Ontwerptekening van Jan Erasmus Quellinus verrijkt collectie
Museum Hof van Busleyden presenteert een bijzondere nieuwe aanwinst. Vanaf deze week kan je in de vaste opstelling van het museum de ontwerptekening Het Laatste Avondmaal van Jan Erasmus Quellinus (1634-1715) bewonderen. Ook het gelijknamige schilderij van de Antwerpse barokkunstenaar is in Mechelen te zien. Tot op vandaag hangt dit meesterwerk boven het hoogaltaar van de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk.
Van schets tot altaarstuk
In 1689 maakt Antwerps schilder en tekenaar Jan Erasmus Quellinus een ontwerptekening van Het Laatste Avondmaal. De uiterst gedetailleerde schets in lavis, pen, krijt en potlood op papier dient als presentatievoorstel voor het altaarschilderij van de Mechelse Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk dat hij een jaar later zal maken. Vóór de uiteindelijke uitvoering op groot formaat, moesten de opdrachtgevers het werk en het onderwerp immers goedkeuren.
De scène toont een feestelijke voorstelling van het Laatste Avondmaal, doordrenkt met Venetiaanse invloeden. Christus zit aan tafel in het gezelschap van de apostelen. Ook Judas is afgebeeld: hij staat als enige in de schaduw en houdt een beurs met dertig zilverstukken vast, symbool voor zijn verraad. Het tafereel, weergegeven in kikvorsperspectief, wordt omgeven door een imposant antiek architecturaal decor.
De tekening biedt een zeldzaam inzicht in het creatieve proces van Jan Erasmus Quellinus, hofschilder van de Rooms-Duitse keizer Leopold I. Samen met het altaarstuk vormt deze nieuwe aanwinst een buitengewoon ensemble binnen het Vlaamse barokerfgoed.
Een unieke hereniging in Mechelen
Dat zowel de ontwerptekening als het indrukwekkende altaarstuk bewaard zijn gebleven, is best uitzonderlijk. Beide werken zijn voor het eerst sinds het eind van de zeventiende eeuw weer samen in Mechelen te bewonderen dankzij de inzet van het Fonds Léon Courtin-Marcelle Bouché, beheerd door de Koning Boudewijnstichting. Het fonds kocht de tekening aan en stelt die ter beschikking van de Kerkfabriek van de Lieve-Vrouweparochie. Die geeft het werk op haar beurt in bewaring aan Museum Hof van Busleyden voor het beheer, de conservatie en de ontsluiting.
“In Mechelen zien we onze historische kerken niet alleen als religieuze plekken, maar ook als erfgoedlocaties met een grote rijkdom aan kunst”, laat schepen van Erfgoed Greet Geypen weten. “Deze ontwerptekening toont hoe het museum en onze kerken elkaar versterken: in Museum Hof van Busleyden ontdek je het verhaal achter het werk, in de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk kunnen bezoekers het barokke altaarschilderij bewonderen waarvoor de tekening tot ontwerp diende. Dat we dit kunnen realiseren, is te danken aan de hechte samenwerking tussen het museum, de kerkfabriek en de Koning Boudewijnstichting. Samen zorgen we ervoor dat ons erfgoed niet alleen bewaard blijft, maar ook op een samenhangende manier beleefd kan worden.”
Nu in het museum, straks in de kerk?
De ontwerptekening krijgt een plek in de museumzaal die de zeventiende eeuw belicht. Maar deze presentatie is tijdelijk van aard. “Om overmatige blootstelling aan licht te vermijden, kunnen we het kwetsbare werk op papier slechts gedurende enkele maanden tentoonstellen”, licht Hoofd Collectie en Tentoonstellingen Hannah Thijs de beslissing toe. “Nadien verhuist de tekening terug naar het geklimatiseerde museumdepot, waar ze onder ideale omstandigheden wordt bewaard.”
Museum Hof van Busleyden en de Kerkfabriek van de Lieve-Vrouweparochie koesteren wel de ambitie om tekening en altaarstuk ooit samen te tonen in de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk, zodat bezoekers de twee met elkaar kunnen vergelijken.
“We willen dat mensen onze kerk niet alleen betreden voor een viering, maar ook om de schoonheid van het interieur en de kunstwerken te ontdekken. Het altaarstuk van Quellinus is al eeuwen een blikvanger, en met deze tekening krijgt het werk nog meer context. We geloven dat kerken, net als musea, plekken mogen zijn waar kunst wordt getoond en beleefd. Dat verrijkt zowel het geloofsleven als het culturele aanbod van de stad”, besluit Marc De Geyter, voorzitter van de kerkraad van de Onze-Lieve-Vrouwe-Parochie.
Foto: © Sophie Nuytten