Met wat verbeelding vergelijken sommigen Granville met Monaco en dopen het om tot het “Monaco van het Noorden”. Deze stad, op het schiereiland Cotentin in Normandië, is ook gebouwd op een naar de zee uitstekende rotspunt die de baai van de Mont–Saint-Michel afsluit. Hier eindigt wel de vergelijking met Monaco. De belle époquearchitectuur van de vele villa’s nabij het strand is kenmerkend Normandisch en er is geen (over)bevolking door een horde miljardairs.

Het interessantste gedeelte van Granville is de Haute-Ville. Dit oudste gedeelte van de stad werd versterkt en omwald door de Engelsen in de XVde eeuw tijdens de Honderdjarige Oorlog. Op het hoogste punt heb je een mooi uitzicht over de bedrijvige haven in de benedenstad en bij goed weer kan je zowel de Mont-Saint-Michel als delen van de Chausey-eilanden bewonderen. Op dit punt bevindt zich ook de Notre Damekerk met veel aandacht voor de visvangst door onder andere een aantal maquettes van vissersboten. Naast de kerk in de rots is een merkwaardig gebouw opgetrokken. Het dateert van ongeveer 1442 en heeft een toren die op een peperbus lijkt. De naam “Le Guet” verwijst naar een observatiepost. Een wandeling door dit gedeelte van oud-Granville kan je best doen met een gids. Deze kuiert met jou door de steile, met kinderkoppen beslagen straatjes en steegjes. Een atmosferische plaats met nog vele huizen die dateren uit de zestiende en zeventiende eeuw. Doordat Granville niet zoveel te lijden had onder het geweld van D-Day en de gevechten die erop volgden, is er nog veel intact. Verschillende straten verwijzen naar de ambachten die er ooit waren. Zo is er de “Rue du Marché aux cuirs” waar de leerlooiers hun thuis hadden en ook de “Rue du Marché à la chaux”. In deze straat werd de kalk gestockeerd en verkocht om de huizen te bouwen. Occasioneel zie je ook nog een oude bakoven ingeplant in een huis. In de straatjes vind je verschillende antiekzaken en kunstwinkels. De “Rue des Juifs”, die de bovenstad met het moderne Granville verbindt, is genoemd naar de Joden die in de zeventiende eeuw op de vlucht waren uit Spanje.

De “Basse-Ville” is het modernere gedeelte met al zijn winkels en restaurants. Hier kan je genieten van de heerlijke oesters en mosselen uit de Cotentinregio. Aan de zeekant is de levendige vissershaven. Hier vind je ook de Gare Maritime waar de ferry’s vertrekken naar Jersey en de Chausey-eilanden, allebei alleen voor voetpassagiers. De Chausey-archipel is een eilandencomplex met een enorm getij. Bij eb zouden er ongeveer 365 eilandjes zichtbaar zijn, terwijl dit bij vloed amper 52 is. Het enige eiland dat je kan bereiken vanaf Granville na zo’n 50 minuten is Grande Ile. Je hebt er zandstranden en je kan er fantastische wandelingen maken. Het is ook een geliefkoosde plek om vogels en zeedieren in hun natuurlijke omgeving te zien. Het weer moet echter wel meezitten om de overzet te wagen. Jammer genoeg was dit mooie weer er niet toen wij er waren en hebben we de overtocht niet kunnen doen.

Het Casino van Granville is een merkpunt richting strand en vanaf hier kan je wandelen naar de grote, zalmkleurige villa “Les Rhubs”. Die villa was ooit het zomerverblijf van een van Granvilles notoire zonen, Christian Dior. De villa is van eind mei tot september te bezoeken en staat vol memorabilia van de haute couturier. Vanaf de tuin, die gemaakt werd door Diors moeder Madeleine, heb je een prachtig uitzicht op de baai.

Het strand spreidt zich zowel noordelijk als zuidelijk uit en er is een zwembad met zeewater.

In het westelijke gedeelte van de Cotentin boven Granville vind je vooral buiten het seizoen de stilte van lange stranden en duinen. Alleen Barneville-Carteret is nog een plaats van betekenis als je tot de Nez de Jobourg wil gaan. Dit is de hoogste klip in Continentaal Europa. Barneville-Carteret bestaat uit drie totaal verschillende gehuchten: een historisch stadje, een marina en vissershaven en een strand.

Het mooiste plaatsje ligt echter juist onder Barneville. Bij de monding van de Ollonderivier is er het pittoreske Portbail. Een bijna perfect vissersdorpje. De mooie kerk Notre–Dame, die dateert uit de elfde eeuw, is een van de oudste in Normandië en is gedurende de zomerperiode open voor kunsttentoonstellingen. Op dinsdagen is er in het centrum een levendige markt waar je bijna alles kan kopen, zegt men in Portbail: van oesters tot krulspelden. Kijk zeker ook naar de brug met dertien bogen. Het ernaast gelegen restaurant, met heerlijke Portbailoesters op het menu, heet dan ook Aux 13 Arches! Het zandstrand van Portbail heet Lindbergh–Plage. Zo genoemd omdat Charles Lindbergh op dit punt de Franse kustlijn overvloog tijdens zijn eerste solo trans-Atlantische vlucht in 1927. Zelfs in juni is het hier zalig rustig.

Alle info over Granville: www.tourisme-granville–terre-mer.com

Tekst en foto’s: A. Charrin