De Tweede Wereldoorlog zal voor altijd een donkere pagina uit onze geschiedenis zijn. Miljoenen onschuldigen werden het slachtoffer van deze gruwelijke periode. Maar vreemd genoeg bood deze oorlog voor sommigen een gouden kans om hun duistere gedachten tot uiting te brengen. Alsof er nog niet genoeg doden vielen, maakten sommigen gebruik om iets te doen wat ze voordien als onmogelijk achtten. Zij werden koelbloedige seriemoordenaars.

De moordende dokter
Voor Hitler en de nazi’s was Frankrijk een groot doelwit. Dat hadden de Fransen al snel in de smiezen en onder meer in Parijs sloegen de inwoners op de vlucht. Althans diegenen die geld hadden. Er waren er ook die geen keuze hadden zoals arbeiders. Voor hen zat er niks anders op dan te blijven en hard werken om brood op de plank te krijgen.
Te midden van al die chaos was er één dokter die eveneens besloot in Parijs te blijven en de werkende klasse zo goed mogelijk verder te helpen. Zijn naam was Marcel Petiot, wonend in de Rue Le Sueur waar hij ook zijn praktijk had. Mensen die bij hem langskwamen hielp hij zo goed mogelijk voort. Tegelijk stond hij ook stiekem het verzet bij. Maar wanneer de Duitse bezetter Parijs ook definitief innam, zagen ook heel wat arbeiders in dat ze beter konden vertrekken. En daar zag Petiot een mooie kans om nog wat bij te verdienen. Hij zette met enkele kompanen een soort netwerk op waarlangs ze de mensen naar Argentinië wilden laten vertrekken. Althans was dat toch de bedoeling.

Gruwelhuis
Petiot liet mensen die om zijn hulp vroegen naar zijn huis komen om daar zogezegd de volgende stappen door te nemen. In werkelijkheid bracht hij hen om het leven en stal hij hun kostbaarheden. Hun lichamen dumpte hij in ongebluste kalk of verbrandde hij in de oven beneden in zijn kelder. Niemand had iets in de gaten totdat buren begonnen te klagen over een ongekende stank die uit zijn schoorsteen kwam. Zij alarmeerden de politie die een kijkje kwam nemen in het bewuste huis waar ze op een gruwelijk tafereel stuitten.
Ondertussen had Petiot door dat hij was ontmaskerd en wilde hij zijn straf ontlopen door zich aan te sluiten bij de Franse Binnenlandse Strijdkrachten. Nadat Parijs was bevrijd werd hij echter alsnog in de gevangenis gestoken. Uiteindelijk werd hij in 1946 ter dood veroordeeld voor de moord op 27 personen, maar velen denken dat het er in werkelijkheid veel meer waren. Parijs haalde opgelucht adem dat een moordenaar was gevat. De kostbaarheden van de slachtoffers werden jammer genoeg nooit meer terug gevonden.

S-Bahn Killer
Terwijl nazi-Duitsland in oorlog lag met de rest van de wereld hadden ze ook daar af te rekenen met een seriemoordenaar. Het begon in 1939 met de verkrachting van enkele vrouwen in en rond Berlijn. Zij werden achtervolgd en dan plotseling aangevallen door een sterke man die hen zonder probleem wist te overmeesteren en met een mes bedreigde om daarna zijn ding te doen.
Het bleef echter niet daarbij. Verkrachting voldeed blijkbaar niet aan de dader zijn lust. Hij wilde meer, hij wilde bloed zien vloeien. En hij wilde het leven uit hun ogen zien verdwijnen. En dus zette hij een volgende stap. Tussen augustus 1939 en juli 1940 viel hij drie verschillende vrouwen aan en stak hen neer met een mes, wellicht hetzelfde mes waarmee hij zijn eerdere slachtoffers bedreigde. Later wurgde hij nog een vierde vrouw en liet haar voor dood achter. Een misrekening, want de vrouw was enkel buiten bewustzijn. Zij zou later een belangrijke getuige worden.
De dader maakte dus een inschattingsfout en zou dat kort daarna nogmaals doen. Intussen was de werkwijze van de dader bekend bij de bevolking. Hij sloeg toe in of nabij volkstuintjes dichtbij de spoorweg en deed dit telkens de straatverlichting uitging. Dat werd gedaan in die tijd om zo te voorkomen dat vijandelijk vliegtuigen voldoende de kans kregen om toe te slaan. En omdat vrouwen telkens het slachtoffer waren, werden die wel eens vergezeld. Zo verging het ook een jonge vrouw die op een gegeven moment door de dader werd aangevallen vlakbij zo’n tuintje. Wat deze laatste echter niet had gezien, was dat de vrouw in het gezelschap was van haar man en schoonbroer die iets achter haar met mekaar aan het praten waren. De twee mannen schoten te hulp en dienden de dader enkele rake klappen toe. Deze wist alsnog te ontsnappen en besloot dan om op een andere manier te werk te gaan.  
 
