Europees project LIFE Eikenprocessierups maakt resultaten bekend na 5 jaar onderzoek

Partners in Vlaams-Nederlands project geven concrete adviezen om eikenprocessierupsen ecologisch te beheren.

Nestkasten hangen om mezen aan te trekken, meer kruiden en bloemen bevorderen in bermen en klimop laten groeien in eikenbomen. Het zijn enkele van de concrete aanbevelingen uit het project LIFE Eikenprocessierups, na 5 jaar onderzoek, gericht op groen(beheer). De projectpartners gingen op zoek naar natuurlijke manieren om de eikenprocessierups onder controle te houden, want ook al zijn de rupsen nu amper te vinden, ooit krijgen we terug te maken met een piek. En dan zullen de traditionele beheermethoden niet volstaan, zo waarschuwen de projectpartners, we zullen ook moeten leren omgaan met de rupsen.

 

Deze week stelden de projectpartners – provincies Antwerpen (BE), Limburg (BE), Gelderland (NL), Noord-Brabant (NL), gemeente Sittard-Geleen (NL) en Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO (BE) – de resultaten voor aan geïnteresseerde overheden, bestrijders en milieu-organisaties in Nederland en België. Wat blijkt? Meer biodiversiteit is het antwoord en een gedragsverandering dringt zich op.

 

Jan De Haes, gedeputeerde voor Milieu en Natuur bij provincie Antwerpen schetst het belang van het project: “Als provincie streven we naar de meest ecologische vorm van beheer, waarbij de (gezondheids)impact tot een minimum beperkt wordt en de biodiversiteit behouden blijft. Het project LIFE Eikenprocessierups formuleert concrete adviezen om de natuurlijke vijanden van de rups meer kansen te geven, zo houden we de aantallen van de rups onder controle. Uit het project vloeit ook een praktische beslisboom met stappen die lokale besturen kunnen volgen wanneer de overlast op publieke plaatsen te groot is. We zijn dan ook opgetogen om als trekker van dit project bij te dragen aan de biodiversiteit, de gezondheid van onze inwoners en het ondersteunen van lokale besturen.”

Johan Neegers, projectcoördinator bij provincie Antwerpen, licht enkele van de concrete resultaten toe: “Tijdens proeven in het labo en op het veld leerden we dat er verschillende manieren zijn om het de rupsen moeilijker te maken: nestkasten hangen om kool- en pimpelmezen aan te trekken (een jonge mees eet wel tot 800 rupsen) of werken aan kruid- en bloemrijke bermen voor sluipwespen en -vliegen (zij leggen hun eitjes in de nesten). En meer verrassend: ook klimop laten groeien op eikenbomen heeft een duidelijk effect op het aantal rupsen. Deze en andere adviezen goten we in korte filmpjes zodat lokale besturen hier snel mee aan de slag kunnen. Op onze website vinden ze ook een communicatiepakket terug, met tips voor hun communicatie naar inwoners.”

 

Soms is een actief beheer van de rupsen wel nodig, bijvoorbeeld op publieke plaatsen waar kinderen spelen. Steden en gemeenten kunnen de rupsen dan (laten) wegzuigen, -plukken of – in uiterste nood – behandelen met biociden. Om hen te begeleiden bij hun beheerkeuze, verschijnt dit najaar een leidraad met een praktische beslisboom die verschillende maatregelen voorstelt, afhankelijk van het aantal rupsen, aanwezigen en de locatie.

 

Kweken met rupsen en kevers

In de labo’s van het Provinciaal Natuurcentrum bij provincie Limburg werden meer dan 500 rupsennesten uitgekweekt om te onderzoeken welke parasieten en natuurlijke vijanden kunnen helpen om de rupsen onder controle te houden. “Dat leverde nuttige input voor het onderzoek naar soortenrijke bermen en het beheer ervan”, vertelt gedeputeerde Laura Olaerts. “In Limburg zijn we uiteraard erg trots op de kweek van de grote poppenrover als grootste natuurlijke vijand van de eikenprocessierups. Deze kever kan in de toekomst een extra wapen vormen voor een natuurvriendelijker beheer van de eiken- of dennenprocessierups, waardoor we minder afhankelijk zijn van sproeien en andere chemische bestrijdingsmethoden.”

 

Van jeukrups naar inheemse vlinder: een andere perceptie is nodig

Johan legt uit dat het project hoge ambities heeft: “Het ultieme doel is om bijna geen biociden meer te gebruiken bij het beheer van de eikenprocessierups. Als we dat willen bereiken, volstaat het niet om steden en gemeenten te ondersteunen bij hun communicatie en hun beheerkeuze. Dan is er een andere perceptie nodig over de eikenprocessierups. We moeten de rups gaan zien als een onderdeel van ons ecosysteem en biodiversiteit, in plaats van te spreken over ‘een vervelende jeukrups’.

Om hierop in te zetten, werd documentairemaker Rik van der Linden gecontacteerd. Samen met ecoloog en filosoof Matthijs Schouten trok hij de natuur in om te reflecteren over onze positie als mens tegenover de natuur. Het resultaat werd een prachtige natuurdocumentaire die ons een spiegel voorhoudt. De documentaire gaat in première tijdens het Wildlife Film Festival in Rotterdam dit najaar en zal vanaf 2026 te zien zijn op verschillende locaties in Vlaanderen en Nederland.

 

Alle informatie lees je op de website: www.eikenprocessierups.life

Of volg de Facebookpagina op www.facebook.com/EikenprocessierupsLIFE

 

Het LIFE-project ‘Ecologisch beheer van de eikenprocessierups zonder het gebruik van biociden’ is een samenwerking tussen provincies Antwerpen (BE), Limburg (BE), Gelderland (NL), Noord-Brabant (NL), gemeente Sittard-Geleen (NL) en Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO (BE). Het project ontvangt financiële steun van het LIFE-programma van de Europese Unie (LIFE19 ENV/BE/000102).

 

Foto: Copyright: Rik van der Linden

Related Posts

Welcome Back!

Login to your account below

Retrieve your password

Please enter your username or email address to reset your password.