“De site van de ‘Pastoors-Huveneersheuvel’ herinnert ons aan de Boerenkrijg. Met de bescherming als archeologische site erkennen we de meerwaarde van de landschappelijke ligging van deze donk in het omringende polderlandschap en de historische herinnering aan de Boerenkrijg”, aldus minister-president Geert Bourgeois.
Al van in een ver verleden zocht de mens droge plekken op om zich te vestigen. Maar ook de nabijheid van een rivier was belangrijk. Water was niet alleen nodig om te overleven maar bood ook mogelijkheden voor transport en communicatie. De zandige opduikingen of donken die zich langs de Schelde bevinden, waren dus ideale woonlocaties. Een van deze donken is de Nattenhaasdonk in Bornem (Hingene). Centraal op de langgerekte zandige donk is nog steeds een opmerkelijke verhoging te herkennen: de Pastoor-Huveneersheuvel. Hier bevond zich in vroegere tijden het Nethof of Boonhof, een imposant omgrachte hoeve. Direct daarnaast stond tot het begin van de 19de eeuw de parochiekerk. Uit de historische bronnen blijkt dat zowel hoeve als kerk al van in de 12de eeuw gekend waren. Het agentschap Onroerend Erfgoed liet in 2015-2016 een waarderend archeologisch onderzoek uitvoeren met het oog op een archeologische bescherming van deze vindplaats.

Uit het onderzoek bleek dat de langgerekte donk in oorsprong bestond uit een reeks kleinere dekzandkopjes die doorsneden waren met geulen. Deze geulen verveenden tegen het einde van de Romeinse periode. Het landschap lijkt intensief bewerkt te zijn geweest tijdens de (vroege) middeleeuwen. Dit is af te leiden uit de aanwezigheid van heel wat resten van akkergewassen in het veen, evenals uit de aanwezigheid van oude akkerlagen in heel het gebied. Onder het huidige akkerdek zijn nog de oude akkerpatronen in de vorm van grachten en greppels bewaard. Op een bepaald moment voltrok zich een ingrijpende herinrichting van het landschap. Grachten en greppels werden gedempt, akkers werden opgehoogd. Hierdoor ontstonden grotere bolvormige akkercomplexen. Wanneer dit precies gebeurde, staat niet vast maar mogelijk is deze herinrichting in verband te brengen met een demografische evolutie in de streek.

Achtergrondinformatie:

Men hoogde het centrale akkercomplex van de donk op tot er een heuvel ontstond. Tegelijkertijd werd een brede gracht rond de ophoging gegraven zodat een beschermd en hoger gelegen wooneiland ontstond. Wanneer deze werken juist gebeurden, is niet achterhaald tijdens het onderzoek. Wat wel vast staat is dat het Nethof vanaf de 12de eeuw een imposante site met walgracht was en dat deze site in verband te brengen is met een regionale elite, namelijk de ridders van Haasdonck. Deze ridders stonden weliswaar in dienst van de burggraaf van Gent maar waren niet afhankelijk als leenheer.
Ten oosten van het Nethof, lag een aanpalend omgracht areaal waar de parochiekerk met kerkhof en later een pastorij gesitueerd waren. Na een overstroming in 1825 werden kerk en pastorij afgebroken en verplaatst naar het hoger gelegen Wintam. Tijdens het onderzoek van 2015-2016 kwamen zowel funderingen van de kerk als resten van het kerkhof aan het licht.
Ook de zone ten zuiden van het Nethof bleek in de middeleeuwen deel uitgemaakt te hebben van het complex. Sporen van een omgrachting zijn waargenomen tijdens het onderzoek en op historische kaarten is hier een toegangsdreef en een boomgaard afgebeeld. In 1798 speelde de pastoor van Nattenhaasdonk, Willem Huveneers, een actieve rol in de Boerenkrijg. De in de 19de eeuw opgerichte kapel en het Boerenkrijgmonument maar ook de naam ‘Pastoor-Huveneersheuvel’ blijven herinneren aan deze historische gebeurtenis. De bescherming als archeologisch monument heeft als doel de ondergrond van deze plaats zo intact mogelijk te bewaren. Deze ondergrond herbergt immers de hele historiek van deze donk van de eerste bewoners in de voor- en Romeinse periode tot de ontwikkeling van een elitaire woonplaats in de middeleeuwen en de rustplaats van de oudste bewoners. Het opgehoogde woon- en kerkareaal en het verloop van de gedempte grachten zijn nog zichtbaar.

Procedure

Na de voorlopige bescherming organiseert het gemeentebestuur een openbaar onderzoek. Op die manier heeft iedereen de kans om opmerkingen of bezwaren kenbaar te maken bij de gemeente. Binnen negen maanden beslist minister-president Geert Bourgeois over een definitieve bescherming.

Meer informatie over de procedure:
https://www.onroerenderfgoed.be/nl/bescherming/beschermd-onroerend-erfgoed/procedure/

Foto’s Onroerend Erfgoed