Treinmoorden
Omdat hij wist dat hij niet meer zomaar kon toeslaan in de omgeving van de volkstuintjes, veranderde de dader zijn blik. Hij besloot om eerst af te spreken met een 20-jarige vrouw in haar huis. Daar stak hij haar meermaals tot ze effectief dood was. Dat was in oktober 1940. Twee maanden later, in december, sloeg hij voor het eerst toe op een trein. Hij sloeg er een reizigster de kop in met een ijzeren staaf alvorens haar uit de trein te gooien. Een uur later deed hij hetzelfde met iemand die net de trein had verlaten en op weg was naar haar thuis. Het 19-jarige slachtoffer werd eerst brutaal verkracht vooraleer haar de kop werd ingeslagen.
Twee dagen later vond men een vierde slachtoffer naast de spoorwegen. Ook zij had een ingeslagen schedelfractuur. Zes dagen later was er al een vijfde slachtoffer dat eveneens naast de spoorweg werd gevonden. Zij leefde nog, maar overleed een dag later aan haar verwondingen.
In januari 1941 werd slachtoffer nummer zes ontdekt naast de spoorbaan. De dader had de vijf maanden zwangere vrouw geprobeerd te wurgen en haar daarna van de trein gegooid. Ook zij leefde nog toen ze werd gevonden, maar bezweek later in het ziekenhuis.
Het zevende en tot dan laatste slachtoffer werd in februari 1941 gevonden. Ook zij bleek zwanger te zijn en was bezweken door verwondingen toegebracht doordat de dader haar van de trein had gegooid. Uit onderzoek kon men uitmaken dat het telkens om dezelfde dader moest gaan.

Onderzoek
Het toenmalige naziregime wilde zo snel mogelijk komaf maken met deze seriemoordenaar en zette de beste speurder van Berlijn op de zaak, een inspecteur genaamd Wilhelm Lüdtke. Deze voelde de druk van bovenaf en stelde een topteam samen om de dader te vatten. Agentes in burgerkledij speelden eenzame reizigsters en hun mannelijke collega’s, eveneens undercover, waren vlakbij om de moordenaar te vatten. Agenten en spoorwegpersoneel werd gevraagd om echte eenzame reizigsters te bewaken.
Het leverde de arrestaties op van enkele kruimeldieven, maar de ware dader werd niet gevat. Deze bleef een vijftal maanden op zijn hoede en sloeg in die periode niet toe. Dat veranderde in juli, toen een achtste en laatste slachtoffer werd gevonden. De 35-jarige vrouw was verkracht en daarna afgemaakt in de buurt van waar de dader zijn eerste aanrandingen had gedaan twee jaar daarvoor.
Uiteindelijk kwam de gouden tip van een spoorwegmedewerker die tegen de politie het verhaal vertelde van één van zijn collega’s, een zekere Paul Ogorzow. De medewerker had Ogorzow over een hek zien springen vlakbij de spoorweg. Dat deed hij blijkbaar wel vaker. Bovendien bleek deze collega ook geregeld te vertellen hoezeer hij vrouwen haatte. Daarnaast zou hij ook gefascineerd zijn door moorden.
Deze aantijgingen bleken genoeg voor Lüdtke om Ogorzow aan een verhoor te onderwerpen. Dat maakte behoorlijk wat indruk op hem. Daarnaast werd hij ook geconfronteerd met de vrouw die hij ooit had getracht te wurgen en voor dood had achtergelaten. Zij herkende de dader meteen. Ogorzow bekende en weet zijn daden aan zijn drankprobleem en het feit dat hij ooit door een Joodse dokter was behandeld die hem wellicht ‘iets’ had aangedaan. Het mocht allemaal niet baten. Ogorzow werd ter dood veroordeeld en door de guillotine omgebracht. Het was het einde van een angstaanjagende periode in Berlijn.

