‘En nu zult ge werken!’

Rik Wouters werd te Mechelen op 21 augustus 1882 geboren. Zijn vader is meubelmaker, gespecialiseerd in het vervaardigen van kasten in Mechelse stijl. Donker eikenhouten meubels met een grote stilistische diversiteit, meestal voorzien van uitgewerkte leeuwenkoppen.

Op 12-jarige ouderdom geeft hij de brui aan zijn studies. Hierover zal Wouters kort voor zijn dood in 1916 getuigen: “Ik heb altijd hard gewerkt en weinig wereldse omgang gehad. Thuis in Mechelen heb ik maar kort school gegaan: ik wou niet deugen, deed allerlei kattenkwaad en werd op een mooie dag buitengezet. Zodat vader, die houtbeeldhouwer was, me moest thuis laten.

‘En nu zult ge werken!’ zei hij.

Dat was net wat ik graag wilde en van dan af werd ik rustig en alle deugnieterij was er bij mij uit. Zo ben ik als jongen van twaalf jaar bij ’t vak gekomen en vanzelf beeldhouwer geworden.”

Vanaf zijn 15 jaar zal Rik Wouters ‘in de leer gaan’ bij de kunstenaar-beeldhouwer Theo Blinckx. Van 1897 tot 1901 volgt hij de lessen aan de Mechelse Academie. Aanvankelijk avondschool, later dagonderricht. Op 4 januari 1901 wordt hij officieel ingeschreven in de registers van de Koninklijke Academie van Schone Kunsten te Brussel. Hij zal er tot 1904 de lessen volgen. Ondertussen is hij sinds 1 oktober 1902 ingelijfd in de Universitaire Compagnie in het Klein Kasteeltje om er zijn legerdienst van 20 maanden te vervullen. Deze formule stelt hem in staat naast zijn legerdienst ook zijn academische studies af te werken.

‘Uit welk schilderij ben je gestapt?’

Het is ook gedurende zijn legerdienst dat hij, in het kunstenaars bohemienmilieu flanerende, Hélène ‘Nel’ Durinckx zal leren kennen. Nel, 16 jaar jong, vrijgevochten, knap en wellicht het model en liefje van een kunststudent. Volgens Eric Min, auteur van ‘Rik Wouters. Een biografie’ was het liefde op het eerste zicht:

“ ‘Uit welk schilderij ben je gestapt?’ zegt hij – een zeldzaam mooie openingszin. ‘Chère moeke’ noemt hij haar in zijn mengtaal van Vlaams en Frans.”

Na zijn legerdienst in 1904 gingen ze samenwonen in Watermaal. In 1905 trouwden ze. Door geldgebrek trekken ze in bij Riks vader in Mechelen maar verhuizen amper 14 maanden later terug naar het Brussels Sint Joost ten Node. In een brief naar haar vriendin schrijft Nel:

“Nog liever alle miserie dan me op mijn kop te laten zitten door die smerige bourgeois van een vader. Ik zal hem eens laten zien dat een stuk schildersmodel uit de goot de carrière van een kunstenaar kan begrijpen.”

Door bittere armoede voelt de vaak zieke Nel zich verplicht model te staan bij de schatrijke society-kunstenaar graaf Jacques de Lalaing. De graaf ontfermt zich meermaals over een zieke Nel en helpt het koppel vaak geldelijk. Hij stelt hen zelfs financieel in staat naar Bosvoorde te verhuizen, voor gezonde lucht, voor Nel.

Het Zotte geweld – “Dat is het”

In december 1907 bezochten Rik en Nel Wouters een optreden van de Amerikaanse Isadora Duncan. De danseres danste zonder korset, blootsvoets slechts gehuld in een doorzichtige sluier waarbij zij Richard Wagners muziek vertaalde naar oud-griekse expressies. Volgens Nel werd Rik als het ware van zijn sokken geblazen bij het aanschouwen van Duncans slotvoorstelling, een apotheose: de Skythendans uit Iphegenia in Tauris van Gluck.

