Velt en Vogelbescherming Vlaanderen hebben dit voorjaar meer dan duizend meldingen van verontruste burgers ontvangen die een nest met één of meerdere dode mezenjongen in de tuin vonden. Daarvan worden de komende weken 100 stalen in een labo geanalyseerd. “We willen onderzoeken of er een verband is tussen de hoge mezensterfte en het gebruik van insecticiden”, vertellen beide organisaties die hiervoor de handen in elkaar sloegen. De reden waarom er ‘slechts’ 100 stalen worden onderzocht, heeft te maken met de kostprijs. Eén staal onderzoeken op de aanwezigheid van pesticiden kost beide organisaties 200 euro.

Oost-Vlaanderen koploper
Via de website www.sosmezen.be konden burgers tussen 15 maart en 15 juni dode kool- en/of pimpelmezen (vaak aangetroffen in nestkastjes) melden. “Dit aantal hadden we helemaal niet verwacht. In totaal brengen we zo 4516 dode mezen in kaart, verspreid over heel Vlaanderen.” De meeste meldingen komen uit de provincie Oost-Vlaanderen, maar dit wil niet meteen zeggen dat er in Oost-Vlaanderen het meeste pesticiden worden gebruikt of dat er in Oost-Vlaanderen meer mezen sterven dan elders. Het heeft wellicht te maken met de grote(re) betrokkenheid van de Oost-Vlaming bij onderzoeksprojecten als deze.

DDT in Nederland
Vorig jaar werd in Nederland al een eerste – verkennende – studie op de invloed van pesticiden op jonge mezen uitgevoerd. “Hoewel het over slechts 10 stalen ging, werden er sporen van 14 verschillende soorten pesticiden teruggevonden. Ook DDT, dat sinds begin jaren 70 verboden is in België en Nederland. Dat we na zoveel jaar nog steeds schadelijke stoffen terugvinden, is bijzonder verontrustend.”

Resultaten in september
SOS Mezen is helemaal tot stand gekomen dankzij de hulp van burgers. Het volledige onderzoek wordt gefinancierd met donaties. De resultaten van dit onderzoek worden trouwens in september verwacht. Van zodra de resultaten bekend zijn, verneem je het via deze digitale nieuwsbrief én via onze website vogelbescherming.be.