In onze geschiedenis hebben heel wat figuren een rol gespeeld. Sommigen positief zoals engelen of de goede fee. Anderen kwamen dan weer in een slecht daglicht te staan, vaak ten onrechte. Er zijn echter maar weinig figuren die zulk een duistere rol kregen toebedeeld als een heks. Betoveringen die zorgden voor slecht weer, een miserabel oogstjaar of de dood van vee zijn een aantal zaken waar men een heks als schuldige voor aanwees.

Maar is dat altijd zo geweest? Of heeft hier iemand of iets voor gezorgd? Want heel wat vrouwen werden in de donkere middeleeuwen als heks beschuldigd en daarna veroordeeld tot de brandstapel of de verdrinking. Was dit terecht of speelde er telkens iets anders?

1. Geschiedenis
Vooral in de middeleeuwen bereikt ons de dreiging van heksen. Als we de tijdspanne daarvoor bekijken, is er veel minder sprake van deze figuur. Uiteraard is er doorheen de geschiedenis wel sprake van tovenarij en hekserij. Onder meer in teksten uit het Oude Oosten van rond 1785 voor Christus staat er een vermelding. Toch werden personen, zowel mannen als vrouwen, in die tijd meestal gezien als wijzen.
Het is vooral in de late middeleeuwen dat er op heksen een zwarte stempel werd gedrukt. Het christendom dat nu over gans Europa dominant was, bracht heksen meer en meer in verband met de duivel en veroordeelde dergelijke praktijken. Vele zogenaamde heksen belandden dan ook vaak op de brandstapel.

Na Europa volgde de Nieuwe Wereld al vrij snel. Daar werden heksen echter niet op de brandstapel gezet, maar gewoonweg opgehangen. Het meest beruchte geval daar is wellicht het heksenproces van Salem te Massachusetts in 1692. Maar liefst 19 inwoners werden er tussen juni en september veroordeeld. Onder hen ook zes mannen.
Tegenwoordig vind je trouwens nog steeds zulke veroordelingen in Afrika, Azië en Oceanië. Toch wordt er vandaag vooral positief naar mensen met bovenmenselijke gaven gekeken. Ook de heksen zelf gaan er in positieve zin mee om.

2. Heksenhamer
Een speciale vermelding is er voor een zeer opzienbarend boek dat in de middeleeuwen voor heel wat miserie heeft gezorgd: de Heksenhamer. De echte naam luidt Malleus Maleficarum en het werd opgesteld door een man die een echte hekel had aan heksen, of moeten we zeggen aan vrouwen, met name Heinrich Kramer.
Kramer was een man van het geloof die de vrouw zag als een verleidster die moest getemd worden door de sterke man. Hij zocht dus vooral naar sterke vrouwen die wat vrijgevochten waren of die een bepaalde status hadden afgedwongen in een leefgemeenschap. Die wilde hij laten terechtstellen om zo een voorbeeld te stellen. Dat lukte hem onder meer in Ravensburg, waar hij twee vrouwen liet vervolgen. In een andere stad wilde hij er vijftig laten vervolgen, maar daar stuitte hij op verzet van de bisschop en werden de vrouwen vrijgelaten.

Het maakte Heinrich Kramer woedend en hij werd nog furieuzer wanneer hij later de stad moest verlaten. Later overkwam hem hetzelfde in het Oostenrijkse Innsbruck. Tussendoor was hij ook al in Rome op het matje geroepen omdat hij tijdens een preek de keizer had beledigd. Voor Kramer stond die onder de paus. Hij liet dat dan ook geregeld horen tijdens zijn preken.
Het keerpunt kwam in 1484 toen er een nieuwe paus aantrad. Die schreef een pauselijke bul uit waarin hij de goedkeuring gaf voor een strenger optreden tegen hekserij en het uitoefenen van magie. De wereldse leiders van het Duitse Rijk steunden de paus hierin en Kramer zag zijn kans om een boek te schrijven dat hem eindelijk toeliet om hard op te treden: de Heksenhamer.

Een pauselijke bul kon je echter kopen en dus gaf die nog geen garantie op succes. Die hoopte Kramer te verkrijgen door zijn boek op te sturen naar een gerenommeerd instituut: de universiteit van Keulen. Mocht hij van deze kant steun krijgen, zou Kramer wel iets van betekenis kunnen toevoegen aan zijn boek. De universiteit gaf uiteindelijk een aanbeveling, maar dan wel voor een beperkt publiek van geleerde mannen. Voor anderen was dit boek volgens de universiteit niet geschikt. Niet dat Kramer zich daar iets van zou aantrekken. Naderhand deed ook keizer Maximiliaan een aanbeveling voor het boek.
Nu had Kramer een wapen in handen waarmee hij heksen, in casu vrouwen, kon vervolgen en veroordelen. De Heksenhamer deed zijn werk en zou nog voor eeuwen terreur zorgen onder zij die niet wilden buigen voor de mannelijke heerschappij van de Kerk en diens dienaars.

3. Andere culturen
Wanneer wij over heksen spreken, gaat dat voornamelijk over het klassieke beeld van een oudere vrouw met kromme neus die zich op een vliegende bezemsteel verplaatst om hier en daar een vloek uit te spreken. Maar in andere culturen zien ze een heks als iets totaal anders.
Natuurvolkeren als de Amerikaanse Indianen bijvoorbeeld spreken niet van heksen, maar van gedaantewisselaars. Dat zijn verbannen krijgers die om de één of andere reden niet meer tot hun stam worden toegelaten. Ze voelen zich bedrogen en gaan vervolgens een verbond aan met de duivel om hen onder een andere gedaante te laten terugkeren en wraak nemen op hun stam.

Deze gedaante is telkens verschillend, maar zou wel telkens in de vorm van een dier zijn. Van adelaars tot coyotes: alles is mogelijk. De krijger verandert niet alleen in dit dier, hij krijgt er ook alle eigenschappen van. Dat kan gaan van uitstekend zicht tot een vele malen beter reukvermogen. In deze nieuwe gedaante zaait de krijger angst onder zijn oude stamgenoten en die gaat pas weg als zij de verbannen krijger hebben verslagen.
Auteur: Carl Bries

Foto’s: www.seniorennet.be