Volgens Herwig Tods, cocurator van de tentoonstellingen rond Rik Wouters in Mechelen en Antwerpen in 2016 Rik Wouters, retrospectieve heden te Brussel, in het boek Lust For Love heeft Nel in een essay het ontstaansproces als volgt beschreven:

‘Thuisgekomen poogt Rik met tekeningen de Skythendans vast leggen. Eerst in 1909 begint hij aan de realisatie van het beeld zelf. In het kleine atelier op de zolder gaat hij te samen met Nel op zoek naar de uiteindelijke danshouding. Hij laat Nel maar steeds nieuwe poses beproeven. Moegetergd en opstandig gooit Nel – naar eigen zeggen – haar lichaam in een wanhopige kramp, en Rik verzucht: “Dat is het” ‘

Rik Wouters, Detail Zotte geweld – Middelheimmuseum Antwerpen, foto © Ch. Jennis.

De schepping van het Zotte Geweld

In haar biografie van Rik beschrijft Nel het verloop van de schepping van Het Zotte Geweld/ De Dwaze Maagd – aanvankelijk noemde Wouters het beeld ‘Vierge folle’- als volgt:

“Met het mes tekende hij in de klei, sneed er door in één trek van boven naar beneden, verdiepte deze tekening met een vaste hand … Het leven werd geboren, warm en lachend, uit de kleimassa en, terwijl de laatste herinnering aan Isadora Duncan verzwond, kwam ‘De dwaze maagd’ uit hare hulsels te voorschijn…”

Rik Wouters, Zotte geweld, Middelheimmuseum Antwerpen, foto © Ch. Jennis

Het beeld is de uiting van een onbegrensde levensvreugde en spontaniteit. Haar uitdagende frivole naaktheid getuigt van een ongedwongen levenslust terwijl ze schaterend de hypocriete bourgeoisie tart met een toonbeeld van gedurfde emotionele expressies. Met het nauwelijks op één voet ondersteund lichaam spot Rik Wouters met de wetten van de zwaartekracht. Hij verbeeldt met zijn brons de zinnelijke uitbundigheid van een zot geweld.

Nel Wouters in de onuitgegeven biografie van Rik Wouters over ‘la Vierge folle’: “Zij was de geworden uiting van de geestdrift en de levensvreugde welke Rik bij zijn werk bezielde … “

Vierge foll, Musée beaux arts Lyon, foto © Ch. Jennis

Volgens Eric Min was vanaf de aanzet in 1908 van Het zotte geweld tot het gieten ervan in 1912 de grondtoon in Wouters’ werk. Na een jaar intense arbeid, zoeken naar het perfect concept, zal de natte klei op een ijskoude nacht zelfs stukvriezen. Gedurende drie jaren zoekt Rik Wouters naar de ideale verbeelding van Duncans onbeschroomde sensuele expressie. Drie jaar lang kneedt, snijdt en vervormt Rik de klomp natte klei, steeds met de naakte Nel als voorbeeld. De bijgebleven voorstelling van de Folle danceuse alias Isadora Duncan vervaagt en maakt langzaam plaats voor het Zotte geweld uitgebeeld door Nel. Tussen de poseerperiodes legt Rik Wouters momentopnames vast: de buurvrouw of kinderen, de huispoes of gewoon gedeelten van zijn woonkamer, keuken of slaapkamer. Soms schikt hij op de tafel appels of champignons, bloemen, perziken, een groene kool, een gevilde haas of een vis die hij tot stillevens verwerkt. Zijn vrouw, vrienden en kennissen de mensen en kinderen uit zijn Bezemwijk behoren allen tot potentiële modellen voor zijn schilderijen, aquarels of sculpturen. Maar voor alles is Nel zijn geliefd model. Hij tekende, schilderde, aquarelde, etste en sculpteerde haar buiten in de natuur of binnen in alle plaatsen van het interieur, staand, zittend of liggend, lezend of strijkend. Of tijdens het toiletmaken, aan- of uitkleden, in rood, wit, blauw, gestreept of zonder kleed. Naakt, ruggelings of frontaal. Wanneer zij gedurende een pauze tijdens de lange poseerperiode voor Het Zotte geweld naakt met haar benen gespreid in een ligstoel vrijmoedig uitrust, tekende Wouters haar onbeschroomd intiem en passioneel.

