Dit Belgische strijkkwartet dat inmiddels de naam AREL ensemble heeft aangenomen, ziet klassieke muziek als bron van maatschappelijke zelfreflectie.

Boho4 Het kwartet gaat volop voor het openbreken van plat gespeelde concertprogramma’s en experimenteert met alternatieve concertformats. Ze schuiven zelfs partituren of bladmuziek aan de kant en gebruiken het tablet! Arel Ensemble staat bekend om zijn eclectische stijl en de grote diversiteit in haar aanbod. Het kwartet breekt de platgespeelde concertprogramma’s open en experimenteert met alternatieve concert formats.  Arel Ensemble  is in residence aan het Summer Strings Festival in Southampton (New York) en maakte vorige zomer van de gelegenheid gebruik om een concerttournee in New York in te plannen.  Het gezelschap trad ook al verschillende keren op in België en verzorgde een reeks performances in BOZAR Brussel.

Boho 4 strijkkwartet bestaat uit:  Bartlomiej Ciaston, viool – Jessica Tortorice, viool – Bartosz Korus, altviool – Maria Kulowska, cello

Programma:   

Wolfgang Amadeus Mozart, Divertimento in F groot K138/125c

Allegro

Presto

Andante

Dmitri Shostakovich, 2 Pieces for String Quartet, opus 11
Igor Stravinsky, 3 Pieces for String Quartet, W25

Danse, Excentriqueen Cantique
Antonin Dvorák, String Quartet No. 12 “American”, opus 96

Allegro ma non troppo

Lento

Molto vivace

Finale: vivace ma non troppo

Naar gewoonte vertoefde Mozart begin 1772 in een heksenketel waaruit alleen zijn bovenmenselijke doorzettingsvermogen hem wist te redden. In oktober 1771 had hij in Milaan nog een triomf beleefd met de vorstelijke huwelijksserenade ‘Ascanio in Alba’, maar lang kon hij niet op zijn lauweren rusten. Een dag nadat de jonge concertmeester op 14 december 1771 in thuishaven Salzburg geland was, overleed aartsbisschop Sigismund von Schrattenbach. Een nieuwe broodheer betekende uiteraard nieuwe opportuniteiten, waaronder een benoeming tot leider der Salzburgse hofviolisten. Misschien vanuit dit oogpunt creëerde Mozart begin 1772 een berg composities, gaande van symfonieën en kerksonates over religieuze werken tot de grote cantate ‘Il sogno di Scipione’ waarmee Colloredo’s aanstelling tot aartsbisschop van Salzburg gevierd werd. Het Divertimento in F KV138/125c, het derde van een reeks (naast deze in D KV136/125a en Bes KV137/125c), moet in deze drukke periode gesitueerd worden. Zoals de genre-benaming ‘divertimento’ laat uitschijnen, gaat het om lichte, ontspannende muziek voor huis-, tuin- en keukengebruik. De benaming ‘divertimento’ was in de achttiende eeuw een vergaarbak voor de meest uiteenlopende genres, van klaviersonates tot heuse orkestcomposities.

 

Sjostakovitsj begon zijn Two Pieces voor String Octet, Op. 11, tijdens het componeren van zijn Eerste Symfonie in december 1924, maar moest afronden het te voltooien tot nadat de symfonie was voltooid, geregisseerd en gekopieerd. Tegen de tijd dat hij terugkeerde naar het kamerstuk in juli 1925, was Sjostakovitsj van gedachten veranderd over de samenstelling van het stuk. Oorspronkelijk had hij het voorgesteld als een suite voor dubbel strijkkwartet in vijf delen en had hij zeven maanden eerder een voorspel en fuga geschetst. Toen hij echter terugkeerde naar het werk, ontdekte hij dat hij niet langer het enthousiasme kon oproepen voor zo’n groot kamermuziekwerk; zijn geest wemelde van ideeën voor wat de eerste pianosonate en de tweede symfonie zou worden. Als gevolg hiervan schrapte Sjostakovitsj de fuga en schreef hij een scherzo als tegengewicht voor het voorspel. Hij vond het scherzo “het allerbeste wat ik heb geschreven”. Beide bewegingen zijn voorbeelden van Sjostakovitsj als een jonge modernist: edgy, pijnlijk dissonant, zeer ritmisch, licht lyrisch en krachtig gedreven. Als het werk een duidelijk mindere inspiratie lijkt dan de Eerste pianosonate die erop volgde, en de Eerste symfonie die eraan voorafging, is het toch het beste stuk kamermuziek dat Shostakovich schreef tot de Cellosonates van 1934.

