Verbeteringen in bus- en tramnetwerk met focus op flexibiliteit en efficiëntie
Op 6 januari 2025 past De Lijn haar netwerk aan in de vervoerregio’s Leuven, Mechelen, Vlaamse Rand, Kempen en Antwerpen, in het kader van basisbereikbaarheid. Ongeveer 10 procent van het netwerk wordt aangepast met nieuwe lijnen, andere trajecten, hogere frequenties en nieuwe lijnnummers. Ook in andere regio’s zijn er aanpassingen aan de dienstregeling. Dit omwille van een mix van redenen, bijvoorbeeld om een betere stiptheid te garanderen, beter aansluiting te bieden op de trein of om het aanbod meer af te stemmen op de beschikbare chauffeurs en bussen. Het flexaanbod wordt ook in een aantal regio’s versterkt om in te spelen op de grotere vraag. De Lijn zal alle wijzigingen monitoren en indien nodig bijsturen. Sinds november kunnen reizigers alle details raadplegen via de website en app.
Vraaggericht, efficiënt en gelaagd
Op 6 januari wordt het aanbod aangepast in lijn met de principes van basisbereikbaarheid:
- Efficiënter en vraaggericht: focus op routes met grote vraag naar openbaar vervoer.
- De oude lijn 136 heet voortaan Lijn R36 Groot-Bijgaarden – Alsemberg, de vertrouwde reisweg en haltes wijzigen niet. Van maandag tot zaterdag rijden de bussen wel altijd naar Sint-Agatha-Berchem Station (voor 6 januari beperkt tot ‘Groot-Bijgaarden Gossetlaan’). Je kan ook vaker mee, vooral op zaterdag. Dan is er tussen Dilbeek, Brussel-Zuid en Alsemberg elk kwartier een bus, en tussen Dilbeek en Groot-Bijgaarden elk uur. Op zondag vertrekken de bussen voortaan wat vroeger en rijden ze ’s avonds wat later.
- Flexvervoer: vraagafhankelijk flexvervoer in gebieden waar de vraag lager is.
- In de Kempen komen er drie nieuwe flexgebieden bij. En ook Kortenberg-Bertem kan voortaan rekenen op flex.
- Gelaagd netwerk: betere afstemming van trein, tram en bus, en verbeterde bereikbaarheid van belangrijke bestemmingen.
- In de regio Leuven vervangen de nieuwe lijnen 20 en 21 de lijnen 284 en 285: ze verbinden de stations van Leuven en Mechelen via de N26 (Mechelsesteenweg). Aan deze stations én aan Kampenhout Sas kan je vlot overstappen op andere lijnen en/of treinen. De lijnen 20 en 21 zijn op elkaar afgestemd, waardoor je tussen Herent en Leuven elke 15 minuten kan rekenen op een bus.
- Logische lijnnummering: de nieuwe lijnnummering maakt het netwerk logischer en overzichtelijker. Een stadslijn met een hoge frequentie krijgt een enkel cijfer als lijnnummer. Streeklijnen, waar je de hele dag op rekent, krijgen twee cijfers. Functionele lijnen, zoals schoollijnen of lijnen die alleen tijdens de spits rijden, krijgen drie cijfers. Snellijnen krijgen het prefix ‘X’ (van expresslijn) en nachtlijnen herken je aan het prefix ‘N’. Lijnen die naar Brussel rijden, dragen het prefix ‘R’.
- Lijn 18b Antwerpen Groenplaats – Aartselaar – Rumst kende je onder het vroegere lijnnummer 181. De reisweg en de dienstregeling wijzigen niet, enkel het lijnnummer.
Versterking flex
In vier flexregio’s wordt het aanbod versterkt om in te spelen op de grote vraag. Begin vorig jaar werd in grote delen van Vlaanderen gestart met flex. Na evaluatie van het gebruik en na overleg met de betrokken vervoerregio’s krijgen een aantal flexgebieden nu een uitbreiding. Zo krijgen Hageland, Aalst, Vlaamse Ardennen en Limburg extra flex aanbod.
- In de omgeving van Oudenaarde start bijvoorbeeld op vrijdag- en zaterdagavond nachtflex, waarbij je voor een aantal haltes van vaste buslijnen flex kan reserveren tot ongeveer 1.30 uur ’s nachts.
- In het flexgebied Hageland breiden de capaciteit en uren uit om beter aan de vraag te voldoen. Op zaterdag en zondag rijdt daar voortaan een extra busje en de busjes rijden op zon- en feestdagen voortaan vanaf 8 tot 23 uur, voorheen tussen 10 en 20 uur.
Reizigerscommunicatie
Alle wijzigingen zijn sinds november beschikbaar op de website en in de app van De Lijn. Reizigers kunnen er hun route controleren en nieuwe verplaatsingsmogelijkheden ontdekken. Je vindt er per provincie een handig overzicht, net als alle dienstregelingen. Aan de betrokken haltes hangen affiches. De lokale besturen kregen informatie op maat van de gemeente voor verspreiding via hun kanalen.
Foto: De Lijn