Rik Wouters schildert zoals hij beeldhouwt. Direct en vlug en mengt zelden zijn kleuren. De onvermengde tonaliteit, de sterk met terpentijn verdunde verf, het onaf gevoel door het bij wijle nauwelijks aangezet canvas geven zijn schilderijen een bijzonder bevallige intensiteit.

Kind met fopspeen (1911), Foto © Ch. Jennis

Onder de wapens

Ondertussen verwerft Rik Wouters bekendheid, waardering en bijzonder positieve kritieken. In 1912 ondertekent hij een vast contract met maandelijkse toelagen bij een voorname Brusselse kunstgalerij. Net nu het zowel financieel als relationeel met het echtpaar Wouters beter gaat, wordt Rik onder de wapens geroepen. Hij wordt te Luik in de oorlogsverschrikking gedompeld en komt uiteindelijk in het Nederlands interneringskamp Amersfoort, Kamp Zeist, op het grondgebied van de gemeente Soesterberg, terecht. Nel is ondertussen ook naar Nederland gevlucht en tracht zoveel als mogelijk Rik in het kamp te bezoeken. Een reeds lang plagende hoofdpijn bij Rik blijkt na onderzoeken een bovenkaakkanker. Een reeks operaties en bestralingen verminken verschrikkelijk zijn gelaat maar brengen geen genezing.

Zelfportret met de zwarte ooglap, (1915) Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, Foto © Ch. Jennis

Nel schrijf erover:

“Zijn stem klinkt hol en het is pijnlijk hem te zien eten. Hij kan alleen vloeibare dingen naar binnen krijgen, en dan nog slechts, zoals zijn dagelijks verband, door de opening van zijn gebroken kaakbeen. Dit verband achter in zijn mond stinkt en dat vloeibare voedsel doet hem walgen. Het vooruitzicht van de lange slapeloze nachten, in een wanhopige strijd tegen de pijn, maakt hem radeloos. Hij kan niet blijven liggen, wandelt in een kring rond als een gek.”

Wouters maakt in deze periode nog een zelfportret waarbij hij zich afbeeldt met een zwarte ooglap. In nauwelijks tien jaar creëerde hij 170 schilderijen, 35 sculpturen, 50 etsen, 40 pastels en 1500 tekeningen. Enkele dagen voor zijn dood hernieuwen Rik en Nel hun trouwbeloften voor de kerk.

Het einde

In januari en februari 1916 opent een tentoonstelling in Amsterdam met een tachtigtal werken van Rik Wouters. Rik is aanwezig op de opening en de tentoonstelling kent een groot succes. De tentoonstelling reist door naar Rotterdam. De tentoonstelling is nog vergroot met werken komende uit Londen. Ook hier krijgt Wouters bijzonder goede recensies. In juni opent in Den Haag ‘Exposition d’oeuvres belges’, wederom schittert Wouters.

Rik Wouters sterft in het Amsterdamse Prinsengrachtziekenhuis, met naast hem zijn vader en Nel, blind en door pijnen moegetergd op 11 juli 1916.

Eric Min beschrijft dit einde:

“Om middernacht veegt de ziekenhuiszuster het klamme voorhoofd van de stervende af.

‘Laat hem gaan’

De hand die Nel in de hare houdt, stokt. De doodstrijd van haar geliefde is voorbij. Het laatste blad heeft zich van de tak losgemaakt, dwarrelt naar beneden. De oorlog in Riks lichaam is afgelopen.

Nel vraagt om een schaar en knipt een lok van zijn haar af, loopt naar buiten. Zij gaat naar huis.

In de grauwe stad is zij nu alleen.”

Na zijn dood zullen zijn werken in tal van Europese galerijen worden tentoongesteld: Venetië, Edinburgh, Bradford, Liverpool, Birmingham, Glasgow, Parijs en Madrid.

