Pieter Serrien werd geboren in 1985 in Antwerpen en groeide op in Kontich(-Kazerne). Al sinds zijn jeugd is hij gefascineerd door de kracht van het vertellen van verhalen. De stap om in 2003 geschiedenis te gaan studeren aan de KULeuven was dus niet zo groot. Hij specialiseerde zich in mondelinge geschiedenis, egodocumenten en het dagelijkse leven in conflictgebieden. In 2005-2006 kreeg hij de kans om tijdens zijn Erasmusuitwisseling aan de University of Exeter les te volgen bij prof. Richard Overy, die hem in de richting stuurde van de sociale geschiedenis van de wereldoorlogen. In 2007 studeerde Pieter af met een licentiaatthesis over het leven met bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sinds dan voert hij als historicus onderzoek over gewone mensen in extreme omstandigheden.

Zijn debuut Tranen over Mortsel (2008) vertelt de moeilijke geschiedenis van het bombardement op de stad van 5 april 1943 en verzamelt de laatste getuigenissen van de dodelijkste ramp uit onze geschiedenis. In zijn tweede boek Oorlogsdagen (2013, Manteau) liet Pieter meer dan dertig burgers aan het woord die een dagboek bijhielden in het bezette Vlaanderen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het resultaat was een unieke geschiedenis van verschillende vergeten aspecten van 14-18, zoals de Duitse represailles tijdens de eerste oorlogsweken, de lokale hulpverlening, de sociale breuklijnen, de beleving van kinderen, de rol van de vrouw, de collaboratie, het verzet, verplichte tewerkstelling, de Spaanse griepuitbraak. Sinds 2010 leidt Pieter het WO2-jongerenproject Zo was onze oorlog, dat in 2014 resulteerde in het gelijknamige boek bij Manteau, het tweede deel van het tweeluik over het dagelijkse oorlogsleven in België. Net als in Mortsel koos hij er bewust voor om met jongeren te werken. Voor het boek verscheen, stapten vijf scholen mee in het project. De leerlingen gingen zelf op pad om iemand te interviewen die de Tweede Wereldoorlog had meegemaakt. Het resultaat was een groot interviewarchief over de oorlog in Vlaanderen: meer dan 750 verhalen, opgetekend door de jeugd van vandaag. Het boek was daarvan een weerslag, maar geen eindpunt: het interviewproject loopt nog steeds, ook in samenwerking met nieuwe scholen. In het boek vertelde Pieter de verhalen van de honderden getuigen aan de hand van die van zijn eigen grootouders, wiens verhaal als rode draad diende. In mei 2015 verscheen bij Manteau Van onze jongens geen nieuws. Pieters vierde boek schreef hij samen met collega-historici Karel Strobbe en Hans Boers. Deze roadtrip in oorlogstijd neemt de lezer mee naar het ongelofelijke avontuur dat de 300.000 Belgische jongens van de rekruteringsreserve beleefden aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Voor dit boek trokken ze in het spoor van de jongens van toen, met de fiets, helemaal tot in Zuid-Frankrijk, waar reserverekruten zoals Leo Tindemans, Bob Davidse en Nand Buyl in 1940 bijna drie maanden zaten. In 2017 was dit boek de aanleiding voor een aflevering van de VRT-reeks De Helden van Arnout. In 2016 werkte hij zijn vijfde boek Elke dag angst af, dat in september 2016 bij de nieuwe uitgeverij Horizon verscheen. In dit boek vertelt Pieter het grotendeels vergeten en intrigerende verhaal van de V1-bommen en V2-raketten en gaf hij een stem aan de slachtoffers én daders van de terreur die ons land teisterde in 1944-1945. In het voorjaar van 2018 verscheen er een nieuwe, derde editie van Tranen over Mortsel, ter gelegenheid van de 75ste herdenking. In het najaar van 2018 lag Pieters zesde boek het elfde uur in de boekhandel. Deze unieke geschiedenis van de laatste 24 uur van WOI werd bijzonder positief onthaald en werd bekroond met de NRC-prijs voor een van de beste boeken van het jaar. Begin 2019 interviewde Pieter een van de laatste getuigen van Breendonk en de concentratiekampen: Louis Boeckmans. Zijn verhaal verscheen in april bij uitgeverij Horizon. In de zomer reisde Pieter naar Israël om Eva Fastag te interviewen, een tweede ‘laatste getuige’. Het verhaal van de typiste van Dossin verscheen eind 2019.

Op 5 april 1943 droppen Amerikaanse bommenwerpers hun ijzeren tranen boven Mortsel. De vliegtuigfabriek Erla is het doelwit, maar wordt amper getroffen. De drukke woonkern in de wijk Oude God krijgt de volle laag. Balans: 1259 vernielde of zwaar beschadigde woningen, 1342 gewonden en niet minder dan 936 doden, onder wie 225 kinderen jonger dan vijftien jaar. Het dodelijkste bombardement ooit in de Benelux. 65 jaar later interviewen tweehonderd scholieren uit Mortsel evenveel getuigen van het bombardement. Zij waren de jeugd van toen en zijn nu de laatste getuigen van dit alom bekend oorlogsfeit. Hun verhalen zijn verzameld in dit boek. Tranen over Mortsel gaat niet over de grote oorlogspolitiek of militaire strategieën, maar vertelt het verhaal van de mensen die het meemaakten.

80 jaar later herdenken we het bombardement meer dan ooit tevoren. Vijftien jaar na de eerste uitgave van Tranen over Mortselkreeg het boek een vierde heruitgave.

Auteur: Pieter Serrien

ISBN:9789022340059

Prijs:€ 29,99

Uitgever: Manteau