Black-out Ripper
Goed een jaar nadat Berlijn van zijn seriemoordenaar verlost was, werd ook Londen geconfronteerd met een dergelijk geval. Deze dader sloeg in een korte periode in februari 1942 meermaals toe en zorgde zo voor een schrikbewind in de straten van de Engelse hoofdstad. 
Nieuwe ripper
Zoals reeds eerder gezegd vonden er tijdens de Tweede Wereldoorlog tijdstippen plaats waarop steden hun straatverlichting uitdeden om zo te vermijden dat vijandelijk bommenwerpers hun doel in het vizier kregen. Dit noemde men een black-out en het was tijdens die periodes dat deze dader toesloeg.
Het begon op 8 februari 1942 toen men het lichaam van een 40-jarige apothekeres vond in een schuilkelder. De vrouw was verkracht en haar handtas was gestolen.
Eén dag later werd een 35-jarige vrouw gevonden in haar eigen flat. Ook zij was verkracht en verder was haar keel opengesneden. Ze was ook nog bewerkt met een blikopener die in de flat werd gevonden. Op basis van vingerafdrukken kwam een eerder vermoeden naar boven, met name dat de dader linkshandig was.
Nog een dag later werd een prostituee vermoord aangetroffen in haar flat. Zij was gewurgd met een nylonkous en haar lichaam was verminkt met allerlei voorwerpen waaronder een scheermes, een mes en een pook. De patholoog die het slachtoffer onderzocht, zei letterlijk dat ze te maken hadden met een “wilde seksuele maniak”.
Daags nadien werd slachtoffer nummer vier gevonden in de flat waarin ze met haar man woonde. Zij was gewurgd met een sjaal en ook zij werd daarna verminkt door de moordenaar. Vanaf dat moment krijgt de dader de naam Black-out Ripper in de kranten die daarin verwezen naar de illustere Jack The Ripper die een halve eeuw daarvoor dood en verderf zaaide in Londense achterbuurten.
En nog was de honger van de dader niet gestild. Op vrijdag de 13de werden er nog twee vrouwen aangevallen. Zij wisten echter te ontsnappen en konden daardoor een zeer goede beschrijving geven aan de politie. Eén van hen zei dat ze het hof werd gemaakt door een man in een RAF uniform, maar dat ze vriendelijk had geweigerd. De man wilde echter geen nee horen en de vrouw werd later door dezelfde man op straat aangevallen. Gelukkig voor haar kwam er een jonge pakjesbezorger aan die iets verderop een bestelling moest leveren waardoor de aanvaller het hazenpad koos.
Korte tijd na deze mislukte moordpoging werd de tweede vrouw aangevallen nabij het station van Paddington. Zij slaagde erin de dader van zich af te schudden waarop hij zich andermaal terugtrok. 
 
Ontmaskerd
Toen de aanvaller die vrijdag werd opgeschrikt door de pakjesbezorger, verloor hij een koffertje met daarin een gasmasker van de RAF. Dat koffertje had een serienummer en op basis daarvan kwam men uit bij een zekere Gordon Cummins. Deze was op dat moment werkzaam bij de RAF en werd daar de Hertog genoemd omdat hij zou hebben gezegd dat hij van adel was.
Op 16 februari werd Cummins gearresteerd. Tussen zijn bezittingen vond men voorwerpen van de slachtoffers. Zijn vingerafdrukken kwamen overeen met vingerafdrukken die men in de flats van enkele van zijn slachtoffers had gevonden en met diegenen die op de blikopener stonden die men aantrof bij zijn tweede slachtoffer.
Het oordeel was dan ook snel gemaakt. Cummins werd ter dood veroordeeld en uiteindelijk opgehangen. Later zou hoofdinspecteur Frederick Cherrill van Scotland Yard nog twee eerdere moorden uit 1941 toewijzen aan Cummins. Blijkbaar was deze al veel eerder begonnen aan zijn gruwelijke daden. Na Berlijn kon nu ook Londen opgelucht ademhalen.
    
Auteur: Carl Bries

Foto’s: www.seniorennet.be