Stravinsky voltooide zijn Three Pieces voor strijkkwartet in 1914, hoewel ze pas in 1922 werden gepubliceerd. In de jaren twintig werden deze stukken niet goed ontvangen door critici, die deze fragmentarische, ogenschijnlijk incoherente muziek niet konden begrijpen. Hoewel ze geen titels, tempi of expressie markeringen dragen, zijn de stukjes in feite stukjes van een soort. Zoals musicoloog Eric White opmerkt, bedoelde Stravinsky ze als studies in ‘populaire, fantastische en liturgische stemmingen’. De muziek is moeilijk te spelen, omdat de score van Stravinsky enkele extreme effecten van de spelers vereist; de ritmische levendigheid en een zekere disjunctie voegen nog een ander element van uitdaging toe.
Stravinsky nam orkestraties van de Three Pieces op als onderdeel van de Four Studies for orchestra (ca. 1929), en voegde de titels ‘Dance’, ‘Eccentric’ en ‘Canticle’ toe.  Van 1892 tot 1895 woonde Dvořák in New York , waar hij werkzaam was als directeur van het National Conservatory of Music. Tijdens de zomervakantie van 1893, die hij doorbracht in het stadje Spillville, dat een omvangrijke Tsjechische immigrantengemeenschap kende, componeerde hij dit twaalfde strijkkwartet. De schets kostte hem drie en de uitwerking daarvan dertien dagen. Hij noteerde op de Partituur: “God zij dank. Ik ben tevreden. Het ging snel.” De sfeer van het werk is, conform zijn wens, ongekunsteld.

Over de vraag hoe Amerikaans dit in Amerika geschreven kwartet in muzikaal opzicht is, liepen en lopen de meningen uiteen, een en ander is afhankelijk van de geneigdheid tot “hineininterpretieren”. Sommigen wilden en willen er per se invloeden van Amerikaanse muziek in horen. Het gebruik van pentatiniek en ritmische ostinati zou volgens hen wijzen op Indiaanse invloeden. De ostinati brachten en brengen ze zelfs in verband met Indiaanse trommeldansen. Als gebruik van pentatoniek en ritmische ostinati echter typisch Amerikaans-Indiaans zou zijn, zou men zeer veel muziek van het stempel “Amerikaans” moeten voorzien, onder meer een aantal werken van Debussy en een groot aantal werken van barokcomponisten. Amerikaanse vogels zingen net als vogels elders maar de toonschildering in het derde deel schijnt toch echt gebaseerd te zijn op de Amerikaanse vogels die Dvořák tijdens zijn ochtendwandelingen te Spillville hoorde zingen.

locatie   Sint-Jacobuskerk Borsbeek

Adres: Jozef Reusenslei 2, Borsbeek

25 april 2019
20:15 – 22:00

Info en reservaties

Via Orfeoproducties: info@orfeo.be of tel. 03/4491687

De reservatie is definitief na betaling op rekeningnummer BE11 3630 0198 9348 van Orfeoproducties vzw te Edegem. Gelieve de datum van het concert en het aantal tickets te vermelden.

Tickets kosten 14 Euro, 5 Euro voor -26.
Een abonnement kost 70 euro.