Begin 2019 rijpte er een pril idee voor een Oostenrijkvakantie met misschien wel een ‘Globetrotter’verhaal”. Eerlijkheidshalve een totaal onbekend gebied voor mij. Veel brochures later en na een massa opzoekingswerk, afwegen en deduceren werd het resultaat het Gasteinerdal.

Het Gasteinerdal ligt in de Salzburger Alpen op ongeveer 1 uur autorijden in zuidelijke richting vanaf Salzburg. Het dal wordt niet alleen natuurlijk afgesloten aan beide zijden door de Alpen, maar in feite ook nog kunstmatig door een reeks tunnels (zuidelijk door de meer dan 8 km lange Tauerntunnel en noordelijk door een reeks kleinere tunnels richting St. Johann).

Het Gasteinerdal biedt je drie verschillende locaties, mooi uitgedrukt in een van hun brochures: “Ein Tal, Drei Orte”. Ze liggen goed bereikbaar, niet ver van elkaar, maar zijn toch o zo verschillend. Zowel in de winter als in de zomer kan je overal van een volledig programma genieten. In tegenstelling tot in sommige oorden in de Franse Savoie blijft bijna alles, van kabelbanen tot winkels, in de zomer ook open.

Vanaf het noorden is Dorfgastein het eerste dorp in de rij. Dorfgastein ligt op 830 m hoogte en heeft nog alles van een dorp. Als je van rust houdt, is dit de ideale plaats. Je vindt er hotels, een bakker, een informatiecentrum en ook een Sparsupermarkt van een grootte ons hier onbekend. Vanaf Dorfgastein gaat er een kabelbaan naar een van de vier belevenisbergen van meer dan 2000 m in het Gasteinerdal. De Fulseckkabelbaan brengt je naar 2033 m met prachtige panorama’s, vele wandelpaden en de Spiegelsee.

 

Hof Badgastein op 860 m, een tiental km verder, is groter, maar heeft ook nog dat dorpgevoel. Zoals de naam het zegt, is het ook een kuuroord. Parkeer je auto (gratis) bij de Schlossalmbahn. Deze kabelbaan werd in 2018 volledig vernieuwd en kan op piekuren tot 3000 personen per uur naar boven brengen. Boven betekent 2050 m en een variatie aan wandelpaden, recreatie en rotsbeklimmingen.

Het autovrije centrum van Hof Badgastein heeft leuke boetiekjes (ook met de traditionele Oostenrijkse kledij, waar je zeker even binnen moet) en een mooi wandelpark. Je kan gezellig een wijntje drinken met zicht op de fonteintjes en het standbeeld van keizer Franz Josef op het gelijknamige plein. Elke donderdag is er in de voormiddag een kleine boerenmarkt in het centrum. De Thermen zijn een mega-attractie en daarover lees je later meer.

Rij je nog enkele km verder via een weg die gestadig stijgt, dan bereik je Bad Gastein, groter dan de twee vorige en op het eerste gezicht niet zo mooi. Verken echter de stad te voet, ontdek haar geschiedenis en je zal van haar houden. Het beste is je in te schrijven voor een stadswandeling die vertrekt bij het Gastein Museum, gelegen in een van de oude megahotels uit de belle époqueperiode, een periode die Gastein op de kaart zette. Goud, zilver en geneeskrachtig water zijn een rode draad doorheen de stadsgeschiedenis. Mijnbouw vond je reeds in de 14de eeuw, maar verdween bijna volledig rond 1965. Voor de ‘spa’-industrie ging het echter van goed naar beter. In de 19de eeuw verbleven vele rijke mensen van mei tot september in Bad Gastein. Ze brachten ook hun hele entourage mee. Hierdoor kwamen er vele hotels, alle in de belle époquestijl. Onder meer Schubert en Strauss verbleven ook graag in het kuuroord. De terugval kwam er echter in de 20ste eeuw. Door beide wereldoorlogen en niet-aangepaste infrastructuur verdween menig hotel. Sommige zijn nu aangepast aan de hedendaagse vraag, andere zijn jammer genoeg verdwenen. De stadswandeling, soms door steile straten, geeft je een grondig inzicht in de geschiedenis. Thermaal kom je hier zeker ook aan je trekken. Bad Gastein heeft in het centrum een prachtige waterval, die in drie delen bijna 200 m overbrugt. Tot 2004 leverde het bijhorende krachtstation nog elektriciteit aan de stad.

Vanaf Bad Gastein kan je ook nog twee belevenisbergen op. Via de Graukogelbaan kom je op 1956 m in het magische Arolladennenbos. Hier is de Zirbenzauberwandeling (circulair 45 minuten) met uitzichtpunten en je kan de geuren van het bos opnemen. Omhoog ga je niet met een kabelbaan, maar wel met een zetellift. Als het ‘s morgens regent, is er die dag geen bediening en helaas was het regenachtig tijdens twee van onze pogingen.

De Stubnerkogel konden we wel met prachtig weer doen. Hier brengt de kabelbaan je tot 2250 m en dan is er een megakeuze aan uitzichtpunten. Twee speciaal gebouwde panoramaplatforms zijn op wandelafstand van het bergstation: Glocknerblick en Tallblick. Verder is er een rotswandeling via een 16 m lange hangbrug en het neusje van de zalm is de langste hangbrug van Oostenrijk: 140 m, 2330 m boven de zeespiegel met supervergezichten. De besneeuwde Grossglockner (3798 m) is perfect te zien. Bij het terugkomen heb je een enorm panorama over Bad Gastein.

 

Over de spa, de heilkrachtige bronnen en de thermen hebben we het de volgende keer.

Alle info: www.gastein.com

Handig is de ‘Gastein Card’: je bekomt ze gratis in alle hotels en ze levert je discount op velerlei zaken, van bezoeken tot concerten.

Tekst en foto’s: A. Charrin