Vanaf de uitkijkplaatsen op de DFDS ferry’s richting Dover, krijg je prachtige uitzichten op de beroemde klippen. Cote d’Opale onze DFDS ferry die we in Calais opreden brengt ons langs de White Cliffs of Dover en Vera Lynn zit terug in ons hoofd. Twee uur rijden nadat we het schip verlieten in Dover en we kunnen een stel andere magnifieke klippen bewonderen. We zitten nu in de buurt van Eastbourne.
Seven Sisters en Beachy Head
Het hele kustgebied van Eastbourne richting Seaford is een paradijs voor wandelaars met zichten op Eastbourne, Het Kanaal en de Sussex kustlijn. Bij het plaatsje Birling Gap ( parking aanwezig) kan je een prachtige wandeling opstarten. Birling Gap zelf is in handen van NT( The National Trust) die er ook een infocentrum en tearoom hebben. De wandeling is circulair en begint met een fikse klim . Achter je, fantastische zichten op de Seven Sisters klippen.
Zeven pieken waar de aanhoudende erosie voor gezorgd heeft. De kustlijn verandert ongeveer een meter per jaar, er is nu zelfs al bijna een achtste piek te onderscheiden. De klippen zijn rond de 150 m hoog en de zee maakt hier contact met The Sussex Downs – Het Nationaal Park dat in 2011 werd opgericht , een golvend gebied met een uit krijt bestaande heuvelrug van ongeveer 1600 km2. De eerste vuurtoren die je tegenkomt is Belle Tout Lighthouse. De vuurtoren is 200 jaar oud en doet nu zelfs dienst als B&B. Juist achter de vuurtoren daalt de weg naar Beachy Head , de beroemde vuurtoren die als een kaars of kandijstok voor de tot 170 m hoge klippen staat. De toren dateert uit de 18e eeuw. Via de weiden kom je circulair na een goede 4 km, terug in Birling Gap. Bij stormweer best niet te dicht tegen de rand van de klippen begeven. De kracht van de natuur kan hier heel gevaarlijk zijn.
Eastbourne
Eastbourne is een badplaats aan de zuidkust van Engeland met iets meer dan 100.000 inwoners. Het is een aantrekkelijke badstad die nog de grandeur van vroeger uitstraalt. Dit vooral dankzij de Victoriaanse hotels en oude pier die de boulevard uitmaken. De kiezelstranden zijn goed beschut door de omliggende heuvels van The Weald. De badstad was en is nog altijd in trek bij de oudere populatie en dat geeft ook wat charme en nostalgie aan Eastbourne. In de 19e eeuw viel Eastbourne als badstad ook in de smaak door de opkomst van de spoorwegen. Het werd toen zelfs een stad van aanzien vooral toen de begoede klasse uit Londen de stad ontdekte. De pier dateert uit 1865 maar is deels afgebrand in 2014. Ze is echter totaal gerestaureerd in zijn oude stijl en vanop de 300 m lange pier zijn er prachtige uitzichten op de omliggende klippen en de victoriaanse hotels langs de boulevard. Een zeeboulevard waar je op drie niveaus kan wandelen.
Het Devonshire Quarter is zeker een bezoek waard. Een gebied van kunst, cultuur, sport, conferences en entertainment. Dit deel van Eastbourne heeft zijn pracht en praal ( met vele beschermde gebouwen) te danken aan de 7e Duke of Devonshire. Deze Duke , uit de Cavendish familie behoorde tot één der rijkste mannen van het land. Hun familiedomein is het grote Chatsworth House in Derbyshire.
Hij zag het nut in voor de ontwikkeling van een deel van Eastbourne na de komst van de spoorweg. Voorbeelden van het werk van deze man zijn de Wintergarden ( waar nog veel events doorgaan van ballroom dancing tot schaatsen), The Bohemian Pub, Het Devonshire Park Theatre, het Congress Theater en de Eastbourne Private School. De meeste gebouwen zijn in Victoriaanse stijl. De Devonshire Park Grounds zijn bekend voor de jaarlijkse tennistornooien. Een tweetal weken voor Wimbledon komen de meeste topspelers naar hier voor het Eastbourne Tornooi om zo terug gewend te geraken aan tennis spelen op gras.
Het Lansdowne Hotel aan Lansdowne Terrace op de zeeboulevard waar we verbleven was de perfecte plaats om de gezelligheid van vroeger nog eens te beleven.
