Stad Antwerpen start met haar A’REA UP-plan om meer jongeren een diploma te laten behalen en toe te leiden naar een job of hoger onderwijs. De vernieuwde, stadsbrede aanpak vertrekt vanuit en met jongeren zelf. Ze introduceert ook een domeinoverschrijdende samenwerking tussen verschillende partners. In die aanpak worden bestaande initiatieven geëvalueerd en kunnen nieuwe trajecten worden opgestart. Jongeren worden hierbij actief betrokken. De feedback van en impact op de jongeren zelf is steeds het uitgangspunt.
 
22% van de jongeren in de stad Antwerpen verlieten in het schooljaar 2017-2018 het onderwijs zonder kwalificatie. Dat percentage ligt beduidend hoger dan het Vlaamse gemiddelde van 11,5%. Daarom tekende de stad samen met de verschillende onderwijspartners het A’REA UP-plan uit opdat meer jongeren de schoolbanken verlaten met een kwalificatie voor hoger onderwijs of de arbeidsmarkt.
 
Jongere staat centraal
De grote vernieuwende factor van dit plan is het uitgangspunt: vertrekken vanuit en met de jongeren zelf. “Wie beter dan de jongeren zelf weten immers wat nodig is om van hun schoolloopbaan een succes te maken”, zegt schepen voor onderwijs en jeugd Jinnih Beels, “Dat lijkt de evidentie zelve, maar er durft – denk ik – niemand met de hand op het hart zeggen dat we dat vandaag altijd doen. ‘Voor, door en met jongeren’ is de lijn die ik als schepen voor jeugd dus graag doortrek naar het onderwijs.” Zo worden jongeren actief betrokken bij de concrete uitrol van het plan, bijvoorbeeld bij het evalueren van huidige initiatieven en het opzetten van nieuwe acties waar nodig.
 
Het probleem van ongekwalificeerde uitstroom is niet nieuw. De stad zet ook al langer in op projecten en acties hierrond. De ambitie van het plan is dan ook niet om alles overboord te gooien. Wat werkt moet behouden blijven.
 
Een van de bestaande stedelijke initiatieven is Kaap, met een taalaanbod voor ouders op de school van hun kinderen. Een nieuwer initiatief is Jinc, dat via samenwerking met bedrijven jongeren laat kennismaken met de arbeidsmarkt en inzet op sollicitatietrainingen met professionals. Deze bestaande projecten en initiatieven worden in A’REA UP geëvalueerd en getoetst aan de hand van de impact op de jongeren en hun onderwijsloopbaan. Die evaluatie kan leiden tot bijsturingen of tot het afvoeren van een project, maar ook tot een bredere uitrol. Waar dat zinvol is, kunnen er nieuwe acties worden opgestart.
 
Domeinoverschrijdende aanpak
De verschillende partners en projecten worden in het plan ook omgezet naar één brede, domeinoverschrijdende samenwerking die over de netten heen en stadsbreed wordt uitgerold. Kleinere projecten zijn goed om te experimenteren, en het is ook goed dat men vanuit verschillende domeinen geëngageerd is en actie onderneemt. Maar de projecten die lopen werken elk nog te veel op hun eigen eilandje. Die versnippering wil A’REA UP tegengaan. In plaats van te vertrekken vanuit afzonderlijke bevoegdheden, introduceert het plan dus een geïntegreerde aanpak waarin de jongere en zijn of haar schoolloopbaan centraal staan.
 
“In onze stad gaat veel talent verloren,” zegt schepen Beels, “als stad moeten we daar de eerste hulp voorzien en dat doen we met dit plan. Maar er zijn ook ingrepen op hoger niveau nodig om de ongekwalificeerde uitstroom aan te pakken. Het onderwijs dat nu wordt aangeboden werkt niet meer voor iedereen.” Zo is bijvoorbeeld het welzijnsgegeven, naast kennisoverdracht, veel belangrijker geworden, maar blijft discussie bestaan over welke plaats dat moet krijgen. Bovendien wil of kan niet elke jongere tot zijn 18 jaar op de klassieke schoolbanken doorbrengen. Toch moeten ook die jongeren een diploma kunnen halen.
 
“Als schepen voel ik me verantwoordelijk, niet zozeer voor de uitvalcijfers zelf, wel voor de Antwerpse jongeren achter die cijfers. Met A’REA UP willen we iedere jongere alle kansen geven om zijn of haar talenten te ontwikkelen en daarin een kwalificatie te behalen, en dat op hun maat. Dat komt op termijn ook onze stad én onze samenleving ten goede.”