Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, heeft de likeurstokerij De Beukelaer voorlopig beschermd als monument.
“De fabriek van De Beukelaer is een prachtig voorbeeld van de neo-Vlaamserenaissance-stijl uit de eerste fase van het architecturale oeuvre van de architect Jules Hofman (1859-1919). De site getuigt op een zeldzaam coherente wijze van het volledige proces van het stoken van likeur”, aldus minister-president Geert Bourgeois.
Elixir d’Anvers is een voor Antwerpen iconisch product. De goudgele, zoete likeur wordt al sinds 1863 geproduceerd door de likeurstokerij De Beukelaer. Elixir d’Anvers sloeg aan met zijn herkenbare achthoekige fles en De Beukelaer won medailles en erediploma’s op diverse beurzen. Elixir d’Anvers werd een succesproduct met een productie van 700.000 liter per jaar vlak voor de Eerste Wereldoorlog.
In de eerste fase worden de ingrediënten van de Elixir d’Anvers in een koperen alambiek met zuivere alcohol gemengd. Na deze maceratie gedurende vijf dagen, wordt in de tweede fase de distilleerkolf met stoom verwarmd. Via een rode buis wordt de alcoholdamp naar een koelketel gebracht, waar de alcohol condenseert tot het zogenaamde alcolaat of esprit. Nadat het alcolaat of esprit enkele weken heeft gerust, komt het in de derde fase in de mengketel terecht waar het definitieve product tot stand komt door zuivere alcohol, gedemineraliseerd water en suiker toe te voegen. De vierde fase omvat de rijping in eikenhouten vaten van de Elixir d’Anvers gedurende een periode van vijf maanden. De instrumenten voor iedere fase zijn in de stokerij aanwezig.
De architect Jules Hofman werkte aanvankelijk aan woonhuizen en handelszaken in de neo-Vlaamserenaissance-stijl. Hij werd nadien een van de belangrijkste Antwerpse vertegenwoordigers van de art nouveau, onder andere in de wijk Zurenborg. Vanaf 1909 werkte hij vooral voor de Antwerpse bouwmaatschappij Vooruitzicht.
De neo-Vlaamserenaissance-stijl is in het laatste kwart van de negentiende eeuw gepromoot als nationale bouwstijl en is vooral in de grote steden zoals Brussel en Antwerpen gebruikt. Er is teruggegrepen naar de renaissance en de bijhorende idealen van het humanisme als tegenreactie op de neogotiek en haar verheerlijking van de geïdealiseerde christelijke middeleeuwen. De neo-Vlaamserenaissance werd de belangrijkste bouwstijl van liberale openbare besturen.
Procedure
Na de voorlopige bescherming organiseert het gemeentebestuur een openbaar onderzoek. Op die manier heeft iedereen de kans om opmerkingen of bezwaren kenbaar te maken bij de gemeente. Binnen negen maanden beslist minister-president Geert Bourgeois over een definitieve bescherming.
Foto’s: www.onroerenderfgoed.be