“Ik ben niemands vrouw. Ik bén nog niet eens. Ik wil bepalen wie ik ben, en ik wil ook mijn eigen schepsel maken, mijn duldende, schuldige, schimmige deelgenoot.” Zo schreef Ingeborg Bachmann (1926-1973) in het magistrale kortverhaal Een stap naar Gomorra uit haar eerste prozabundel Het dertigste jaar (1961). De constante zoektocht naar vrouwelijke identiteit is een centraal thema in Bachmanns oeuvre.

Ingeborg Bachmann geldt als een van de grootste Oostenrijkse auteurs ooit. Ze startte haar literaire carrière als dichter met de bundel Tijd in onderpand (1953). Na enkele dichtbundels legde ze zich toe op proza – in haar virtuoze taal schemert Bachmanns talent als dichter echter altijd door. Naast kortverhalen werkte Bachmann de rest van haar leven ook aan de romancyclus ‘Doodsoorzaken’, daarin onderzoekt ze ‘manieren waarop mannen vrouwen doden’. ‘Doodsoorzaken’ toont vrouwen die lijden onder isolatie en het gebrek aan een eigen stem. De cyclus bleef helaas onafgewerkt, enkel de roman Malina (1971) verscheen nog tijdens Bachmanns leven. Fragmenten van de onafgewerkte romans werden postuum gepubliceerd. Malina toont een naamloos, vrouwelijk hoofdpersonage dat bezwijkt onder een genadeloos machtsspel met Malina en Ivan, twee mannen waarmee ze zich in een complexe driehoeksrelatie bevindt.

Bachmanns werk beperkt zich niet tot de worsteling van het (vrouwelijk) individu. De naoorlogse maatschappij waarin Bachmann schrijft, draagt de Holocaust als donkere erfenis met zich mee. Bachmann geeft de wrijvingen rond deze geschiedenis scherpzinnig weer. De wreedheid en het geweld in Bachmanns werk, in Malina onder andere zichtbaar in fantasieën over gaskamers, vormen de basis van heel wat autobiografische interpretaties, niet ten minste omdat Bachmanns vader in de Tweede Wereldoorlog een naziofficier was.

Lange tijd werd meer aandacht besteed aan Bachmanns relaties dan aan haar werk. Ze was samen met de auteurs Paul Celan en Max Frisch. Toen de relatie met Frisch op de klippen liep, stortte Bachmann in en volgden meerdere opnames. Ook in dit geval vormen de mannen in Bachmanns leven de basis van vele autobiografische lezingen. Bachmanns persoonlijk leven als verklaring of blauwdruk voor haar literaire teksten zien, doet echter afbreuk aan haar fijnzinnige literatuur.

In 1973 stierf Ingeborg Bachmann in Rome. Na het nemen van een slaappil viel ze in slaap met een brandende sigaret, die een brand in haar appartement veroorzaakte. Enkele weken later overleed de door verslavingen verzwakte Bachmann aan de brandwonden. In haar geboortestad Klagenfurt wordt sinds 1977 jaarlijks de prestigieuze literaire Ingeborg-Bachmann-Preis in haar herinnering uitgereikt.

Recent verschenen haar Verzamelde verhalen bij uitgeverij Koppernik.
Deze bundel bevat Het dertigste jaar, met de nadruk op het intellect, en de na een ernstige crisis gepubliceerde bundel Simultaan, met de nadruk op gevoel en liefde. Daarnaast is de nooit eerder vertaalde vroege bundel Het veer opgenomen met een grote variatie aan onderwerpen. De verhalen zijn vertaald en worden ingeleid door Paul Beers. Het nawoord van Bachmann-expert Ingeborg Dusar (Universiteit Antwerpen) richt zich op Simultaan.

Kom op 17 november naar de Bachmann-avond.

Om deze bijzondere publicatie te vieren, duiken we een hele avond in het werk en leven van Bachmann. Uitgever Chris de Jong gaat in gesprek met Prof. dr. Ingeborg Dusar, Bachmannexperte die ‘Verzamelde verhalen’ van een nawoord voorzag, en Bachmannfanaat Charlotte Van den Broeck.

De avond start om 20u.
Deelname is gratis, inschrijven via mail naar groenewaterman@groenewaterman.be
Het dragen van een mondmasker wordt aangeraden.

Foto: Heinz Bachmann / www.groenewaterman.be