Proefproject met hennep en additief op Campus Vesta doet PFAS met 67% dalen

Nieuwe aanpak van sanering door C-biotech biedt kansen voor de toekomst

Het proefproject van C-biotech waarbij op een deel van de terreinen van Campus Vesta hennep werd geplant om PFAS uit de bodem te halen, blijkt een groot succes. In drie maanden tijd is de aanwezigheid van PFAS met maar liefst 67% gedaald. Op het meest vervuilde perceel is de PFAS-concentratie van 25 à 30 microgram naar 4,5 tot 6 microgram gegaan. De hennep sloeg zo goed aan dat twee derde van het vervuilde terrein nu zo goed als gesaneerd is.

In juni vorig jaar stapte Campus Vesta, het opleidingsinstituut van de provincie Antwerpen, in een baanbrekend proefproject van C-biotech, een bedrijf uit Temse gespecialiseerd in biobased bouwmaterialen en sanering met hennep. Oorzaak van de vervuiling van een deel van de terreinen van Campus Vesta is het gebruik van PFAS-houdend blusschuim voor de brandweeropleidingen vóór 2011.

Experimenteren met bodemadditieven

Saneringsprojecten met industriële hennep zijn op zich niet nieuw en werden ook al op andere plaatsen uitgevoerd. Maar wat het project op Campus Vesta zo uniek maakt, is dat voor het eerst werd geëxperimenteerd met het toevoegen van verschillende bodemadditieven. Doel van die toegevoegde stoffen is het versnellen van de opname van PFAS.

“En dat is goed gelukt”, zegt Erik De Bruyn, projectmanager bij C-biotech en de drijvende kracht achter het project van fytoremediëring. Dat zijn technieken die gebruikmaken van levende planten en de bijbehorende levende micro-organismen.

In de bladeren

“In alle 25 percelen is het PFAS-niveau gedaald. Bovendien zit de PFAS niet zozeer meer in de bodem, maar vooral in de bladeren of in een deel van de wortel. Bij de meeste percelen zit er zo’n acht keer meer PFAS in de hennepbladeren dan in de bodem. Bij het best presterende perceel is dat zelfs 27 keer meer.”

“Positief ook is dat de PFAS niet terechtkomt in het grondwater. Uit stalen die genomen zijn op een halve meter diepte blijkt dat de vervuiling in de bovenste 20 cm van de bodem blijft zitten en dat er in het grondwater niets verandert. Dat betekent dat de PFAS ook niet weggespoeld kan zijn.”

Twee derde gesaneerd
Heel goed nieuws dus voor Campus Vesta. Bij de start van het project zat één op de vier vervuilde percelen onder de Vlaamse saneringsnorm van 3,8 microgram. Nu zit al twee derde onder die wettelijke norm. Dat dit al in één teeltcyclus is gebeurd, is indrukwekkend.

Ook Frederik Verstraete, chief ecological officer van C-biotech, is uiterst tevreden met de onderzoeksresultaten. Het bedrijf uit Temse is nochtans niet aan zijn proefstuk toe. In 2022 deed het, samen met de universiteit Hasselt, al een beperkt onderzoek naar de invloed van hennep in de door 3M gecontamineerde zone in Zwijndrecht. Daar werden echter geen additieven toegevoegd.

En precies het experiment met die verschillende additieven, om te kijken welke bodemtoepassingen de PFAS het vlugst afbreken, is van onschatbare waarde. Eén additief in het bijzonder – Hempurizer+ – bleek de opname van PFAS door de plant aanzienlijk te versnellen. Voor het moeilijker te verwijderen PFOS noteerde men zelfs een tot dertig keer snellere opname.

Over dit additief kan Erik De Bruyn niet alles kwijt. “Het is een biogebaseerd product dat zowel de groei van de plant als de opname van PFAS, en zeker ook PFOS, stimuleert”, zegt hij. “Hempurizer+ is exclusief ontwikkeld door de firma Bertels uit Nederland samen met C-biotech. Een mooi voorbeeld van internationele samenwerking.”

“Het is dus niet enkel het louter inzaaien en telen van hennep die het succes verklaren. Het geheim zit in de interactie tussen de plant en een specifiek bodemadditief.”

“Dit proefproject is een mijlpaal voor onze provincie”, zegt gedeputeerde Jinnih Beels, bevoegd voor Campus Vesta. “Het toont niet alleen hoe innovatieve technieken vervuilde bodems duurzaam kunnen herstellen, maar onderstreept ook onze ambitie om koploper te zijn in milieusanering. Een sterkere, schonere en toekomstgerichtere provincie Antwerpen begint hier.”

Nieuw onderzoek

Vlaanderen heeft alvast beloofd om geld uit te trekken voor nieuw onderzoek naar fytoremediëring met hennep in 2026.

“We gaan daarbij de focus leggen op een aantal beloftevolle formules die we bij dit project ontdekt hebben”, zegt Erik De Bruyn. “Helaas zal dit onderzoek niet meer op Campus Vesta kunnen gebeuren. De hennep sloeg hier zo goed aan dat twee derde van het vervuilde terrein zo goed als gesaneerd is en ook in het derde, resterende deel is de PFAS-concentratie te laag voor verder onderzoek. KIS, het Kenniscentrum Innovatieve Saneringstechnieken dat voor de subsidies zorgt, wil dat de PFAS-concentratie minstens 50 microgram per kg droge stof bedraagt om onderzoek te kunnen starten.”

KIS is een samenwerkingsverband tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijven. Het is opgericht omdat Vlaanderen koploper wil zijn in de aanpak en sanering van chemische verontreiniging in bodem, water en lucht.

Campus Vesta is alvast vragende partij om ook het resterende, derde deel van het terrein dat nog boven de wettelijke norm zit, te saneren.

C-biotech werkte voor het proefproject op Campus Vesta samen met nationale én internationale partners, waaronder +EARTH+, VITO, INAGRO, ANTEA, i-FLUX, SGS, DEME, Bertels en Microsoft.

Europees living lab

Eindconclusie is dat het systeem van fytoremediëring enorm veel potentieel heeft.

“Het project kadert in een wereldwijde aanpak die voor bodem- en grondwatersanering vergelijkbaar is met wat Ocean Clean Up betekent voor de oceanen”, aldus Frederik Verstraete. “Het heeft de ambitie om uit te groeien tot het leidende Europese living lab.”

Foto: Copyright: Campus Vesta

Tekening: Copyright: C-biotech

Related Posts

Welcome Back!

Login to your account below

Retrieve your password

Please enter your username or email address to reset your password.