Vrijdag 20 september, vindt het laatste betonstort plaats voor de acht gigantische tunnelelementen van de nieuwe Scheldetunnel. In een groot bouwdok in Zeebrugge bouwde aannemer TM COTU* sinds januari 2023 aan het koninginnenstuk van de Oosterweelverbinding. Nu is de ruwbouw van de tunnelelementen helemaal klaar. De volgende stap? Het voorbereiden van het transport naar Antwerpen, waar we in 2025 de acht elementen op hun definitieve locatie zullen afzinken.
In totaal werd tot wel 200.000m³ beton en 50.000 ton staal gebruikt voor de realisatie van de tunnelelementen. Ieder deel weegt ongeveer 60.000 ton en bestaat uit twee kokers voor autoverkeer, een zes meter brede fietskoker en een vluchtkoker. Samen vormen deze elementen de Scheldetunnel, die een extra oversteek onder de Schelde biedt en zo de Ring rond maakt.
In januari 2023 gingen de werken in het bouwdok van Zeebrugge van start. De aannemer stortte toen het eerste beton voor de tunnelelementen. Nu, ruim anderhalf jaar later en mooi op schema, zijn met het laatste betonstort de betonwerken afgerond. De komende maanden worden de laatste tunnelelementen nog waterdicht gemaakt en voorbereid op hun reis naar Antwerpen. Ook het bouwdok zelf wordt ondertussen opgeruimd. Wanneer het laatste tunnelelement uit Zeebrugge is vertrokken wordt de nieuwe kademuur in gebruik genomen en is de uitbreiding van de haven hier een feit.
Gert Osselaer, operationeel directeur bij Lantis: “Dit laatste betonstort is een belangrijke mijlpaal. In dit bouwdok is de afgelopen jaren enorm hard gewerkt en de vooruitgang is indrukwekkend. Nu werken we hard door naar die volgende mijlpaal, het verslepen van de tunnelelementen naar Antwerpen. In het voorjaar van 2025 start deze unieke operatie, die door onze aannemer vakkundig wordt voorbereid.”
Een technisch hoogstandje in 2025
De operatie start met het onder water zetten van het bouwdok, vult Raymond De Kroon, Directeur Uitvoering bij TM COTU aan. “Van zodra de tunnelelementen volledig waterdicht zijn en klaar voor vertrek, wordt het bouwdok ontruimd en onder water gezet. In de tunnelelementen zijn ballasttanks voorzien om ze gecontroleerd te laten opdrijven en afzinken. Wanneer we het bouwdok onder water zetten zijn ook de ballastanks gevuld met water. Zo blijven de elementen rusten op de bodem in afwachting van hun vertrek. Dan drijven we ze één voor één op door het water uit de ballasttanks te pompen.”
Vier sleepboten en één duwboot verslepen de drijvende tunnelelementen uit het bouwdok. Via de Noordzee en de Schelde baant het element zich een weg naar het Doeldok waar we ze tijdelijk kunnen ‘parkeren’. Tijdens het afzinkproces wordt Scheldewater in de tanks gepompt, waardoor het tunnelelement voorzichtig naar de bodem zinkt.
“We bereiden het transport en afzinken intensief voor. Afzinkmateriaal ontwerpen en aankopen, draaiboeken opmaken en risicoanalyses uitvoeren, intensief testen en monitoren, afspraken maken met de scheepvaart en maritieme partners, maar vooral heel veel leren over de Schelde. Het wordt een technisch hoogstandje, maar ook een heel spannend moment.”
In 2028 zal de Scheldetunnel klaar zijn. Het verkeer zal in 2030 door de Scheldetunnel kunnen rijden, fietsers kunnen al vanaf 2028 door de Scheldetunnel fietsen.
Foto: Ella Moortgat