Grote wijnconcoursen: zo werkt het over het algemeen.

Goud, zilver of brons…? In mijn recentste wijnles liet ik mijn cursisten een fles mousserende Belgische wijn (Blanc de Noirs) degusteren.  Na hun te hebben gewezen op de mooie ondersteunde fruitstructuur afkomstig van de druif pinot noir, refereerde ik naar de zilver medaille die deze bubbel had bekomen op het Concours Mondial te Brussel in 2022 als beste Belgische schuimwijn. Een pientere cursist vroeg me wat de waarde van wijnmedailles is en of de uitverkoren wijnen echt beter smaken? Een zeer interessante vraag die mij de gelegenheid gaf om ter discussie de waarde van oorkondes, ‘awards’ en medailles onder de loep te nemen.

Grote wijnconcoursen: zo werkt het over het algemeen.

Proeven gebeurt in panels van vijf of zes juryleden. Het concours duurt enkele dagen tot een week en meestal proeft men tussen de vijftig en honderd wijnen blind per dag. Je ziet dus niet wat er wordt ingeschonken, anders zou het oordeel kunnen gemanipuleerd worden. Vervolgens toetst men de wijn op een aantal criteria zoals concentratie, lengte en balans… Met het gemiddelde van al die beoordelingen tezamen bekomt men een cijfer dat overeenkomt voor de toekenning van goud, zilver of brons.

Bij wijnliefhebbers heeft zo’n medaille natuurlijk een aantrekkingskracht, maar de vraag stelt zich of je als consument blind mag afgaan op medailles? Ja en Nee!

Wereldwijd bestaan er tal van wijnkeuringen. De grote internationale zijn bijvoorbeeld het Concours Mondial de Bruxelles (sinds 1994) en het Concours Général à Paris (sinds 1969). Zeg maar dat tegenwoordig in tal van grootsteden een concours wordt georganiseerd. We hebben ook talrijke lokale keuringen, zoals de Wijnkeuring der Lage Landen (Nederlandse en Belgische wijnen) of concoursen in specifieke Europese wijnregio’s. Ook zijn er wijnperiodieken die eigen keuringen organiseren zoals Decanter, World Wine Awards, het Proefschrift Wijnconcours en het Perswijn Wijnconcours…

 Twee voorname wijnconcoursen:

Mundus Vini is met meer dan 12.000 geteste wijnen de grootste wijncompetitie en wordt sinds 2014 tweejaarlijks georganiseerd in Duitsland door het tijdsschrift Meininger. De lenteproeverij valt samen met een van de grootste wijnbeurzen van het jaar: ProWein. De winnaars worden beloond met de bekende medailles in zilver (boven 85 en op 100 punten), goud (boven de 90) en Grand Gold (boven de 95 punten). De jury is een ensemble van hoog aangeschreven namen in de wijnwereld van verschillende expertise.

IWSC (The International Wine & Spirit Competition-London). Het concours bestaat uit blindproeverijen, laboratoriumtesten en het oordeel van een panel van wijnprofessionals. Ook deze beoordelingen vallen onder de bekende schaal tot honderd punten en voor de beste wijnen worden brons, zilver en goud uitgereikt, met toevoeging van ‘Outstanding’ voor de buitencategorie. Het nadeel is dat de nadruk ligt op de eigen markt; in dit geval van Groot-Brittannië.

Laat me even toe om de simplistische grapjas uit te hangen door te stellen dat je als wijnmaker het wel heel slecht moet doen als je nergens een medaille hebt bekomen.

Critici claimen dat organisatoren van wijncompetities grof geld verdienen en dat wijnmedailles uitdelen gewoon een slim handeltje is. Des te meer medailles, des te meer commerce! Vergeet niet dat bij dergelijke prijskampen het inzenden van de te beoordelen wijnen geld kost aan de wijnproducent zonder te spreken over de bijkomende kosten voor stickers voor de gelauwerde wijnen enz. Sommige organisatoren van wijnconcoursen durven voor elke ingezonden fles grof inschrijvingsgeld vragen. Strijk op je winst als dat er zo’n 4000 tot 7000 flessen zijn, die al vlug zo’n 125 euro per stuk opbrengen. Na aftrek van de organisatiekosten blijft er nog een leuke zakcent over en komt het ernstige concoursniveau in het gedrang. Vervuiling, vriendjespolitiek en fraude zijn bij sommige concoursen niet uitgesloten. De stevigste kritiek las ik op de site van de Nederlandse wijnexpert Frank Jacobs, een ervaren jurylid bij wijnconcoursen. De man neemt geen blad voor de mond en zegt:

“Juryleden moeten niet in een reizend circus gaan zitten! Het gaat erom dat vriendjes elkaar tijdig de bal toespelen – als jij mij op je concours vraagt, kom je straks ook weer bij mij. En dan heb je nog van die quasideskundigen die jureren op hun snoepreis maar bijzaak vinden. Eerder een hinderlijke onderbreking van een compleet verzorgde vakantie (vrije reis en  hotel, aardige ontspanningsprogramma’s enz.). Van vriendjespolitiek en fraude (verzuring) blijven wijnconcoursen ook niet vrij. En het komt regionaal en plaatselijk ook voor dat wijnboeren de flessen van hun collega’s worden voorgezet – inteeltcultuur?”

Als ik dit lees, zou ik wel durven denken: wat zijn dergelijke concoursen waard als 97% van de ingestuurde wijnen bekroond worden? Zo’n uitslag is volstrekt ongeloofwaardig! Feit is dat medailles de verkoop bevorderen en de flesprijs flink opdrijven!

Toch ben ik van mening dat de meeste wijnconcoursen ernstig zijn qua toekenning van punten door jury’s met wijnexpertise. De waarde van elk wijnconcours staat of valt met de kwaliteit van de gekozen juryleden.

Terug naar onze fles mousserende pinot noir: wat mij betreft z’n medaille zeker waard.

Een deel van de cursisten was het met me eens, een deel twijfelde. Medailles zeggen ook niet alles. Per slot van rekening moet je altijd je eigen smaak en voorkeur volgen. Iedereen was het volmondig eens met de visie: elimineer alle charlatanerie en laat ons pleiten voor een integer en eerlijk concoursverloop.

Georges De Smaele, wijncriticus.

Houder van WSET-Advanced Certificate in Wines and Spirits-London.

Foto’s Pexels: Pavel Danilyuk, Timur Saglambilek