Het project CROMIOSS, een initiatief van de archeologische vennootschap van Namen (Société Archeologique de Namur), stelt zijn spectaculaire resultaat voor: een gezichtsreconstructie van een bisschop uit de 13de eeuw. Het project gebruikte spitstechnologie om te ontsluieren of de beenderen en de mijters uit de Schat van Oignies wel degelijk van Jacques de Vitry zijn. De resultaten van dit transdisciplinaire onderzoek, dat wordt gesteund door het Fonds Jean-Jacques Comhaire, beheerd door de Koning Boudewijnstichting, worden voorgesteld op een colloquium ‘Labs, Art and Relics’ op 22 en 23 november in Brussel.

Op initiatief van de archeologische vennootschap van Namen (SAN) werd in 2015 een ambitieus onderzoeksproject gelanceerd: CROMIOSS. Het project gebruikt archeologie, antropologie, biologie, chemie en ook kernfysica met als doel te onderzoeken of het klopt dat de bisschop die in 1241 werd begraven in de priorij van Oignies, ook de eigenaar was van de mijters in de Schat van Oignies. Het project kreeg steun van het Fonds Jean-Jacques Comhaire, dat ervoor ijvert om onderzoeksmethoden uit exacte wetenschappen te gebruiken als hulpwetenschappen voor de geschiedenis en kunstgeschiedenis.

Eén en dezelfde persoon?
Drie jaar na het opgraven van de beenderen uit de reliekschrijn van Jacques de Vitry, kardinaal en mecenas, die stierf in Rome in 1240, werd het onderzoek succesvol afgerond. Door het kruisen van geschiedkundige studies met methodes uit de exacte wetenschappen, meer bepaald vergelijkende analyses van het DNA, kon de sluier van onzekerheid weggenomen worden. Al kan nog niet met zekerheid gezegd worden dat Jacques de Vitry de persoon was die daadwerkelijk de mijters heeft gedragen, toch hebben we nu de zekerheid dat er geen enkel element is dat op het omgekeerde zou wijzen.
Daarnaast werd ook spitstechnologie ingeschakeld om een uitzonderlijke reconstructie te maken van het gezicht van de bisschop, die ongeveer 60 jaar was bij zijn overlijden (foto’s beschikbaar).

Een zeldzame schat
De mijters van de bisschop werden ook grondig onderzocht via meerdere wetenschappelijke methodes (massaspectrumanalyse, macroscopisch onderzoek van de goud- en zilverdraden) om ze te dateren, hun herkomst te bepalen en ze opnieuw in de context van de Schat van Oignies te plaatsen. Deze zeldzame kerkschat uit de 13de eeuw bestaat uit een 50-tal stukken, hoofdzakelijk religieus edelsmeedwerk, en werd in 2010 door de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Namen toevertrouwd aan de Koning Boudewijnstichting, met de opdracht de bescherming van de stukken te verzekeren.

De uitermate verfijnde uitvoering, de technische vaardigheid, de kostbare en zeldzame materialen, de goede staat en de bijzondere historiek maken er een geheel met internationale faam van. In 1978 werd de Schat uitgeroepen tot een van de ‘7 wonderen van België’ en in 2010 werden 32 stuks ervan door de Federatie Wallonië-Brussel geklasseerd als uitzonderlijk roerend cultureel erfgoed.

De schat werd in depot gegeven aan de Société Archéologique de Namur, die bijdraagt bij tot de studie en het publiek toegankelijk maken van dit onschatbare erfgoed. De stukken worden tentoongesteld in het provinciaal museum voor oude kunst in Namen (le TreM.a).

Foto’s: Koning Boudewijnstichting