Geert Bourgeois, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, heeft de elektrische havenkranen 400 KA en 410 KD voorlopig beschermd als monument
De elektrische havenkranen 400 KA en 410 KD op de Rijnkaai in Antwerpen maken deel uit van de collectie havenkranen van het Museum aan de Stroom (MAS). De collectie is uniek in de wereld en toont de evolutie van de kraantechnologie. De havenkranen worden nu beschermd omwille van hun historische, industrieel-archeologische en technische waarde. In de Antwerpse haven worden jaarlijks meer dan 200 miljoen ton goederen behandeld. De kranen zijn van het allergrootste belang in de snelle overslag van de goederen die in de haven worden aangevoerd en vormen een essentieel onderdeel van de haveninfrastructuur.
In de jaren 1950 kenden de kranen een ontwikkeling van zware mastodonten tot ranke reuzen. De gaaf bewaarde 400 KA vormde het toppunt van dit elegante profiel.
Kraan 410 KD incorporeerde de laatste ontwikkelingen in de kraantechnologie in 1961 en was in gebruik tot in 2003. De kraan heeft een grote waarde in het documenteren van de sterke groei van de Antwerpse haven.
Toptechnologie en Antwerpse havengeschiedenis
De 400 KA en 410 KD zijn stalen torenkranen opgebouwd uit een portaal en een draaibare bovenbouw. De kranen konden toppen, zwenken, hijsen en ten slotte rijden op de sporen. Ze konden respectievelijk tot vijf en zes ton last laden en lossen. Daarmee stond de haven van Antwerpen vooraan in de behandeling van stukgoederen. De kranen KA, KB en KD bepaalden gedurende ongeveer 43 jaar mee het beeld van de haven van Antwerpen.

Achtergrondinformatie
Elektrische kranen
Vanaf de industriële revolutie ontwikkelde de kraantechnologie aan een hoog tempo. IJzeren kranen vervingen de houten exemplaren. Aanvankelijk waren het nog handkranen, maar al snel werden die vervangen door stoomkranen, waterperskranen en uiteindelijk elektrische kranen. In 1907 werd de eerste Antwerpse elektrische kraan in gebruik genomen.
De bestelling van de havenkranen van de KA, KB en KD-reeksen
In december 1958 schreef het stadsbestuur van Antwerpen in het kader van het tienjarenplan voor de uitbreiding en modernisering van de haven van Antwerpen een aanbesteding uit voor dertig nieuwe walkranen. De Nederlandse groep Holland Cranes, een consortium van de werven Conrad-Stork (Haarlem), Gusto (Schiedam) en Verschure (Amsterdam), mocht twintig walkranen leveren. Ze bouwden de twintig bestelde topkranen van de KA-reeks in 1961 voor een bedrag van 54,5 miljoen Belgische frank. De kranen met de nummers 386 tot 405 werden opgesteld op de zuidkaaien van het Tweede Havendok en de noordkaaien van het Derde Havendok. Een consortium van de Belgische bedrijven Boomse Metaalwerken en ACEC (Ateliers de Construction Electriques de Charleroi) kreeg daarnaast een contract om tweeëntwintig kranen te leveren. Eenentwintig kranen van de Boomse Metaalwerken kregen aanvankelijk het kenteken KB en konden een last van 5 ton laden en lossen. Later werden achttien van de KB-kranen aangepast zodat ze een last tot 6 ton aankonden. Deze achttien exemplaren kregen het kenteken KD.

Procedure
Na een periode van negen maanden beslist minister-president Geert Bourgeois over een definitieve bescherming.
Meer informatie over de procedure:
https://www.onroerenderfgoed.be/nl/bescherming/beschermd-onroerend-erfgoed/procedure/