figuur, eindigt het drieluik met een geschonden lijk dat vooral herkenbaar is aan het hoofd op de grond. Los van de film, roepen de CSSC Banker beelden meer vragen op dan ze beantwoorden: wat heeft geleid tot dit geweld? Wat is er gebeurd en waarom? De antwoorden zijn, tot op zekere hoogte, te vinden op het scherm. Als zogezegde ‘overblijfselen’ van het filmproces wijzen ze ook op de kloof tussen beeld en werkelijkheid. McCarthy presenteert de werken twee keer: een keer in de film, waarin ze voor ‘echt’ doorgaan, maar ook in de galerie, waar we ze van dichtbij, langer en in al hun levensechte ‘onwerkelijkheid’ kunnen bekijken. Het ontastbare (filmbeeld) en het tastbare (sculpturen) bestaan samen in dezelfde ruimte. Bovendien zijn het in alle belangrijke opzichten exacte replica’s van de kunstenaar, gemaakt van afgietsels van zijn eigen lichaam. Is dit de dood van een personage, en alles wat hij vertegenwoordigt, of de dood van de artiest/regisseur? Deze dichotomie vindt vooral weerklank in CSSC Banker, Ronald, Table, and Flowers (2016), dat in een identieke opstelling als de film wordt getoond. Drie figuren, in plaats van één, impliceren dat het personage Ronald / J. P. Morgan meerdere keren is gestorven en steevast weer tot leven is gekomen, zowel als een knipoog naar het surrealistische karakter van de film als naar het gezegde dat Hollywoodsterren nooit sterven: ze kunnen eindeloos vergaan op het scherm, maar zullen altijd leven om nog een film te maken, ad nauseum (John Wayne ‘stierf’ in minstens acht films). Op een ander niveau raken de sculpturen aan existentiële vragen rond dood, sterfelijkheid en identiteit, meer bepaald aan de kruispunten tussen het spelen van een rol en het zelfbeeld.

CSSC, The Dogs The Attack en aanverwante sculpturen worden aangevuld met groepen potloodtekeningen en olieverfschilderijen. De eerstgenoemde dateren van voor de films CSSC en DADDA en lijken op visuele scripts en storyboards, terwijl de laatstgenoemde dit jaar zijn gemaakt. Terwijl sommige schilderijen specifieke scenario’s uit de live-action scènes opnieuw weergeven – in CSSC DOG GOD en CSSC GOD COD is het personage van J.P. Morgan op de tafel bijvoorbeeld duidelijk zichtbaar – wagen andere zich op onbekend terrein. In A&E EVAEAT CANNIBAL en A&E HEAD SPIKE, bijvoorbeeld, bundelen personages uit een ander performance- werk, namelijk Adolf en Eva/Adam en Eva (uit het A&E-corpus), hun krachten met de bloeddorstige ‘honden’. Deze laatste schilderijen, waarin de CSSC– en A&E– personages door tijd en ruimte heen worden samengevoegd tot nieuwe voorstellingen, onthullen de poreuze ‘grenzen’ tussen McCarthy’s uiteenlopende werelden.

Als aanvulling op de tentoonstelling is er een grote sculptuur van John Wayne die verband houdt met het overkoepelende CSSC-project. De films van de kunstenaar verwijzen grotendeels naar klassieke westerns zoals Stagecoach (1939), met de eerdergenoemde acteur in de hoofdrol. Wanneer Wayne dramatisch met zijn koets door de woestijn raast, vangt de wind de rand van zijn Stetson: de hoed in McCarthy’s sculptuur is onder precies dezelfde hoek gebogen. In tegenstelling tot de hyperrealistische CSSC Banker-serie doen de blootgelegde armaturen en het samenspel van modelbouwmaterialen denken aan ouderwetse theatertechnieken.

De figuur is groter dan de werkelijkheid, zonder realistische trekken, maar door de krachtige iconografie toch duidelijk herkenbaar als John Wayne. McCarthy zei over de originele Stagecoach film: “Het is een uitstekend voorbeeld van Hollywood westerns die een mythe creëren over het Westen. Een verknipte mythe. Het kolonialisme, het imperialisme van Amerika. De wreedheid van de Amerikaanse indianen… gewoon de wreedheid van Amerika. Dat alles verborgen en gecamoufleerd in racisme in Hollywood van de jaren ‘30, ‘40, ‘50.”

Paul McCarthy

Paul McCarthy (1945, Salt Lake City) woont en werkt in Los Angeles, Californië. Solotentoonstellingen vonden plaats in KODE, Bergen (2021); Hammer Museum, Los Angeles (2020); Museum of Fine Arts Leipzig (2018); M Woods, Beijing (2018); Faurschou Foundation in Venice, Venetië (2017); Fundació Gaspar, Barcelona (2017); Kulturzentrum Lokremise, St. Gallen (2016); The Renaissance Society, Chicago (2015); Monnaie de Paris, Frankrijk (2014); Neue Nationalgalerie, Berlijn (2012); Whitney Museum, New York (2008); SMAK, Gent (2007); Moderna Museet, Stockholm (2006); en Haus der Kunst, München (2005). Hij heeft ook deelgenomen aan vele internationale evenementen, waaronder de Biënnale van Berlijn (2006); de Whitney Biënnale (1995, 1997, 2004); en de Biënnale van Venetië (1993, 1999, 2001).

Paul McCarthy
26 mei — 22 juli 2023
Xavier Hufkens
St-Jorisstraat 6, 
1050 Brussel
www.xavierhufkens.com

Foto: Xavier Hufkens Brussel; Club Paradis