Naar aanleiding van Gedichtendag op 26 januari lanceert stad Antwerpen het initiatief ‘We zijn wat we kwijt zijn’. Tien vuilniswagens waarop een dichtregel is aangebracht, zullen door de hele stad rijden. Zo is poëzie duidelijk en laagdrempelig aanwezig in de openbare ruimte.DSC_R
“De combinatie van dichtregels op de huisvuilwagens brengt poëzie op een onverwachte manier in het straatbeeld. Het doet de Antwerpenaar stilstaan bij de mooie verzen, maar ook bij de poëtische kracht die schuilt in de alledaagse dingen, zelfs in het afval van de stad”, zegt schepen voor stads- en buurtonderhoud Caroline Bastiaens. De tien poëtische vuilniswagens rijden stadsbreed uit zodat alle burgers ze kunnen zien.
DSC_LStadsdichter Maarten Inghels selecteerde de tien dichtregels die op de wagens werden aangebracht. Het gaat over regels uit gedichten van onder meer Paul van Ostaijen, Hugo Claus, Ruth Lasters, Joke van Leeuwen, Charlotte Van den Broeck en H.C. Pernath.
Antwerpen wordt hiermee na initiatiefnemers Rotterdam en Frankfurt de derde stad die op deze manier poëzie in de openbare ruimte brengt.
Openbare poëzie
Het is niet de eerste keer dat stad Antwerpen poëzie brengt in de openbare ruimte. Zo werd in 2008 een eerste gedichtenmuur gelanceerd (een eerbetoon aan Wannes Van de Velde in de Hoogstraat). Later kwamen er nog gedichtenmuren bij van Gust Gils, Jan van Nijlen, Adriaan De Roover en Paul van Ostaijen. Daarnaast ondersteunt de stad ook poëzieprojecten en organiseert ze poëzielezingen in bibliotheek Permeke en het Letterenhuis, en het jaarlijkse Felix Poetry Festival.