Wouters heeft zijn grote voorbeelden Ensor, Cezanne en Rodin niet nagevolgd hij heeft ze achter zich gelaten.

 Een langverwachte retrospectieve

Nog tot 2 juli 2017 organiseren de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB), in samenwerking met het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA), een uitzonderlijke retrospectieve gewijd aan Rik Wouters. Hij is zowel een meester in het schilderen, beeldhouwen en tekenen als een onmiskenbare vertegenwoordiger van de Moderne Kunst in België. Rik Wouters heeft een levendig en kleurrijk oeuvre nagelaten, in scherp contrast met de drama’s die zijn bestaan teisteren tot aan zijn vroegtijdige dood in 1916, op 33-jarige leeftijd.

Deze tentoonstelling brengt, voor de eerste keer, de belangrijkste verzameling van zijn werken samen. 200 schilderijen, tekeningen en beeldhouwwerken dompelen de bezoeker onder in de sprankelende en spontane wereld van Wouters, tussen fauvisme en avant-garde. Meer dan 30 musea, instellingen en kunstverzamelaars uit binnen- en buitenland hebben prachtige werken uitgeleend – waaronder nog nooit eerder getoonde exemplaren. Deze exclusieve overzichtstentoonstelling sluit de reeks herdenkingsinitiatieven af rond het 100e overlijdensjaar van de kunstenaar.

Een prachtige catalogus Rik Wouters retrospectieve geeft een volledig overzicht van de werken die tijdens deze unieke retrospectieve worden tentoongesteld.

Openbaar Kunstbezit Vlaanderen brengt met een extra tentoonstellingseditie Rik Wouters, de voltooide symfonie een volmaakte synthese van de tentoonstelling.

 Epiloog – Over Nel.

Eric Min, uit ‘Rik Wouters. Een biografie’:

“Op een regenachtige ochtend vraagt hij haar naar de loge in de academie te komen…

In de loge … trekt zij al haar kleren uit. Het model ziet de passie oplichten in de blik van de kunstenaar; hij kijkt traag naar haar lijf en zegt dat zij een mooie vrouw is:

‘Que tu est belle, Nele’. …

Nele kijkt terug en bespiedt elke beweging. De hompen klei vallen op de stoffige plankenvloer. …

Hij drukt Nele tegen zich aan. Elke uithaal, elk duim die hij in de klei drukt, zal een daad van liefde zijn, ‘un cri d’adoration pour ton beau petit corps’. Nele is meer dan zijn vrouw: muze, model en medewerkster.”

Herfst, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen,  Foto © Ch. Jennis

Peter Theunynck, & Lies Van Gasse, NEL, een zot geweld’, graphic novel, het levensverhaal van de vrouw, het model en de muze van Rik Wouters:

“Ons boek is dus ergens ook een feministisch manifest van een vrouw die vrij beschikt over haar leven en haar lichaam. Van een vrouw die zegt:

‘Ik ben daar de baas over. Ik doe daarmee wat ik wil.’

Ze stelde haar leven voor een groot deel ten dienste van Rik. Maar altijd met een eigen agenda, zodat zij er op één of andere manier ook beter van werd.”

Herwig Tods, Lust For Love, over ‘Het Zotte Geweld/ De Dwaze Maagd’:

“Wouters eigent zich het archetype van de ongeremde vrouw toe door ze uit haar mythologische en christelijke context te halen en ze te transformeren tot een vrouw van vlees en bloed. Hij geeft haar het gelaat en het lichaam van een echte vrouw. Niet zomaar een vrouw bovendien. Het gelaat en het lichaam zijn dat van zijn echtgenote Nel.”

Frank Van Dessel

Rik Wouters, retrospectieve. Nog tot 2 juli 2017 in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België. Open van dinsdag tot en met vrijdag van 10 tot 17 uur, zaterdag en zondag 11 tot 18 uur.

Info: tel 02 508 32 11 en www.fine-art-museum.be