27 augustus 1968, dag op dag 50 jaar geleden. In de Verenigde Staten beslist Richard Nixon om zich kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen. Amerikaanse en Noord-Vietnamese delegaties komen overeen om vredesonderhandelingen te beginnen i.v.m. de oorlog in Vietnam. Én het is dus ook de dag waarop Sikopi officieel lid wordt van de KBKB, als 32ste club die de edele korfbalsport zou gaan beoefenen.

Sikopi, de Sint-Anna Korfbal Pioniers. En pioniers, dat waren ze inderdaad, het clubbestuur van toen. Want op Linkeroever viel in 1968 werkelijk niets te beleven. Behalve dan het staren naar de OLV-toren, voetballen bij Sint-Anneke en ravotten in de bossen. Ravotten in de bossen… Dat is blijkbaar ook de liefde bedrijven, want – dames en heren – zonder de liefde zou er van Sikopi geen sprake zijn geweest. Toen Henri, Rik, Mattheyses zijn vrouw Denise leerde kennen, gingen ze op zoek naar een sport die ze samen konden doen. Er is maar één sport die aan die voorwaarde voldoet, en dat is… KORFBAL. Vooruitziend als Rik en Denise waren, dachten ze ook al aan de toekomst van hun toekomstige kinderen, en aan dat ruime potentieel aan jong korfbaltalent dat op de schoolbanken zat in SIMTO, de toenmalige school op Linkeroever waar Rik aardrijkskunde en geschiedenis gaf. Rik was zijn tijd dus ver vooruit in ledenrecrutering; hij had een goed zicht op hoe je aan ledenwerving moest doen. Kortom, toen het op 27 augustus 1968 zover was, schoot Sikopi als een volwaardige club uit de startblokken, mét eigen jeugd, mét afgescheurden en ontevredenen van andere clubs. Als je het zo hoort, had Sikopi dus evengoed een politieke partij kunnen zijn… Over politiek gesproken, Sikopi is de club die links en rechts perfect verenigt, met, destijds, die rode shirts en die blauwe rokken en broeken.

Die pioniers waren korfballers en korfbalsters die ze vandaag de dag niet meer maken. Die mannen en vrouwen speelden een héél jaar buiten. En het waren in die tijd koude winters, ijskoude winters. Meer dan eens lag het speelveld er bevroren bij en werden liters heet water aangerukt om de plaatsen te ontdooien waar de palen in de grond moesten komen. En dan maar met man en macht proberen die palen in de grond te krijgen. Zich na een wedstrijd omkleden en wassen in een oude tramwagon die omgebouwd was tot kleedkamer? Dat vonden die krijgers van Sikopi geen probleem. Een rabbit is erger gewoon. Trouwens… Mochten kleedkamers kunnen spreken… Wat is er niet allemaal in de kleedkamers van Sikopi gebeurd? Ze fungeerden als fuifzaal, er werden recepties gehouden, zelfs Sinterklaas werd er ontvangen. En ze waren ook één van de locaties tijdens de roemruchte nachtspelen. What happens at Sikopi, stays at Sikopi. De pionierstijd, dat was de tijd dat je als 11- of 12-jarige tijdens de maand augustus mocht en kon meetrainen met 1ste ploeg; het was de tijd dat bij wijze van teambuilding trektochten in de Ardennen en de Hoge Venen georganiseerd werden; en het was de tijd dat verplaatsingen naar andere clubs gedaan werden met de tram of met de fiets.

De pioniers, dat waren ook een soort ontdekkingsreizigers. Al in het jaar 1 na de oprichting werd het Ruhrgebied onveilig gemaakt. Castrop-Rauxel was de bestemming. 231 kilometer verwijderd van de August Van Cauwelaertlaan. Wat hadden die Duitse gastgezinnen vreemde slaapgewoontes… Zij gebruikten geen lakens om onder te liggen, maar zogeheten donsdekens… Tot grote verwarring en ontdekking van enkele Sikopileden. Sommigen ontdekten iets onder de donsdekens en verhuisden met en voor de liefde van hun leven naar Noorwegen. Ontdekkingsreizigers ontpoppen zich ook wel eens tot missionarissen. In Armenië is er een korfbalclub met de naam Sikopi – in de jaren 90 drie keer deelnemer aan de Europacup; in Adelaide, in het zuiden van Australië, heeft de Sikopi Korfball Club haar thuisbasis – één van de pioniers in het Australische korfbal; en zelfs in India bestaat er een ‘Sikopi’. Allemaal niet toevallig, want de rabbits zijn sociale dieren die graag verbroederen met buitenlandse ploegen. En dan krijg je wel eens iets terug. Zoals een Australische cactus die het nationale team bij de familie Mattheyses had achtergelaten en die, intussen, 40 jaar later 1 meter 50 groot is. Korfballend konden de Australiërs uiteraard niet op tegen onze nationale ploeg en ook drinkend was er een kloof in het voordeel van die van ons. Zo ontdekten de Australiërs dat je ook op onze voetpaden perfect kunt slapen.
Openstaan voor vreemde culturen, voor diversiteit, het is nog altijd actueel en het is een grote uitdaging voor de toekomst van Sikopi. De club wil een afspiegeling van de wijk zijn en dus is het de bedoeling om kwetsbare groepen te integreren in de club. Geen gemakkelijke opgave, maar met de hulp van verenigingsmanager Kristof Van de Velde moet dat lukken.

Ik ben zelf wel benieuwd naar hoe Sikopi er over 50 jaar, dan vieren jullie de 100ste verjaardag van de club, zal uitzien en naar de situatie van het Belgische korfbal in zijn geheel op dát moment. Is het korfbal uitgegroeid tot een Olympische sport? Wordt er weer gespeeld in drie vakken, zoals in 1968, of nog altijd in twee vakken? Gebeuren er miljoenentransfers of blijf je bij de club waarin je geboren bent? Zullen er nog vrijwilligers zijn? Hebben álle clubs een eigen sporthal en kunstgrasvelden? Onmogelijk om daar nu iets zinnigs over te zeggen, maar het boeit me wel. Vandaag, beste vrienden, hoeven jullie daar verder niet over na te denken, integendeel. Vandaag moet er gefeest worden, en ik heb begrepen dat dat uitgebreid en duchtig zal gebeuren. Bij Floriant wrijven ze zich nu al in de handen voor de match van morgen. En vergeet vooral niet de titel ‘Koninklijke’ aan te vragen! Een gunst die door Zijne Majesteit verleend wordt aan verenigingen die 50 jaar bestaan. Een brief sturen naar de kabinetschef van de koning is alles wat je daarvoor moet doen. Lang leve Sikopi!

Tekst: Erwin Van den Sande (vrt)

Foto’s: Ruddy Berghmans