Bouwdok in Zeebrugge vult zich met 800.000 m³ water in aanloop naar transport
ZEEBRUGGE – Lantis en aannemer TM COTU* zetten het bouwdok in Zeebrugge onder water, een belangrijk moment voor het Scheldetunnel-project. In het dok werd de afgelopen twee jaar intensief gebouwd aan de acht enorme tunneldelen van de Scheldetunnel.
Die betonnen structuren, elk zo groot als een voetbalveld, zijn nu technisch klaar voor de volgende stap in hun indrukwekkende traject: het vertrek naar Antwerpen. Daar zullen ze in 2030 een nieuwe Scheldekruising mogelijk maken, een cruciale schakel in het rondmaken van de Antwerpse ring. De Scheldetunnel is een sleutelproject binnen de Oosterweelverbinding, die zorgt voor veiliger verkeer, vlottere mobiliteit én een sterkere Vlaamse economie.
Op donderdag 10 april ging voor het eerst de kraan open in het bouwdok van Zeebrugge, de thuishaven van de acht tunneldelen van de Scheldetunnel. Het bouwdok is ongeveer 900 meter lang en 150 meter breed. Nu vult het dok zich langzaam met tot wel 800.000 m³ water Een symbolisch kantelpunt
“Het vullen gebeurt stap voor stap,” zegt Bert Claeys, projectleider bij Lantis. “We houden de vulling bewust traag en onder controle. Zo kunnen we de tunneldelen regelmatig inspecteren op eventuele lekkages. Zodra het dok volledig onder water staat, verdwijnen de tunneldelen uit het zicht. Een bijzonder moment, want het is één van de laatste keren dat we de tunneldelen waaraan we zo hard hebben gewerkt kunnen zien.” – dat zijn 320 olympische zwembaden – een proces dat ongeveer één week zal duren.
De volgende stap is het weghalen van een stuk dijk, zodat de tunneldelen het bouwdok kunnen verlaten. Dat gebeurt pas nadat het dok volledig met water is gevuld. “Dat lijkt misschien vreemd,” legt Claeys uit, “maar die volgorde is bewust gekozen. Door het dok eerst te vullen, creëren we een waterbuffer. Zo stroomt het kanaalwater niet plots en ongecontroleerd binnen wanneer we de dijk openmaken en verloopt alles veilig en beheerst. We gingen op dezelfde manier te werk met de dijkdoorbraak op Linkeroever.”
Een technisch huzarenstukje
De tunneldelen moeten niet alleen waterdicht zijn, ze moeten ook kunnen drijven en zinken. Dat is belangrijk voor hun transport en het moment waarop ze neergelaten worden op hun definitieve plek in de Schelde. De afgelopen maanden is daarom elk tunneldeel voorzien van vijf ballasttanks, twee grote tanks van 3.000 m³ en drie kleinere tanks van 1.000 m³. Die tanks zijn verbonden met een leidingensysteem om het gewicht en het drijfvermogen van de tunneldelen nauwkeurig te regelen. Tijdens het vullen van het bouwdok zijn ook de ballasttanks gevuld met water. Zo blijven de elementen stabiel op de bodem liggen tot het moment van vertrek.
Klaar voor de volgende fase: de reis naar Antwerpen
Het onder water zetten van het bouwdok luidt een nieuwe fase in voor het project. De tunneldelen, elk groter dan een voetbalveld en tot 60.000 ton zwaar, zijn klaar om hun tocht van meer dan 100 kilometer aan te vatten richting Antwerpen. Het eerste tunneldeel vertrekt volgens de huidige planning op 19 mei 2025.
Elk tunneldeel legt in ongeveer 30 uur het traject af van Zeebrugge naar het Doeldok in Antwerpen, met tussenstops in de voorhaven van Zeebrugge en in Terneuzen om te wachten op vloed. In het Doeldok blijven de elementen liggen tot ze kunnen worden afgezonken rondom doodtij, een moment dat slechts twee keer per maand voorkomt. De planning is daarbij sterk afhankelijk van getijden en weersomstandigheden. Het eerste afzinkmoment is voorzien begin juli; tegen eind 2025 moeten alle acht tunnelelementen op hun plaats liggen.
Nieuwe Scheldetunnel maakt de Ring mee rond
De Scheldetunnel bestaat uit twee kokers voor autoverkeer, een zes meter brede fietskoker en een vluchtkoker. De tunnel biedt een extra oversteek onder de Schelde biedt en zal zo mee de Antwerpse Ring rondmaken. Door vlotter verkeer zal de Oosterweelverbinding de Vlaamse economie stimuleren en de mobiliteit veiliger doen verlopen.
Het autoverkeer zal in 2030 door de Scheldetunnel kunnen rijden, fietsers kunnen al vanaf 2028 door de Scheldetunnel fietsen. In 2033 wordt de volledige Oosterweelverbinding in gebruik genomen.
*TM COTU staat voor Tijdelijke Maatschap Combinatie Oosterweeltunnel. De groep bestaat uit de Belgische bouwgroepen BESIX, Stadsbader Contractors, DEME en Jan De Nul.
Foto: Lantis
