Het college heeft vanmorgen kennis genomen van de bevindingen van het onderzoek dat de dienst Interne Audit van de stad Antwerpen heeft gevoerd naar LGU Academy. De audit toont aan dat er sprake is van mogelijke malversaties door LGU Academy. Het verslag is daarom ondertussen overgemaakt aan de gerechtelijke diensten. De audit heeft geen aanwijzingen dat er in de opvolging van LGU Academy bij de stedelijke diensten sprake was van kwade trouw, maar doet aanbevelingen om de controlemechanismen van de stad aan te scherpen.
 
Vanmorgen nam het college kennis van de bevindingen van de onafhankelijke dienst Interne Audit. De auditdienst voerde sinds begin februari een onderzoek naar LGU Academy na de melding van mogelijke onregelmatigheden aan de ondernemingsrechtbank, waarna een voorlopig bewindvoerder werd aangesteld. De dienst onderzocht of de stedelijke investerings- en werkingstoelages correct besteed werden door de vereniging, hoe de opvolging door stedelijke diensten verliep, en of de controlemechanismen functioneerden.
 
Mogelijke malversaties overgemaakt aan gerecht
 
Voor de uitbouw van het Urban Center op het Kiel stelde de stad LGU Academy aan volgens het principe van bouwheerschap door derden voor de renovatie van de feestzaal Kielpark en een aanpalende nieuwbouw. Deze panden zijn en blijven volledig eigendom van de stad en staan ook ter beschikking van andere jeugdverenigingen. Het principe van bouwheerschap door derden wordt vaker toegepast, zoals onder andere voor het Toneelhuis, Hetpaleis en de  Antwerp Giants. In het geval van het Urban Center wees de stad in de periode 2016-2020 3,35 miljoen euro aan investeringstoelagen toe. Daarnaast ondersteunde de stad de werkingskosten van LGU Academy in de periode 2012-2020 voor een totaal van 2,16 miljoen euro.
 
De auditdienst bracht in kaart welke van deze middelen mogelijk oneigenlijk besteed werden. De dienst deelt deze op in verschillende categorieën.
Het grootste deel van de middelen is voldoende onderbouwd. Daarnaast werden er drie facturen dubbel betaald. Twee van deze facturen werden wellicht door een administratieve vergissing dubbel betaald. Dat bedrag werd eerder reeds teruggevorderd. Voor een derde factuur wordt nog onderzocht of deze tweemaal werd ingediend in een andere vorm. Binnen de middelen waarvan een (vermoeden van) oneigenlijk gebruik is vastgesteld, zijn er specifiek voor de investeringstoelagen middelen waarvan een vermoeden is of duidelijke aanwijzingen zijn dat ze voor andere doeleinden gebruikt zijn. Er zijn ook facturen waarvan gebleken is dat ze gemanipuleerd zijn. Hierbij bleek dat bepaalde tekstelementen op de betreffende facturen digitaal werden overplakt met andere wit- of tekstvakken.
 
 
 
Investeringstoelagen
Aangewend voor doeleinde
€ 2.959.657
Dubbel betaalde facturen
€ 21.736
Verder te onderzoeken
€ 115.531
Vermoeden van ander doeleinde
€ 88.502
Onduidelijke afrekening
€ 27.029
(Vermoeden van) oneigenlijk gebruik
€ 257.996
Duidelijke aanwijzingen van ander doeleinde
€ 203.766
Gemanipuleerde facturen
€ 54.230
 
 
 
 
Werkingstoelagen
Aangewend voor doeleinde
€ 2.035.419
Onvoldoende onderbouwing
€120.251
 
 
De audit toont aan dat er op een totaal van € 3.354.920 investeringstoelagen een (vermoeden van) oneigenlijk gebruik is van € 257.996. Een bedrag van € 115.531 is nog verder te onderzoeken.  Ook toont de audit aan dat binnen de werkingstoelagen  een bedrag van € 120.251 onvoldoende onderbouwd  werd.  Onder meer op basis van de vaststelling dat in het geval van sommige facturen sprake is van manipulatie, zijn de bevindingen van de auditdienst ondertussen overgemaakt aan de gerechtelijke diensten.
 
Het college heeft eveneens beslist om LGU Academy in gebreke te stellen. Dit betekent dat LGU Academy nog de kans zal krijgen om te antwoorden op de bevindingen van de audit. Indien deze antwoorden onvoldoende zijn, dan kan het college overgaan tot de verbreking van de concessie. De stad blijft eveneens alle mogelijkheden aanwenden om onterecht aangewende middelen terug te vorderen.
 
Aanbevelingen voor stedelijke opvolging
 
De auditdienst stelt vast dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat de opvolging binnen stedelijke diensten te kwader trouw was. Het onderzoek toont wel aan dat er in de opvolging van LGU Academy onvoldoende structurele samenwerking was tussen verschillende stadsdiensten, waardoor niet altijd de juiste expertise werd aangewend. Daarnaast werden bepaalde signalen en vaststellingen onvoldoende geëscaleerd tot op directieniveau. 
 
De aanbevelingen van de auditdienst daaromtrent liggen in de lijn van het traject dat opgestart was binnen de krijtlijnen van het bestuursakkoord. De stad maakt onder meer werk van een digitaal toegankelijke en transparante subsidiedatabank, een herziening van de subsidiereglementen en samenwerkingsovereenkomsten, en het vastleggen van duidelijke en meetbare doelstellingen voor stedelijke subsidiëring.
 
Het college  keurde daarvoor in november 2019 een plan van aanpak goed, dat opvolging kreeg in de vorm van een nieuw kaderbesluit voor het ondersteuningsbeleid van de stad dat de gemeenteraad in oktober vorig jaar nog eenparig goedkeurde.