We kondigen met trots de geboorte aan van onze jongste telg! Het is een premature babypop: en wel de meest hightech simulatiebaby op de markt én de eerste babypop van dit kaliber in heel Europa.

De Karel de Grote Hogeschool (KdG) kocht deze pop aan voor haar studenten verpleeg- en vroedkunde. Deze nieuwste aanwinst is de meest hightech babypop in Europa en vervolledigt de familie simulatiepoppen aan KdG. Die bestaat al uit twee vaders, een bevallende moeder en nog een kleine baby: stuk voor stuk technologische hoogstandjes. Ze wonen samen in het skillslab van KdG, een mini-ziekenhuis op de campus waar studenten hun vaardigheden trainen.
 
“De eerste 10 minuten zijn van cruciaal belang voor een te vroeg geboren baby”, vertelt Stef Janssens, opleidingshoofd verpleegkunde. “Bij complicaties moeten onze studenten verpleeg- en vroedkunde weten wat te doen. Dankzij deze nieuwe pop oefenen ze vaardigheden in die levens kunnen redden in dit soort crisissituaties.”
 
De pop is een 25-weken prematuur van 750 gram, ontwikkeld door Laerdal Medical in samenwerking met de American Academy of Pediatrics (AAP). Ze is ontworpen om professionals in de gezondheidszorg te trainen in de juiste zorg en de reanimatie van prematuren. Stef Janssens: “De babypop ziet er levensecht uit. Ze ademt, verandert van kleur, huilt, hikt, heeft een kloppend hart, aders, bewegende armpjes en beentjes, pupillen … En laat studenten toe allerlei medische handelingen in te oefenen: inspuitingen, reanimeren, beademen, infuus prikken …”

Toch zal de pop niet enkel dienen om gecompliceerde medische handelingen in te oefenen. “Ze past ook perfect in ons concept van simulatieonderwijs”, stelt Kim Van Hoof, opleidingshoofd vroedkunde. “Daarbij gaat het vooral om het inoefenen van niet-technische vaardigheden. Door een realistische crisissituatie te ensceneren, leren onze studenten hun kalmte bewaren, op een gestructureerde manier te communiceren en de juiste hulp in te schakelen.

De meer dan 1000 studenten verpleeg- en vroedkunde aan KdG (aantallen stegen dit jaar met respectievelijk 15 en 50%) krijgen elk academiejaar minstens 4 uur individuele training in de simulatieruimte van het skillslab. Daar beleven ze levensechte scenario’s die de docenten via laptops vanuit de regiekamer aansturen. Zo verandert de baby bijvoorbeeld plots van kleur, krijgt hij een hartstilstand of een epileptische aanval … Wat er gebeurt in de simulatieruimte wordt live gestreamd naar collega-studenten in een andere kamer.
 
Kim Van Hoof: Ons skillslab en de simulatieruimtes werden ontwikkeld in nauwe samenwerking met onze partner GZA Ziekenhuizen. Alle simulatieruimtes werden ingericht, zoals de ruimtes er bij hen in werkelijkheid uitzien om de leeromgeving zo reëel mogelijk te maken.” Dit soort simulatie-onderwijs heeft een grote impact op de studenten. Stef Janssens: “Wat ze tijdens deze scenario’s meemaken, laat een blijvende indruk achter en zorgt voor belangrijk zelfinzicht. Het is de beste voorbereiding op de stage, omdat ze in een veilige en authentieke ruimte ontdekken waar ze tegenaan kunnen lopen. Zo staan ze sterker in hun schoenen op de werkvloer.”
 
Studenten krijgen geen punten voor deze training. Wie aanwezig is en meewerkt, is geslaagd. “Na afloop van het scenario debriefen we samen, zonder oordeel van de docenten. De nadruk ligt op wat er goed verliep. De studenten vertellen zelf waar ze problemen mee ondervonden en nemen allemaal een eigen werkpunt mee voor hun stage.”
 
“Ook professionals, zoals onder meer de werknemers van onze partner GZA Ziekenhuizen, volgen trainingen met de hele poppenfamilie”, dit zowel op de werkvloer als in het skillslab on campus, aldus Stef Janssens. KdG streeft ernaar om op termijn ook samen met artsen in opleiding, sociaal werkers en therapeuten op verschillende terreinen te trainen om de multidisciplinaire samenwerking te verbeteren en ervoor te zorgen dat de studenten later op tijd de juiste hulp inschakelen als dat nodig is.

Daarnaast zal de pop ook gebruikt worden in een onderzoeksproject met 5 Vlaamse neonatologieafdelingen, onder andere bij GZA Ziekenhuizen: ook daar worden simulatietrainingen ingezet voor het optimaliseren van niet-technische vaardigheden in de zorg meteen na de geboorte van extreme prematuren. Doel van het onderzoeksproject is het effect meten van deze trainingen en de kwaliteit van de zorg te verbeteren in de hoog-technologische en complexe omgeving van de neonatologie.

Foto’s: www.kdg.be