Het Kasteel van Gaasbeek werd vandaag in de bloemetjes gezet voor de restauratie van het stucplafond in de Gloriëtte. Dit project kreeg de Hans Vredeman de

Vriesprijs 2018.

De Hans Vredeman de Vriesprijs is een initiatief van het Fonds Louise Vanden Bulcke, dat werd opgericht met het legaat van Louise Vanden Bulcke, een filantrope die de historische tuinen en parken in Vlaanderen een warm hart toedroeg. Dankzij dit legaat kan het Fonds, dat beheerd wordt door de Koning Boudewijnstichting, elk jaar een restauratieproject van een historische tuin of park in Vlaanderen bekronen. In 2018 ging de prijs naar het Kasteel van Gaasbeek voor het restauratieproject van de Gloriëtte. Nu alle restauratiecampagnes van het kasteel afgerond zijn, vond de prijsuitreiking plaats.

De Gloriëtte

Vanaf 1615 werd René de Renesse, graaf van Warfusée, burggraaf van Montenaken en heer van Gaasbeek, eigenaar van het kasteeldomein. Dankzij de bouwlust van deze – niet onbesproken – graaf werden de eerste parkgebouwen opgetrokken. Een nieuwe stijl kwam toen net uit Italië overgewaaid: de barok, met zijn voorkeur voor weelderige versieringen en dramatische effecten. Rond 1625 liet René de Renesse de Gloriëtte oprichten, vlak bij zijn kasteel. Het werd in 1654 beschreven als

‘Eene ovale gemetste gloriette oft somer-salette van binnen versiert met schoone verheven wercken à la mosaïke’.

Een weelderig stucplafond

In de Gloriëtte loont het vooral de moeite om naar boven te kijken. Daar prijken de restanten van een uniek stucplafond (een mengsel van gips, marmerpoeder of pleister met lijmwater). In de loop van de twintigste eeuw raakte het plafond sterk beschadigd en gebeurden er enkele onoordeelkundige restauratie-ingrepen. Een grondige, gefundeerde en professionele restauratie was noodzakelijk.

Met de steun van het Fonds Louise Vanden Bulcke werd de verflaag die in 1929 op het stucwerk aangebracht werd, verwijderd en zo werd het oorspronkelijke, gedetailleerde reliëf opnieuw zichtbaar gemaakt. Door het verwijderen en wegschrapen van deze ‘dichtgemetste’ verflaag kregen de bloemen- en fruitguirlandes, mascarons, halfverheven figuren en friezen hun kwaliteit en leesbaarheid terug. Van bij het begin werd geopteerd voor een ‘zachte restauratie’, ​ waarbij verloren gegane delen niet werden gereconstrueerd. Wat bewaard bleef, schittert nu opnieuw in zijn oorspronkelijke luister.

Iconografie: de mythe van Phaëton

Op basis van wat overbleef van de verschillende taferelen kwam het restauratieteam tot de conclusie dat het plafond geïnspireerd was op de mythe van de roekeloze Phaëton. Hij smeekte zijn vader, de Zonnegod, om voor één keer met de zonnewagen te mogen rijden, de gevleugelde paardenspan waarmee de Zon dagelijks door de hemel reed en zo licht naar de mensen bracht. Het werd een noodlottige tocht. Het vierspan stoof vooruit maar herkende geen bevelen. Phaëton kon de teugels niet vieren en de zonnewagen werd een ongeleid projectiel dat rakelings langs de aarde scheerde en die in lichterlaaie zette. Jupiter schoot Moeder Aarde ter hulp en vuurde één welgemikte bliksem naar Phaëton. Zo viel hij uit de zonnewagen, zijn dood tegemoet.

Vrij te bezichtigen

Bezoekers van het kasteelpark kunnen het weelderige stucplafond elke eerste zondag van de maand gratis bezichtigen, van 13 tot 17 uur. Ook de Sint-Gertrudiskapel, eveneens gebouwd in opdracht van René de Renesse, is dan vrij te bezoeken in het kader van Vlaamse Meesters op hun Plek.

 Met dank aan

We danken iedereen die betrokken was bij de restauratie van het stucplafond en de Gloriëtte, in het bijzonder het Departement Cultuur, Jeugd en Media, Het Facilitair Bedrijf, Studio Roma, Altri Tempi, Lode De Clercq, de Koning Boudewijnstichting, Fonds Louise Vanden Bulcke en het kasteelteam.

Foto: Tess Thibaut