Wat betreft de tuin is er geen mooiere maand dan oktober! Het gazon ligt bedekt onder een bontgekleurde deken van herfstbladeren waartussen paddenstoelen uit de grond omhoogschieten. Kruisspinnen weven schitterende kunstwerken tussen de boomtakken en struiken staan bol van de bessen waar zwartkoppen, spreeuwen en allerlei soorten lijsters zich te goed aan doen. In de natuur is alles geweldig op elkaar afgestemd: trekvogels hebben de energierijke bessen nodig om vetreserves aan te leggen voor hun lange reis naar het zuiden en als wederdienst verspreiden zij de zaadjes in die bessen via hun uitwerpselen. Nog zo’n prachtig voorbeeld is de symbiotische relatie tussen de gaai en de zomereik. In oktober leggen gaaien hun wintervoorraad aan: ze vliegen af en aan met eikels en verstoppen die overal in het bos en in jouw tuin. Een deel wordt vergeten en kan uitgroeien tot eikenboom. Zo kan de gaai niet zonder de eik en de eik niet zonder de gaai.

Oktober is ook dé maand waarin je vogels uit alle windstreken in jouw tuin kan zien. Soms zitten daar onalledaagse gasten tussen, zoals de pestvogel, maar ook onze huis-tuin-en-keukenvogels krijgen gezelschap van buitenlandse soortgenoten. Zo kan ik de gedachte dat jaarrond dezelfde roodborst in jouw tuin rondscharrelt linearecta naar het rijk der fabelen verwijzen. Sterker nog, de kans bestaat dat jouw vertrouwde roodborst uit wel tien verschillende roodborsten bestaat, waaronder een Scandinavische, een Oost-Europese en misschien zelfs een Siberische! Dat kan je niet aan ze zien of horen, want al die roodborsten hebben een identiek uiterlijk en geluid, maar trekvogelstudies hebben aangetoond dat dit wel degelijk zo is. Ditzelfde geldt overigens voor merels, zanglijsters, houtduiven, vinken en nog veel meer soorten.

En wat kan jij nou doen om die vogels een handje te helpen? Het antwoord daarop is simpel: doe vooral zo weinig mogelijk. Laat uitgebloeide planten lekker staan – zaadeters als putter en groenling zullen je dankbaar zijn – en hark je gazon sporadisch of zelfs helemaal niet. Onder die bladeren krioelen insecten, wormen en slakken die op hun beurt weer voedsel zijn voor merels en zanglijsters. Zorg er wel voor dat de vijver en het drinkbadje vrij van bladeren blijven, zodat de vogels ook in het najaar en winter hun dorst kunnen lessen.

Als je het dan toch niet kan laten om in je tuin te werken, schrob dan de vogelhuisjes eens grondig van binnen schoon met kokend water (nooit met zeep!), daarmee verwijder je schadelijke schimmels en parasieten. En uiteraard kan het nooit kwaad om nieuwe nestkasten op te hangen. Veel tuinvogels, zoals mezen, slapen ’s winters in deze kasten en maken hier dan in het voorjaar weer hun nestje.
Dan rest nog één ding: voorzie de voederplekken een paar keer per week van verse zaadjes en zonnebloempitten en hang je tuin vol met vetbollen en voedersilo’s. Als je dit structureel doet zal je tuin of balkon binnen de kortste keren vol zitten met vogels. En al deze producten en nog veel meer bestel je uiteraard bij Vivara!  

Happy Birding!

Tekst & foto’s: Arjan Dwarshuis / www.vivara.be