Deze zaal over de Eerste Wereldoorlog huisvest een van de meest uitgebreide en diverse collecties over dit thema ter wereld. Buiten Griekenland en Bulgarije zijn alle landen die aan het immense conflict deelnamen hier vertegenwoordigd. Het afgelopen jaar hebben de ploegen van War Heritage Institute alle zeilen bijgezet om deze afdeling van het Koninklijk Legermuseum in eer te herstellen.

Een stukje geschiedenis

Gavrilo Princip, een Bosniër van 19 die in Belgrado (Servië) studeert, vermoordt op 28 juni 1914 aartshertog en troonopvolger Frans-Ferdinand van Oostenrijk en zijn echtgenote, de hertogin van Hohenberg, in Sarajevo. De diplomatieke wereld draait overuren en de dingen komen in een stroomversnelling: op 28 juli 1914 verklaart Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië. Daardoor vaardigen Rusland en andere landen een algemene mobilisatie uit. Het conflict veroorzaakt de activatie van allianties tussen de grote Europese
mogendheden die zich alle verplicht zien in de oorlog te stappen. Tegen Duitse verwachtingen in verklaart het Verenigd Koninkrijk op 4 augustus de oorlog aan Duitsland. Europa ontbrandt; weinigen hadden voorzien dat de oorlog vier lange en bloedige jaren zou duren!

De Zaal 14-18

Na een eerste museum op de site van de voormalige Koninklijke Militaire School in de Abdij van Ter Kameren in Elsene huldigde koning Albert I op 22 juli 1923 in de Jubelparkpaleizen plechtig nieuwe zalen in, die dan de namen “Zaal der Geallieerden” en “Zaal der Trofeeën” (of Duitse Zaal) meekregen. De uitzonderlijke stukken die er worden getoond, waren aan een nieuw jasje toe.

De tentoongestelde verzameling illustreert bijna alle landen die aan het conflict deelnamen (België, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittannië, Egypte, Canada, Nieuw-Zeeland, Italië, Turkije, Oostenrijk-Hongarije, Roemenië, Rusland, Servië, Portugal, Siam, Japan, Tsjecho-Slowakije, Polen en de Verenigde Staten). De kern van de verzameling komt uit het kleine museum dat in Sainte-Adresse werd opgezet, een stadje in de buurt van Le Havre en zetel van de Belgische regering in ballingschap in juni 1916. Die werd dan aangevuld met talloze stukken gerecupereerd door de Centrale Recuperatiecommissie of met objecten verkregen dankzij contacten met de buitenlandse delegaties op Belgisch grondgebied (consulaten en ambassades).

Foto’s: www.warheritage.be