Het beeld C861926/2 van Bert De Leeuw werd in 1980 in de tuin van het voormalige provinciehuis ingehuldigd. Vrijdag keert het beeld na vele jaren terug naar zijn heimat en krijgt het een plek in de voortuin van het nieuwe provinciehuis, nabij de Elisabethlei. Het 4,5 meter hoge kunstwerk, dat enkele ton zwaar is, wordt met een kraan op zijn sokkel gehesen.

Het beeld, dat een soort van totem is, bevindt zich momenteel in het open depot van het Middelheimmuseum en er wordt zwaar geschut ingeschakeld om het terug te brengen. Zo wordt het herenigd met de fontein van Pol Bury, die in 1981 ook een plaats in de vroegere tuin kreeg. Beide sculpturen maken deel uit van de provinciale kunstcollectie.

“Zowel Bert De Leeuw als Pol Bury maakten deel uit van de kunstenaarsgroep G58-Hessenhuis en deelden een visie op kunst. Het is dan ook passend dat beide kunstwerken opnieuw herenigd worden in de pas aangelegde tuin van het provinciehuis”, licht gedeputeerde Luk Lemmens toe, bevoegd voor de provinciale kunstcollectie. “Het kunstwerk lijkt op een totempaal dat bij de vroegere indianenstammen een soort van heiligdom was en beschouwd werd als een soort ‘familie-teken’. Ik vind dit een mooi symbool voor onze organisatie met haar diverse departementen. Elke departement werkt vanuit haar eigen specialiteit, maar samen vormen we een sterke entiteit.”

Zelf verklaarde kunstenaar Bert De Leeuw destijds dat hij het ontwerp dacht aan de opzet van het gebouw, aan de functionarissen en de schrijfmachines: “We leven in het tijdperk van de computer. […] In vergelijking met vroeger zijn de vormen meer abstract, maar evolueert de mensheid niet in een analoge richting?”
Zoon Hendrik De Leeuw, die het archief van zijn vader beheert en betrokken was bij de totstandkoming van de sculptuur, zal bij de installatie van het kunstwerk ook aanwezig zijn.

Bert De Leeuw

Bert De Leeuw was een Antwerpse kunstenaar (1926 – 2007) die deel uitmaakte van de kunstenaarsgroep G58-Hessenhuis. Hij evolueerde van schilder naar beeldhouwer, met een uitgesproken voorliefde voor brons. Zijn humanitair-sociale bekommernis klinkt ook door in de zogeheten ‘totempalen’ die hij vanaf 1970 creëerde. Het zijn onderling hercombineerbare ensembles van meerledige, abstracte vormen die gebaseerd zijn op de kubus. Elke van de zichtbare zijden heeft een eigen ‘gezicht’ door steeds verschillende inkervingen en uitstulpingen. Door de wisselende stapelingen treden deze verschillende mensbeelden als het ware in contact met elkaar. Deze typische werken zijn onder meer opgenomen in de collecties van het KMSKA en het Middelheimmuseum. De sculptuur C861926/2 sluit aan bij dit concept van gestapelde blokken, ook al is het uit één deel vervaardigd.

Kunstcollectie in de provincietuin

De provinciale kunstcollectie telt circa 2 300 werken en kenmerkt zich door een grote diversiteit. Zowel schilderijen en beeldhouwwerken gaande van ceramiek tot grote beelden, alsook textiel, grafiek, drukwerk en werk op papier, foto’s en kunstintegraties zijn hierin opgenomen. Deze werken worden nu al op alle verdiepingen getoond in het Provinciehuis, ook deze die toegankelijk zijn voor het publiek. De provincie zet immers sterk in op een ruime en actieve ontsluiting van de collectie naar het grote publiek, ook digitaal.
 
De tuin van het provinciehuis zal als publiek park voor de omwonenden en passanten een groene long zijn waar men tot rust kan komen. Kunst hoort hierbij. De plaatsing van zowel de fontein van Bury als het kunstwerk van Bert De Leeuw sluit bovendien naadloos aan bij de ambitie om de kunstcollectie toegankelijk te maken voor het publiek.

Foto: www.provincieantwerpen.be