In de vallei van de Molenbeek, het hartje van Lubbeek en te midden van verschillende kasteeldomeinen, ligt het unieke natuurgebied ‘De Spicht’. Je kan hier heerlijk wandelen langs een middeleeuwse motte en in de zomer prachtig bloeiende hooilanden.

Toegankelijkheid
Het hele jaar vrij toegankelijk op de bewegwijzerde wandelpaden. Laarzen of stevige wandelschoenen zijn aangeraden. Honden welkom, aan de leiband.
Start je wandeling aan het gemeentehuis van Lubbeek. Daar kan je kiezen uit een oranje en rode landschapswandeling van het Regionaal Landschap Noord-Hageland, die je door en langs de deelgebieden van ‘De Spicht’ loodst.
Het deelgebied ‘Goorbroek’ en de kwetsbare delen van deelgebieden De Spicht en Molenbroek zijn enkel onder begeleiding van een gids toegankelijk.

Beschrijving van het gebied
In de vallei van de Molenbeek vind je drie deelgebieden terug: ‘Molenbroek’, ‘De Spicht’ en ‘Goorbroek’. Die gebieden zijn vooralsnog niet met elkaar verbonden.
In het Molenbroek werden rond de laatste eeuwwisseling uitheemse populieren gerooid. De natuur nam nadien het heft opnieuw in eigen handen. Broekbossen op veengrond met kalkmoeras, afgewisseld met hooilanden zijn het resultaat.
Deelgebied ‘De Spicht’ onderging een identieke metamorfose. Hier ontstond een beekbegeleidend rietland met open waterpartijen en bulten pluimzegge. Dit is zonder meer hét mooiste element van de hele regio. In de Spicht werd ook een historisch waardevol laagveenmoeras hersteld.
Deelgebied ‘Goorbroek’ ligt op een heuvelflank. Het opborrelend, kalkrijke kwelwater zorgde voor een aanzienlijke veenlaag. Zo ontstond er een ‘hangveen’.

Hoogtepunten langs de wandelroutes
Langs het knuppelpad in de broekbossen van het ‘Molenbroek’ ligt een motte, een kunstmatige heuvel (de tumulus van Stakenborg), die het middeleeuwse karakter van het natuurgebied toont. Tijdens opgravingen in 1880 werden op de motte veel vroeg-middeleeuwse resten van dieren en van een windmolen ontdekt. Dat bewijst dat het gebied oorspronkelijk heel open was.
Takkenbossen werden vroeger ‘spichten’ genoemd. Vandaar komt de naam van het natuurgebied. In ‘De Spicht’ kan je naast de waterloop wandelen, waar 2,5 meter lang riet uit het water rijst en talrijke rietvogels hun stekje hebben. In het voorjaar staat het laagveenmoeras garant voor kleurrijke taferelen, dankzij de opeenvolgende bloei van pinksterbloem, dotterbloem en echte koekoeksbloem.
Het landschap is een afwisseling van de hoger gelegen droge graslanden en de lager gelegen kwelrijke gedeelten. Talrijke moerasplanten, zeldzame paddenstoelen en wasplaten hebben hier hun vaste stek.

Dieren en planten
Het natuurgebied oefent een enorme aantrekkingskracht uit op insecten, vogels en zoogdieren. Doordat er voldoende dood hout aanwezig is met de daarbij horende talrijke insecten, schuift naast de grote bonte specht, ook de zwarte specht hier bijna dagelijks mee aan tafel. Voor vos, steenmarter, wezel en ree betekent het een veilig en voedzaam onderkomen. Roofvogels als buizerd, boomvalk, havik en sperwer hebben het hier prima naar hun zin. In de rietvelden weerklinkt de roep van de rietzanger, de kleine karekiet, de rietgors, Cetti’s zanger en de waterral.
Dagvlinders als gehakkelde aurelia, landkaartje en dagpauwoog maken op zonnige dagen dankbaar gebruik van het snel opwarmende knuppelpad. In het voorjaar gaat het oranjetipje hier ook op zoek naar look-zonder-look, voor het afzetten van haar eitjes.
In plassen en waterpartijen leven heel wat amfibieën zoals groene en bruine kikker, alpenwatersalamander en kleine watersalamander.

Natuurbeheer
Door haar ligging in het centrum van de gemeente vormt het natuurgebied een oase van rust en natuurpracht. Zowel vrijwilligers als professionele krachten van Natuurpunt voeren hier het beheer uit. In de broekbossen wordt er geopteerd voor niets doen. Dit betekent dat de natuur hier haar eigen gang mag gaan. Door windval ontstaan open plekken, dit zorgt voor bosverjonging en komt de biodiversiteit erg ten goede.
De kruidenrijke gras- en hooilanden worden in fases gemaaid, waarna het maaisel wordt afgevoerd. Het verarmen van de grond resulteert in een aanzienlijke toename van een aantal zeldzame plantensoorten. Sommige graslanden worden na het maaien, in samenwerking met lokale boeren, begraasd door schapen en koeien. In het rietland worden opschietende wilgen frequent gerooid, zo niet zou deze unieke biotoop, door spontane bebossing, verloren gaan voor tal van vogelsoorten.
In dit gebied loopt momenteel een LIFE-project.

Foto’s: Hugo Willocx / www.natuurpunt.be