Onderzoekers Ruusbroecgenootschap (UAntwerpen) brengen kookboek met religieuze toets uit
Kruisboter, roffioelen, hamelenbout, pingelpastei of eikenbrandwijn: op de menukaart van een brasserie zal je ze niet snel terugvinden, maar enkele eeuwen geleden verlekkerden smulpapen zich aan deze inmiddels vergeten klassiekers. Het Ruusbroecgenootschap (Universiteit Antwerpen) ploos zijn collectie uit en vond er vijfentwintig historische recepten terug. Die gerechten en dranken – en hun betekenis binnen de katholieke cultuur – bundelden de onderzoekers in het kookboek ‘Goddelijke gerechten: Smullen van religieus erfgoed’.
Welk gerecht maak je klaar voor de begijnenkermis? Hoeveel pensen en kommetjes peper moet je ronddragen in november? Hoeveel halster tarwe gaan er in een portie roffioelen? En waarom eten we de billen van nonnen of de borsten van Sint-Agatha?
Stuk voor stuk vragen die de mensen in onze streken lang geleden bezighielden. Voeding speelde dan ook een belangrijke rol in hun religieuze leven. “Onze katholieke geschiedenis is doorspekt met drank en spijs”, legt prof. Tine Van Osselaer uit. Als historica is ze verbonden aan het Ruusbroecgenootschap, een onderzoekscentrum aan de Universiteit Antwerpen dat zich toespitst op de geschiedenis van de spiritualiteit in de Nederlanden. “Wie in de historische bronnen duikt, treft een rijke eetcultuur aan die veel meer omvat dan enkel brood en wijn.”

500 appels
Zo botste de professor in het archief van het Ruusbroecgenootschap op een ‘begijnenhandschrift’ uit de 17de eeuw. Van Osselaer: “Het ging om een reeks aantekeningen van een begijn uit die tijd. Tussen zijn notities zat onder meer het recept voor een vlaai.”
Toevallig volgde de professor in die periode ook kooklessen. “Samen met onze docente, Claudine Versluys, besloten we die begijnenvlaai met de klas te bakken. Niet eenvoudig, want kookinstructies zoals we die vandaag kennen — met een duidelijk stappenplan — vind je in zulke notities niet terug. Bovendien vroeg het ‘recept’ van de begijnen om enorme hoeveelheden, zoals 500 appels. Toch slaagden we erin om de vertaalslag te maken. Het resultaat mocht er zijn: niet alleen de taart, ook het concept smaakte naar meer.”

Collectie in de kijker
Met financiële steun van de Vlaamse overheid besloten professor Van Osselaer en Ruusbroeconderzoeker Robrecht Neyrinck het kookboek ‘Goddelijke Gerechten’ uit te werken. “Het boek is opgedeeld in vier hoofdstukken: viering, verhaal, verbinding en verzorging”, vertelt Van Osselaer. “Elk deel bevat niet alleen recepten uit die tijd, maar ook uitleg over de rol van voedsel in de christelijke traditie. Dat gaat van lekkernijen tijdens feestdagen en bijbelse verhalen waarin brood uit de hemel valt, tot voeding als geneesmiddel.”
Met ‘Goddelijke Gerechten’ kunnen hobbykoks aan de slag met 25 recepten. Ook hier hielp Claudine Versluys bij het moderniseren van de kookvoorschriften.
Met hun kookboek willen de onderzoekers niet alleen de smaakpapillen, maar ook de nieuwsgierigheid van de lezer prikkelen. “Onze boekencollectie is indrukwekkend, maar nog niet bekend bij het grote publiek. Op deze manier willen we ons archief en de werking van het genootschap in de kijker zetten”, besluit Van Osselaer.

‘‘Goddelijke Gerechten’, uitgegeven door Brepols, zal te koop zijn bij de boekhandel. Het boek kost 24,99 euro.
Foto: UAntwerpen












