Het Belgische rode marmer aan de gevel van het stadhuis moet gerestaureerd worden. Er zitten nogal wat holtes en scheurtjes in. Het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK-IRPA) onderzocht hoe dat het best gebeurt. Met een heel team en enkele gespecialiseerde onderaannemers bekeken zij hoe en met welke materialen ze de beschadigingen het best kunnen restaureren.
Tijdens de renovatie van het stadhuis in de 19e eeuw, werd de hele buitengevel van het stadhuis vervangen. In de binnenbogen vind je nog sporen terug van marmerstenen uit de 16e eeuw. Marmer is heel gevoelig aan de gevolgen van buitenlucht, regen en wind. Deze factoren hebben de steen in al die jaren flink beschadigd. In de jaren ’70 en ‘80 werd het marmer al een eerste keer gerestaureerd. Toen werden de holtes en scheurtjes opgevuld met een soort kunststof. Nu, 30 jaar later, komen die vullingen los en zijn ze opnieuw aan vervanging toe.
Op basis van verschillende onderzoeken en proefrestauraties wordt bepaald om welke manier het marmer het best gerestaureerd wordt.
Foto: copyright Onroerend Erfgoed stad Antwerpen