In 2019 komt in Westerlo het eerste circulaire gebouw van België te staan: ’t Centrum. Rond dat gebouw en het bouwproces lanceerde Kamp C, samen met enkele partners, een innovatief leertraject. Het startschot werd gegeven op vrijdag 28 juni met de masterclass ‘Circulair bouwen’. “Een circulair gebouw kan veel meer waarde creëren dan alleen de kost van de materialen en de werkuren.”
Niet minder dan tweehonderd belangstellenden trokken op vrijdag 28 juni naar het Elzenveld in Antwerpen. Daar organiseerde Kamp C de eerste masterclass ‘Circulair bouwen’, in samenwerking met het Nederlandse consortium ATP (Alba Concepts, Turntoo en PLEKvoor). Na een verwelkoming door trendwatcher Stefaan Vandist schetsten drie sprekers – Jonathan Verdonck van Kamp C, Thomas Rau van Turntoo en Jeroen Troost van PLEKvoor – het belang van circulair bouwen. “De circulaire economie draait om het slim gebruiken van grondstoffen, producten en goederen, zodat ze hergebruikt kunnen worden. Een circulair gebouw kan ook flexibel worden ingezet”, aldus Jonathan Verdonck. “Circulair aanbesteden vraagt dan ook om een andere denkwijze. Kamp C stelt een pakket met ambities voor, in plaats van een waslijst aan eisen. Bedrijven kunnen zelf oplossingen en innovaties voorstellen. Op juridisch vlak vraagt dat nog wat aanpassingen, maar de massale belangstelling voor onze masterclass bewijst dat er een toekomst is voor circulair bouwen.”
Drie workshops
De eigenlijke masterclass bestond uit drie workshops rond belangrijke aspecten van circulair bouwen: de inhoud, het proces en de financiën. Op inhoudelijk vlak stond een functiegerichte aanpak centraal. Jonathan Verdonck: “In een circulair bestek verschuift de aandacht van het ‘wat’ naar het ‘hoe’. Je legt niet vast welke items je nodig hebt, zoals een bepaald type lampen of radiatoren, maar welke functies je wilt realiseren: temperatuur regelen, luchtvochtigheid controleren … Zo’n functionele uitvraging geeft de markt ruimte om slimmere oplossingen te bedenken.”
Het resultaat van een functiegericht bestek is – als alles goed verloopt – een geïntegreerde contractvorm. De opdrachtnemer is niet alleen een uitvoerder, maar denkt mee na over hoe de gevraagde functies gerealiseerd kunnen worden. Ook financiering en onderhoud kunnen aan het contract worden toegevoegd. Dat leidt tot een andere manier van ontwerpen, want de producent van bepaalde materialen is ook verantwoordelijk voor het onderhoud en de eventuele terugname ervan.
Gemeenschappelijke belangen
Het sleutelwoord in een geïntegreerde aanpak is vertrouwen. Voor circulair bouwen bestaan nog geen blauwdrukken, de partners gaan samen door een leerproces. “Een goede samenwerking kun je niet afdwingen: geïnteresseerden gaan best op zoek naar gemeenschappelijke belangen, zoals een gemeenschappelijke winst of vooraf bepaalde prestaties”, weet Jonathan Verdonck. “Als de overheid alle risico’s neemt, zal de marktpartij minder geëngageerd zijn om problemen op te lossen en vice versa.”
Daarnaast zijn er heel wat contractuele opties die een goede samenwerking kunnen bevorderen. Voorbeelden daarvan zijn een marktconsultatie, waarbij wordt nagegaan of de markt een vraag van de overheid kan en wil beantwoorden, of een concurrentiegerichte dialoog, waarbij de overheid eerst met de markt overlegt over wat mogelijk is en daarna pas criteria vastlegt.
Waarde creëren
De derde en laatste workshop van de masterclass ‘Circulair bouwen’ draaide rond het financiële plaatje. Daarbij lag de nadruk niet op winst maar op waardecreatie. Jonathan Verdonck: “De businesscase van een gebouw omvat vandaag alleen de kost van de materialen en de werkuren. Maar een circulair gebouw kan veel meer waarde creëren. Zo zijn er minder schaarse grondstoffen nodig om het te bouwen en steunt het op hernieuwbare energie.”
Een circulair gebouw vormt ook een gezonde omgeving voor de mensen die er wonen of werken. Uit onderzoek blijkt dat 30 procent van het ziekteverzuim in Vlaanderen toe te schrijven is aan de werkomgeving. Een ‘gezond’ gebouw heeft dus veel meer waarde dan alleen de optelsom van de materialen. Het bepalen van die waarde vraagt om een nieuw soort berekeningen, die volop worden ontwikkeld.
Foto: Kamp C