Sarane Coen (UAntwerpen) onderzoekt biodiversiteit en microklimaten op hoogste rotswand van België
Sarane Coen, masterstudente Global Change Biology aan de Universiteit Antwerpen, doet onderzoek op een wel heel bijzondere plaats. Niet een laboratorium, maar wel de rotswand van Freÿr in Dinant is haar onderzoekslocatie. Haar doel? De biodiversiteit en microklimaten op rotsen bestuderen. Onderzoekers van UAntwerpen, in samenwerking met KU Leuven en de Universiteit Utrecht, hopen zo meer inzicht te krijgen in deze fascinerende ecosystemen.
Freÿr, een 120 meter hoge kalkstenenformatie, biedt niet alleen een adembenemend uitzicht over de Maas, het blijkt vooral een uniek ecosysteem te hebben. Toch zijn deze leefgebieden nog weinig bestudeerd, onder meer vanwege de moeilijke bereikbaarheid. Vroeger onderzoek focuste op rotsen als geologische component van het landschap, niet als habitat voor planten. “In tijden van biodiversiteitscrisis en klimaatverandering is het belangrijk om ook deze indrukwekkende en ecologisch minder voor de hand liggende ecosystemen te verkennen en bestuderen”, aldus Sarane.
Onderzoek is dus noodzakelijk. Al mag men daarvoor geen hoogtevrees hebben, want de dataverzameling gebeurt op aanzienlijke hoogtes. “We onderzoeken de impact van recreatief rotsklimmen op de biodiversiteit en vegetatiesamenstelling van deze ecosystemen”, licht Sarane toe. Dit gebeurt in het kader van het MIREN Rocks-project (Mountain Invasion Research Network), een project dat rotsonderzoek wereldwijd in kaart wil brengen. Ondertussen loopt het project op 19 locaties over de hele wereld.
Datametingen op duizelingwekkende hoogte
In tegenstelling tot de vegetatie op de rotswand heeft klimmen weinig geheimen voor masterstudente Sarane. Als ervaren klimster verkende ze Freÿr al meermaals. Haar eigen ervaringen in het gebied vormde de inspiratie voor haar onderzoek. Daarvoor werden in het voorjaar al op strategische punten op de rotswand temperatuursensoren bevestigd. Die aanpak is zowel uitdagend als innovatief. Vanwege de grillige kalkstenenwand moesten er gaten geboord worden zodat de sensoren niet zouden vallen. “In de zomer deed ik dan veldwerk om data te verzamelen over de plantensoorten en hun frequentie”, legt Sarane uit.
In de volgende fase van haar onderzoek focust ze nu op het analyseren van deze temperatuurdata. “Om de sensoren uit te lezen, maak ik gebruik van een compacte veldcomputer die gemakkelijk mee te nemen is op de steile wand”, licht Sarane toe. “De meetresultaten geven inzicht in welke temperaturen planten zelf ervaren in deze verticale omgeving.”
Op de top van ecologisch inzicht
Werken op die hoogte biedt niet alleen een panoramisch uitzicht, maar geeft vooral inzicht in de vormgeving van deze ecosystemen. “Op rotswanden heerst een microklimaat. De rotsen worden beïnvloed door variaties in zonnestraling, vochtigheid en wind, wat impact heeft op de planten die er kunnen groeien”, vertelt de biologiestudente. De verticale oriëntatie van rotswanden zorgt ervoor dat de microklimaten echte biodiversiteitshotspots zijn.
Het onderzoek loopt nog, maar de eerste resultaten tonen dat de impact van klimmen genuanceerd is. “Klimmen lijkt weinig invloed te hebben op het aantal plantensoorten op rotsen, maar mogelijk wel op de plantendiversiteit”, zegt Jonas Lembrechts (UAntwerpen), Saranes promotor. “De vraag is of zeldzame soorten met de hoogste beschermingsstatus hierdoor worden benadeeld of juist profiteren van een beklommen rotswand.”
Daarvoor is bijkomend onderzoek vereist. “Een vlak horizontaal ecosysteem bestuderen zou handiger zijn, het is namelijk niet altijd even praktisch je onderzoeksmateriaal al klimmend mee te nemen. Maar het is uiteraard niet zo leerzaam en mysterieus als een klifhanger”, lacht Sarane.
Foto: UAntwerpen