Voor de eerste keer werd zelfmedicatie bij Vlaamse huisartsen in kaart gebracht. Bijna 94% van de artsen gebruikte het afgelopen jaar medicatie, en 88,2% van die dokters geeft aan zichzelf al eens geneesmiddelen voor te schrijven, ook al brengt dat risico’s met zich mee. “De thematiek zou structureel aandacht moeten krijgen tijdens de opleiding”, zegt Ruth Debeuckelaere (Universiteit Gent)(foto).

Zowat elke arts schrijft zichzelf medicatie voor. Dat bleek reeds uit diverse internationale onderzoeken, en wordt nu ook bevestigd door de eerste Vlaamse studie naar het fenomeen, uitgevoerd door Ruth Debeuckelaere in het kader van de interuniversitaire master-na-masteropleiding huisartsgeneeskunde, onder begeleiding van de promotoren Hilde Bastiaens en Kris Van den Broeck (UAntwerpen). Debeuckelaere won met haar scriptie de tweede prijs voor meest originele masterproef van Jong Domus, de afdeling voor jonge huisartsen binnen Domus Medica, de beroepsvereniging voor huisartsen.

Tussen september 2018 en februari 2019 vulden 290 huisartsen en HAIO’s (huisartsen in opleiding), een vragenlijst in over hun medicatiegebruik. Debeuckelaere interviewde vervolgens twaalf van hen. 70,3% van de deelnemende huisartsen was vrouw, 11,7% was ouder dan 60 jaar. Deze cijfers wijken sterk af van het Vlaamse gemiddelde (39% vrouwen en 28% artsen ouder dan 60 jaar).

Gastro-intestinaal
240 van de ondervraagde huisartsen (88,7%) gaven aan dat zij zichzelf minstens één keer medicatie hadden voorgeschreven, 32 artsen (11,3%) gaven aan nooit een eigen voorschrift te hebben opgesteld. Gastro-intestinaal actieve medicatie (zoals zuurremmers, Imodium of Motilium) wordt het vaakst op eigen voorschrift genomen (81,3% van alle voorschriften). Melatonine, gebruikt in de behandeling van slapeloosheid, wordt in 80,0% van de gevallen op eigen voorschrift genomen, gevolgd door paracetamol en ontstekingsremmers (79,5% van alle voorschriften). Een hogere werkbelasting (hoger gemiddeld aantal werkuren en vooral aantal patiëntencontacten per week) hangt in belangrijke mate samen met zelfmedicatie.
“De artsen die deelnamen aan het onderzoek vonden dat zij in staat waren om een diagnose bij zichzelf te stellen”, vertelt Ruth Debeuckelaere. “Zij overwogen in het geval van ernstige of psychische klachten wel de hulp van een andere huisarts in te schakelen. Ook wanneer zelfdiagnose geen optie lijkt, bijvoorbeeld voor het beluisteren van de longen, werd dit overwogen. Minder ernstige klachten worden vaker zelf behandeld, maar het is erg moeilijk om een duidelijke afbakening te vinden wanneer een klacht te ernstig is om nog zelf te behandelen.”

Volgens Debeuckelaere zien de meeste huisartsen zelfmedicatie niet als een probleem, hoewel zelfmedicatie bepaalde risico’s met zich mee brengt: het kan leiden tot over- of onderbehandeling, verhoogt de kans op laattijdige diagnose en er bestaat de bezorgdheid voor verslaving. De meerderheid van de dokters is echter van mening dat psychische of ernstige klachten best niet zelf behandeld worden.

Goed persoonlijk netwerk
“Volgens de deelnemende artsen kan zelfmedicatie een invloed hebben op hun gezondheid en op hun professioneel functioneren, en dat is een belangrijk risico. Zij benadrukten het belang van preventie. Daar hoort een goed persoonlijk netwerk van vrienden en familie bij, om het werk draaglijk en leefbaar te houden. Ook maakten zij vaak gebruik van lichaamsbeweging, relaxatietherapie en consultaties bij een psycholoog.”

Een verbod op het voorschrijven van medicatie voor zichzelf vindt de meerderheid van de ondervraagde huisartsen niet zinvol. “Wel zou er structureel aandacht moeten zijn voor de thematiek en zelfzorg tijdens de opleiding”, besluit Debeuckelaere. “Dat gebeurt bijvoorbeeld ook in de centra voor huisartsgeneeskunde van de verschillende Vlaamse universiteiten.”

Foto’s: www.uantwerpen.be/zelfmedicatie-huisartsen