Het poëtisch oeuvre van Willem Elsschot is maar heel klein en bestaat uit niet meer dan 22 gedichten. De inhoud hiervan is zwaar en dramatisch van toon. Het belicht een Elsschot die scherp en meedogenloos is voor zijn omgeving. Men kan  hier echter een Elsschot als een bewogen gevoelsmens in terug vinden, die zijn verwantschap met de arme, de gebochelde, de baggerman en de ouderdom diep ondergaat, zonder daar echt sentimenteel in te worden of daar naar welk ook sociale utopieën in te zoeken. Het zijn geen detailtekeningen met een zekere moraal, maar constateringen van een gegeven ellende, waarmee de dichter zich in de geest verbroedert.

Willem Elsschot ( pseudoniem van Alphonsus Josephus de Ridder) geboren in Antwerpen 7 mei 1882 aldaar overleden op 31 mei 1960. Hij was een Vlaams roman schrijver en ook dichter. Hij schreef poëzie en 750 pagina’s proza, met als bekendste titels Lijmen – Het been een roman uit 1923 en 1938 en Kaas een roman uit 1933. Zijn beroep was reclameman.

In zijn jeugd bezocht de kleine Alfons de Ridder tijdens de zomervakanties vaak zijn oom in het landelijke Blauberg. Hij ging er graag wandelen in het gebied “HELSCHOT“, tussen Blauberg en Veerle deelgemeentes van Herselt. Hij ontleende later zijn schrijversnaam aan deze plaats “ELSSCHOT“.

Vanaf 1912 werkte Alfons De Ridder voor het tijdschrift La Revue Continentale Illustrée: industrie, finance, commerce, éducation, van zijn vriend Jules Valenpint, die model stond voor het personage Boorman in de roman Lijmen/Het been, waarin La Revue Continentale is omgedoopt in “Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen”. Het echte tijdschrift ging tijdens de Eerste Wereldoorlog wegens de economische omstandigheden falliet.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij secretaris van het Nationaal Comité voor hulp en voeding  in Antwerpen. Na de oorlog stichtte hij zijn eigen reclamebureau , dat hij tot aan zijn overlijden in 1960 bleef besturen. In die rol schreef hij onder andere een tekst met de titel “Lofzang op de mostaard” (eet mosterd van Tierenteyn Ferdinand  / veruit de bekwaamste fabrikant / van de beste mosterd in België). Hij was gespecialiseerd in gedenkboeken van bedrijven en winkeliersverenigingen. Ook gaf hij vijf maal de Almanak der Kroostrijke Gezinnen uit. In 1930 wist hij een koninklijke aanbeveling te verkrijgen voor een ruimschoots van advertenties voorzien gedenkboek ter gelegenheid van 100 jaar onafhankelijkheid van België. Verder verzorgde hij jarenlang reclame-uitingen op de zijwanden van kiosken op honderden spoorwegstations in België. Van 1942 tot 1960 was hij de advertentie-acquisiteur van Snoecks.

Elsschot hield niet van de reclamewereld. Vlak voor zijn dood in 1960 formuleerde hij het als volgt: “Niet alleen walg ik van de reclame, maar ook van de commercie in het algemeen. En ik heb Lijmen geschreven omdat ik er op een of andere manier van af moest komen. Ik moest wel reclame bedrijven, want van mijn pen heb ik nooit kunnen leven.”

Elsschot liet in de duinen van Sint-Idesbald aan de Belgische kust) zijn villa Kerkepanne bouwen en vond daar zijn tweede thuis. Daarover schreef hij onder meer in Tsjip.

Met de huwelijkstrouw nam Elsschot het niet zo nauw, zo had hij tussen 1946 en 1951 een relatie met de dichteres Liane Bruylants. Volgens haar had hij nog een andere relatie met een onbekende vrouw.

Willem Elsschot overleed op 78-jarige leeftijd, vermoedelijk aan een hartinfarct, in Antwerpen. Zijn vrouw Fine overleed de dag daarop. Elsschot werd gecremeerd en zijn as werd samen met het lichaam van zijn echtgenote begraven op het Schoonselhof in Antwerpen

Wie Elsschot zegt, denkt niet meteen aan poëzie. Toch zijn het juist enkele van zijn dichtregels die iedereen zal herkennen: ‘tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’, bijvoorbeeld. Willem Elsschot. Dichter bevat alle gedichten uit Elsschots enige bundel.

Een geselecteerd gezelschap van vijfentwintig scherpzinnige ingestelde lezers geeft bij deze commentaar, aangevoerd door Elsschotkenner Koen Rymenants en poëzie-expert Carl de Strycker. Ze geven een heldere kijk op Elsschots proza met behulp van zijn poëzie en omgekeerd. Ze laten ons een Elsschot zien als gelegenheidsdichter en -vertaler en brengen onvermoede verwantschappen aan het licht: met Guido Gezelle en de gezusters Loveling, de Bijbel en Victor Hugo, maar ook met Herman de Coninck en Kees van Kooten.

Carl De Strycker (1981) is directeur van Poëziecentrum en hoofdredacteur van Poëziekrant.

Koen Rymenants (1977) studeerde Nederlands, Engels en literatuurwetenschap aan de KU Leuven. Hij promoveerde op een proefschrift over Elsschot: Een hoopje vuil in de feestzaal (2009). Hij is bestuurslid van het Willem Elsschot Genootschap.

Dit Boek is een must en niet alleen voor Willem Elsschot liefhebbers maar voor iedereen die van poëtische verzen houdt

Auteur: Willem Elsschot, Carl De Strycker, Koen Rymenants

ISBN: ISBN 978-94-6310-290-2

Prijs; 22,50€

Uitgever: Polis