Belegeringen zijn zo oud als de mensheid. Een aantal van deze operaties zijn bijzonder te noemen en vragen om een woordje uitleg. Onze expert Carl Bries dook in de archieven en legt van naaldje tot draadje uit hoe een paar van deze belegeringen precies verliepen. In deze aflevering komen we meer te weten over het beleg van Massada en Minerve.

1. Massada
Massada is een citadel op een schijnbaar inneembare rots bij de Dode Zee. Het behoort tot Israël en heeft daar een belangrijke rol gespeeld in diens geschiedenis.
Na de val van de Tempel tijdens de Joodse Opstand in 70 na Christus vluchtte een groep joden, waaronder zeloten, naar deze moeilijk te bereiken plaats. Daar hielden ze drie jaar stand tegen de Romeinen. Pas in 73 namen die het fort in, maar daar deden ze een akelige ontdekking. Er werd namelijk geen levende ziel meer aangetroffen.
Volgens de overlevering hadden alle verzetsstrijders zelfmoord gepleegd om zo uit handen van de Romeinen te blijven. Dit verhaal groeide later uit tot een waar heldenverhaal.
Vreemd genoeg wordt de gebeurtenis niet vernoemd in de Talmoed, toch één van de belangrijkste boeken uit het jodendom. Velen denken dan ook dat het om een mythe gaat. Tegenwoordig gaan meer geleerden ervan uit dat dit het verhaal was van een wanhoopsdaad in plaats van een heroïsch zelfoffer. En misschien hebben zij wel ergens een punt, want vandaag de dag wordt Massada vooral om dit feit jaarlijks door heel wat toeristen bezocht.

2. Minerve
Een andere geheimzinnige belegering vond plaats in Frankrijk, meer bepaald rondom de stad Minerve. Dit mooie dorpje speelde tijdens de kruistochten tegen de Katharen een belangrijke rol, want het werd de schuilplaats van bijna een ganse bevolking in nood. En de vijand kende geen genade voor zij die in feite niks misdaan hadden.
De reden voor het beleg waren dus de Katharen. Dit geloof vond zijn oorsprong in de jaren na Christus en was lange tijd één van de stromingen in het christendom. Dat was zo totdat de Romeinse keizer Constantijn het christendom omarmde en een einde wilde maken aan al die stromingen door één ervan als het ware geloof aan te duiden. Dat werd de stroming die wij vandaag als het katholicisme kennen. Al de andere christelijke geloven werden hierop met het nodige geweld opgejaagd en uitgeroeid. Zo gebeurde het dat de katharen werden teruggedrongen tot het gebergte waar ze zo’n 500 jaar lang leefden.
Van daaruit werden ze onder dwang over gebracht naar Bulgarije, maar daar vonden ze wel gehoor. Nadien wonnen ze steeds meer terrein in Europa: van Noord-Italië over Bosnië, Zuid-Frankrijk, Duitsland tot zelfs in Engeland. Het meeste succes kenden ze echter in de Languedoc, een streek in het zuiden van Frankrijk. De daar arme, maar ontwikkelde adel had het niet zo met de Kerk en de macht die in het noorden van het land lag.
Toen de Katharen in de Languedoc verschenen, voelde de bevolking meteen een klik met de wat lossere religieuze aanpak. Zo konden volgens de Katharen ook vrouwen de rol van pastoor op zich nemen en heb je volgens hun idee geen tussenpersonen als Jezus nodig om tot God te komen. Je kon dit perfect zelf bereiken ‘door je ziel helemaal te reinigen’ hetgeen zij ‘door catharsis gaan’ noemden. Zo bereik je de perfectie en nader je tot God.

De leer van de Katharen was als een doorn in het oog van het Vaticaan. Daar wilde men een einde maken aan de stroming en Rome riep dan ook op tot vervolging en oorlog tegen deze leer. Het werkte, want heel wat noordelijke vorsten gaven gehoor aan deze oproep. Wellicht zal de belofte op verovering en buit de legers uit het noorden een serieuze duw in de rug hebben gegeven, maar in 1209 rukte een groot leger op richting Zuid-Frankrijk met de bedoeling de Katharen voor eens en voor altijd uit te roeien.
Hun eerste doelwitten daarbij waren de grote handelssteden Beziers en Carcassonne. Het was tijdens de belegering van Beziers dat de bevolking samen met de Katharen zich in de kerk opsloot, maar het leger liet zich hierdoor niet van de wijs brengen en beukte de kerkdeuren open. Hierop sprak de pauselijke gezant de legendarische woorden ‘Sla ze allemaal maar neer! God zal de Zijnen wel herkennen.’ De slachting was vreselijk en ging nog eeuwen over de tongen, maar toch slaagde een deel van de Katharen erin te vluchten naar het ogenschijnlijk onneembare Minerve.
Na de verovering van Beziers besloot het grootste deel van het christelijke leger dat het genoeg was. Zij hadden hun buit en keerden terug noordwaarts. Een klein deel onder leiding van Simon de Monfort ging de Katharen echter achterna tot in Minerve. Daar zetten ze de Katharen schaakmat en eisten ze de overgave. Toen dat niet gebeurde, schreef de Monfort geschiedenis door voor het eerst een gevreesd item naar boven te halen: hij richtte een brandstapel op waar de 180 Katharen op werden gegooid.
Het was een triest punt in de menselijke geschiedenis en de gebeurtenissen, die nog 9 jaar zouden duren en eindigden met de belegering van het kasteel Montségur in de Pyreneeën, leven nu nog in het zuiden van Frankrijk.     

Auteur: Carl Bries

Foto’s: www.seniorennet.be