Grijze garnalen kunnen we een echt streekproduct noemen. Volgens sommigen véél te duur, maar ze behoren intussen tot ons culinair erfgoed. Ooit was het bijvangst die door de visser vaak gewoon weer overboord gegooid werd, maar intussen staan garnalen als een ware delicatesse voor de liefhebber bekend.

De grijze garnaal of Noordzeegarnaal is erg ruim verspreid in de oostelijke Atlantische Oceaan, van Noorwegen en de Noordzee tot Portugal en zelfs de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Deze soort behoort tot de familie van de zandgarnalen. We vinden ze dan ook vooral in ondiepe kustwateren op zandbodems.
De grijze garnaal dankt zijn naam uiteraard aan zijn kleur, maar die is relatief. ’s Nachts neemt dit dier een donkere schutkleur aan en gaat op zoek naar voedsel. Overdag graaft de garnaal zich in het zand in, en alleen zijn ogen en antennes steken dan uit. Bij het koken maakt de grijze kleur overigens plaats voor een mooi roze-rode tint.

Verser dan vers
Belgen zijn verzot op grijze garnalen. Ooit was dit typische armenkost die voor een prikje verkocht werd, maar nu is de grijze garnaal een delicatesse geworden. Veel verser dan de Belgische grijze garnaal kan je niet krijgen. Onze kustvissers vangen ’s nachts. De garnalen worden meteen aan boord en zonder toevoeging van bewaarmiddelen ’s morgens op de markt ongepeld verkocht. Helaas is het aanbod veel te klein om iedereen van Belgische grijze garnalen te voorzien. Wat de Belgische vissers uit de zee ophalen, wordt vooral in de kustregio verkocht. Dit bij een handvol gespecialiseerde handelaars, enkele restaurants en natuurlijk bij de vissers zelf.
Het merendeel van de in België verhandelde grijze garnalen is afkomstig uit Nederland. Ruim tweehonderd garnalenkotters gaan daar op zoek naar het ‘grijze goud’ in de Waddenzee en voor de Zeeuwse kust. De gevangen garnalen worden aan boord van de schepen gekookt en gewassen, en vervolgens getransporteerd naar Marokko waar ze in ateliers gepeld worden. Om de houdbaarheid te verlengen, worden ze met bewaarmiddelen behandeld.
Handmatig pellen blijkt ook in deze tijden van automatisering de beste manier omdat machines nog steeds niet dezelfde kwaliteit kunnen bieden. Enkele dagen na de vangst zijn de gepelde garnalen hier al in de winkel verkrijgbaar.

Dit handwerk heeft uiteraard zijn invloed op de verkoopsprijs. Bovendien varieert de oogst van jaar tot jaar. De wijfjes leggen tot viermaal per jaar duizenden eitjes, die ze op hun achterlijf meedragen. Afhankelijk van de temperatuur en de kwaliteit van het water wisselt ook het uitbroeien, en dus eveneens de vangst.
Zelf garnalen pellen is een tijdrovend werkje, maar je geduld wordt beloond. Bij het pellen is het verdomd moeilijk om de garnalen niet meteen in de mond te steken… De pellen zelf zijn trouwens uitermate geschikt om smaak te geven aan je sausje, visbouillon of soep.
Een tip: ga voor de mooi gekrulde garnalen. Bij het bovenhalen springen de garnalen letterlijk op. Bij het koken aan boord krullen ze zich op. Een keurig rechte garnaal is er een die al dood was voor hij in het kookwater ging.

Tomate crevette à l’Arno
Grijze garnalen vormen het pronkstuk van de klassieke gevulde tomaat. Graag geven we het recept van de tomate crevette à l’Ostendaise van de Oostende zanger Arno Hintjens mee: “De garnalen voor een echte tomate crevette moeten gepeld zijn door de oude ‘wuvetjes’ van Oostende. Je legt ze in een bokaaltje, je voegt daar wat fijn gesneden ajuintjes of sjalotten aan toe, je doet er olie bij. Geen olijfolie, maar olie van hier, ook nog een traantje citroen, je laat het geheel een nacht in de ijskast liggen. ‘s Anderdaags snijd je een tomaat in twee, niet gepeld, en je vult ze op met die beestjes. En dat is een echte tomate crevette à l’Ostendaise. En alsjeblief, zónder mayonaise!”

Auteur: Stefaan Van Laere

Foto’s: www.seniorennet.be