Het Museum Kunst & Geschiedenis in Brussel meldt de opening van zijn grootste project sedert jaren. In juni 2025 zal in twee zalen, samen goed voor 1200 m², het overzicht worden tentoongesteld van de rijke verzamelingen van meubels en gebruiksvoorwerpen die in de 19de eeuw in zwang waren en van de latere stijlen art nouveau en art deco. De juiste data van de openingsevenementen volgen later.
Die verzamelingen zijn spectaculair, maar bleven vele jaren verborgen voor het publiek. Ten dele werd er in 2017 al een eerste ontsluiting gerealiseerd door de opening van de zogenoemde Wolferswinkel en de opstelling daarin van kleinere siervoorwerpen van art nouveau en art deco. Die zijn zowel van Belgische als internationale oorsprong.
In de eerste nieuw zaal van 715 m² komen de Belgische art nouveau en de Belgische art deco. Het zwaartepunt ligt op de art nouveau, de stijl die omstreeks 1900 in België ontstond en er tot fenomenale bloei kwam. De bezoekers zullen een goed overzicht krijgen van de diversiteit aan vormelijke interpretaties die zo typisch waren voor die stijl in het rijke België. Behalve indrukwekkende realisaties van de grootheden Victor Horta en Henry van de Velde, wordt ook uitvoerig aandacht besteed aan andere architecten en ontwerpers zoals Paul Hankar, Léon Sneyers, Paul Hamesse, Gustave Serrurier-Bovy, Oscar van de Voorde en vele anderen. Het koninginnenstuk wordt zonder enige twijfel de wintertuin die Victor Horta ontwierp voor de Brusselse ingenieur Jean Cousin. Die monumentale constructie werd in de jaren 60 ontmanteld en verrijst nu volledig gerestaureerd.
De Belgische art deco zal zijn plaats vinden in dezelfde zaal. Die stijl werd in 1925 decisief gepromoot dankzij de Internationale tentoonstelling van moderne decoratieve en industriële kunsten in Parijs. Ook daar schitterden de inzendingen van België. Echo’s daarvan zal het publiek ontdekken in de nieuwe zaal, alsook tal van andere markante uitingen van die stijl zoals hij bloeide gedurende het interbellum. 1940 is het jaar waarin het overzicht stopt.
De uitzonderlijke verzamelingen art nouveau en art deco van het het Museum Kunst & Geschiedenis gaan terug op historische en bewuste aankopen en bruiklenen waarbij vooral de artistieke kwaliteit een rol speelde. Voor het publiek zal het bovendien een verrassing zijn om kennis te maken met wat zich achter de gevels van belangrijke Brussels woningen in art-nouveaustijl bevond.
In de tweede nieuwe zaal, ongeveer 500 m² groot, worden de sierkunsten uit de 19de eeuw opgesteld. Het concept volgt de evolutie van de stijlen als daar zijn de empire, de neogotiek en het japonisme, dat aan de art nouveau voorafgaat. Daarnaast worden de maatschappelijke veranderingen thematisch vormgegeven. Zo zijn er thema’s over de industrialisering, het transport, de vrije tijd, de aandacht voor kinderen, de opsplitsing van het interieur in verschillende woonvertrekken en zo meer, dat alles vooral toegespitst op de sociale klasse van de burgerij. Uiteraard zijn in die zaal verschillende topwerken aanwezig. Zo is er de meubilering van de Franse meubelmakerfamilie Jacob dat werd gebruikt op het bal van de hertogin van Richmond aan de vooravond van de slag bij Quatre-Bras en drie dagen vóór de beslissende slag bij Waterloo. Kandelaars van de Parijse prestigezilversmid Odiot uit de nalatenschap van graaf Thierry de Looz-Corswarem zullen als bruikleen van de Koning Boudewijnstichting eveneens te zien zijn. Vanaf juni 2025 schittert ook de 19de eeuw in volle glorie met tal van internationale en Belgische creaties.
Foto: Museum Kunt en Geschiedenis