Elke regio en iedere Franse familie heeft zijn eigen recept voor beignets, en overal heten ze anders. Merveilles in Bordeaux, pets de nonnes in de Champagne, bottereaux in Nantes en Bretagne of frappes op Corsica. In de omgeving van Lyon en in de Auvergne eten ze deze bugnes traditiegetrouw met carnaval, maar wat let je om ze het hele jaar door te eten? Die van Anne-Sophie Vidal, de winnares van ‘Le Meilleur Pâtissier’, de Franse versie van Heel Holland Bakt en van de Bake Off Vlaanderen, kun je zo knapperig of zacht maken als je wil. Daarbij is de enige vraag: doe je wel of geen gist in het deeg …

Voor ongeveer 40 knapperige beignets of 25 zachte beignets:
250 gram bloem
½ pakje bakpoeder (ongeveer 6 gram): alleen toevoegen als je zachte beignets wil
2 eieren
50 gram zachte boter
75 gram suiker
2 mespuntjes zout
2 soeplepels rum
poedersuiker

Bereiding
Doe de bloem in een schaal en maak er een kuiltje in (voeg ook het bakpoeder toe als je zachte beignets wil maken). Klop eerst de eieren voordat je ze toevoegt aan de bloem. Meng alles goed door elkaar. Voeg de rest van de ingrediënten erbij en meng alles door elkaar. Kneed het deeg stevig met de hand en wikkel het vervolgens in huishoudfolie. Laat enkele uren rusten (als je het deeg langer dan 6 uur laat rusten, zet het dan in de koelkast en haal het 10 minuten voor de bereiding eruit). Heb je gekozen voor zachte beignets, bewaar het deeg dan in een afsluitbare bak in plaats van in huishoudfolie, omdat het deeg iets uitzet.

KROKANTE BEIGNETS
Bestuif een plank met bloem en rol het deeg met een deegroller heel dun uit tot een dikte van 2 mm. Voeg gerust bloem toe als het deeg erg plakkerig is. Snijd het deeg met een deegwieltje in rechthoeken van ongeveer 4×8 cm. Maak op elke rechthoek twee inkepingen met het deegwieltje.

ZACHTE BEIGNETS
Bestuif een plank met bloem en rol het deeg met een deegroller uit tot een dikte van 5-6 mm. Voeg gerust bloem toe als het deeg erg plakkerig is. Snijd het deeg met een deegwieltje in smalle ruitjes van ongeveer 4 cm breed en met een schuine zijde van ongeveer 12 cm. Maak in het midden 1 inkeping met het deegwieltje over de lengte van elke ruit.
Warm frituurolie op in een pan. Als de olie warm genoeg is (doe er een klein stukje deeg in, als het bubbels vormt en snel naar het oppervlak komt, is het heet), bak je de beignets per 5 stuks (afhankelijk van de grootte van je pan) gedurende zo’n 2 minuten waarbij je ze na 1 minuut omdraait. Ze moeten net aan gelig zijn voor krokante beignets, en goudbruin voor zachte beignets.
Laat ze uitlekken op absorberend keukenpapier. Als ze na 15 minuten zijn afgekoeld, bestrooi je ze aan beide zijden met poedersuiker (een must!).

Je kunt de beignets zowel lauw als koud eten, bijvoorbeeld bij de thee of als tussendoortje.
Als je ze in een afgesloten doos bewaart, blijven de krokante en zachte beignets wel een week lang goed.
Tekst: blog d’Anne-Sophie Vidal (Externe link)

Foto: www.be.france.fr/nl