‘Van de overheid mocht in Antwerpen-Noord geen museum worden ingericht. ‘Het werd dus een depot en geen museum’ verklaart Karine Huts-Vandenheuvel ‘maar de bouwkundige voorschriften maken verbouwen ingewikkeld. Als je een bestaande woning verbouwt dan moet de woonfunctie worden gehandhaafd.

Het Cobra-depot

 

Twee aanpalende rijhuizen, een opslagplaats en woonhuis vlak bij het HeadquARTers van Katoen Natie, werden aankocht. Het architectenbureau De Vuylder – Vinck – Taillieu werd uitgekozen voor het project. Achter de gevel van het pakhuis betreedt men een buitengewoon bekoorlijk depot van twee verdiepingen met aan de ruwe muren schilderijen van Appel, Corneille, Alchinsky, Jorn en Constant. Vooraan op de grond is een door Corneille fraai beschilderde vleugelpiano geïnstalleerd, even verder treffen we uitschuifbare rekken met schilderijen.

 

 

 

Een ijzeren brandtrap verbindt de verdiepingen met lade- en glazenkasten, keramische-, stenen en bronzen beelden, tekeningen en prenten. Documenten en brieven liggen tentoongesteld in speciaal ontworpen ladekasten. Ook hier hangen aan muren schilderijen en grafiek van, bij het grote publiek, minder gekende Cobra-kunstenaars.

Het tweede pand, het woonhuis, staat in verbinding met het depot en is tot op de zolder aangekleed met Cobra-kunstwerken en ingericht als fraai woonhuis met meubilair uit de jaren vijftig en zestig.

Alechinsky

De eerste ontmoetingen met Cobra van Karine Huts gebeurde ongeveer dertig jaar geleden bij het veilinghuis Campo & Campo. Kristine Huts vertelt erover:

‘Ik zag er een heel mooie Alechinsky met lichtblauw groen en de gekende witte boord. Het poëtisch kleurenpalet trok me aan. Ik zei aan Fred Compo: die Alechinsky is zo mooi, maar zo duur. En Campo antwoordde daarop: ja kinneke maar dat is het weerd.  Ik kocht het uiteindelijk niet.’

‘Door een gelukkig toeval kwamen we later in het bezit van een deel van een belangrijke Cobra verzameling’ Het zou het begin worden van de imposante Cobra-verzameling van 270 werken.

Cobra-beweging

Cobra ( Copenhaque – Bruxelles-Amsterdam) was een naoorlogse avant-gardische beweging (1948 – 1951) met Deense (Jorn), Belgische (Alechinsky, Dotremont) en Nederlandse stichtende kunstenaars (Appel, Constant, Corneille). Zij creëerden ongekunstelde kleurrijke werken zoals kindertekeningen met een ongecontroleerd zwierig lijnenspel soms schatplichtig aan volks- of etnische kunst. In Nederland herkenden we de letterkundigen Lucebert en in België Hugo Claus, die ook bij de Cobra waren betrokken.

 

‘Je kan dat allemaal bij ons zien en voelen’

Karin Huts: ‘Wij hebben op een zeker ogenblik beslist dat we onze Cobra-collectie gingen bijeenbrengen in een depot, maar er is niets zo triestig als kunst die niemand kan bewonderen. Dus we gaan voor een depot dat we openstellen voor het publiek’

‘Er zijn in Nederland en Denemarken al Cobra-musea, maar wij bieden een belevenis die past bij de Cobra-geest. De kinderlijke uitbundige spontaniteit, de brutaliteit en animaliteit. Dat kan je allemaal bij ons zien en voelen.’

 

Naslag en bezoek

Cobra-depot. Een veelzijdige collectie vrijgevochten kunst, een thema nummer van OKV, neemt je mee op een ontdekkingstocht doorheen de Cobra-collectie.

 Cobraeen picturale en poëtische revolutie. Het boek is een schitterende introductie tot de Cobra-kunstbeweging. Uitg. Hannibal Books, 368 blz. 29 x 25 cm, € 60.

 Het Cobra-depot is te bezoeken steeds met gids en op afspraak

Info: www.headquarters-katoennatie.com  – tel. +32 (0)3 221 68 12

Herkomst van de foto’s

Cobra-depot, The Phoebus Foundations  Antwerpen                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            Fotografie: Frank Van Dessel

 

 

Frank Van Dessel