Lansdowne Terrace dateert uit 1875 toen er 13 afzonderlijke private huizen waren die werden samengevoegd tot één hotel. De familie van de huidige eigenaars begon met de hotel business in 1912. In WOII nam het leger de plaats tijdelijk over in verband met voorbereidingen voor de invasie.
In 1959 waren er 84 kamers en in 1973 kwam er een fusie met het naastgelegen hotel. De 140 kamers werden toen grondig gerenoveerd met onder meer badkamers en een reductie tot 125 kamers. Na een nieuwe update heeft het hotel nu 98 kamers waarvan er verschillende met zicht op zee. Het 1912 Sea-Steak restaurant levert uitstekende avondmalen. Er zijn gezellige lounges en functiekamers waar je je kan voelen als Hercule Poirot of Miss Marple. En natuurlijk ‘s morgens een Full Engels ontbijt zoals het vroeger was met porridge , marmalade en jam van Tiptree en een wonderbare service. Genieten down Memory Lane alhier.
Winchelsea
Niet ver van het drukke Rye ligt een verborgen parel, het stadje Winchelsea. Oorspronkelijk lag Winchelsea enkele km verder op een landtong van kiezel. Door erosie en hevige stormen verdween het in het begin van de 13e eeuw volledig en kwam er na 1250 een New Winchelsea boven op de heuveltop. Het is dit Winchelsea dat we tegenkomen als je vanuit Rye na enkele km een echte haarspeldbocht tegenkomt. Het nieuwe stadje kreeg een rechthoekig patroon van straten naar middeleeuws model. Het werd vlug een belangrijke havenstad met bloeiende handel en scheepsbouw. Het werd samen met Rye toegevoegd aan de Confederatie van ‘ The Cinque Ports’( einde 13e eeuw) en het kreeg ook het statuut van stad. De originele Cinque Ports waren Hastings, Hythe, Dover en Sandwich. De confederatie was de oorspronkelijke aanzet achter de maritieme kracht van Engeland. Ze beschermden elkaars handel en visserij. Een Royal Navy avant la lettre. De Confederatie bestaat nog altijd maar is louter ceremonieel.
In zijn hoogdagen telde Winchelsea 6.000 inwoners, nu nog geen 1.000 maar het is nog altijd een stad in naam. Er werd veel handel in wijn gedaan vooral met Bordeaux en de streek van Gascogne. De lokale handelaars moesten stapelruimtes hebben voor de vaten wijn en zo ontstonden in de stad middeleeuwse wijnkelders. Er zijn er nu nog 33, waar men in kan en men weet nog het bestaan van 17 anderen. Ze zijn gebouwd als een crypte met gewelven in de vorm van wijnvaten. Een techniek die ook door de Romeinen werd toegepast. Men gebruikte de kelders als opslagplaats en show room voor de verkoop. In de piek periode begin 14e eeuw waren er op sommige momenten maar liefst 100.000 vaten wijn in Winchelsea. Op het einde van de 14e eeuw nam de haven snel van betekenis af, door verschillende redenen: de 100 jarige oorlog, de zwarte dood en vooral door verzilting en verzanding van de haven.
In de oude Court Hall is het Winchelsea Museum ondergebracht. The Strand Gate is een 13e eeuwse poort die de stad beschermde en in het stadje vind je ook nog de ruïne van een oude Greyfriars abdij.
De kerk heeft mooie glasramen, verschillende dateren uit de jaren 1930. In de Noordkapel drie grote beeltenissen waarvan men denkt dat ze afkomstig zijn uit Old Winchelsea. Voor liefhebbers van vroegere Engelse komieken, op het kerkhof rond de kerk , het graf van Spike Milligan.
Winchelsea heeft een oergezellige pub, The New Inn en sinds kort ook een typische tearoom: Winchelsea Farm Kitchen geeft lichte maaltijden en gebakjes, de Victoria Sponge cake was overheerlijk.
Winchelsea ligt maar op een uur rijden van Dover. Je kan op de terugrit ook nog halt houden in Tenterden , een leuk plaatsje voor shopping met ook veel eetgelegenheden.
In minder dan 90 minuten brengt DFDS je terug naar Calais en dan kan je vanop het schip de tegenhangers van de witte klippen van Dover zien, De Cap Blanc Nez en Cap Gris Nez. Tip voor degenen die geen lange rit vanuit Calais willen doen na ontschepen: Hotel L’Escale in Escalles aan de voet van Cap Blanc Nez. Een Logies de France met een uitgebreide viskeuken en recent een nieuwe spa experience.
Tekst en foto’s: Gust Charrin.