De Oost-Vlaamse AIRbezen hebben hun geheimen prijsgegeven: uit de analyse van de aardbeiplantjes blijkt dat er significant meer ijzerhoudende fijnstofdeeltjes zijn in stedelijke gebieden. De resultaten werden donderdag voorgesteld in Gent.
Het AIRbezen-project ontsproot aan het brein van enkele enthousiaste bio-ingenieurs van de Universiteit Antwerpen. In 2014 riepen zij voor het eerst de hulp in van burgers en scholen, om via biomagnetische monitoring van de bladeren van aardbeiplantjes de luchtkwaliteit in hun buurt in kaart te brengen. De primeur was voor de Scheldestad, maar ondertussen kreeg het project al navolging in het Nederlandse Drimmelen en het Spaanse Zaragoza.
Einde maart 2017 startte het grootste AIRbezen-project tot nu toe: liefst 11 300 plantjes werden er verdeeld in de provincie Oost-Vlaanderen. Beweging.net, CM, Vormingplus, de Provincie Oost-Vlaanderen en het Departement Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Antwerpen sloegen de handen in elkaar: samen wilden ze de verspreiding van verkeersgerelateerd fijnstof in de provincie in kaart brengen. Uiteindelijk werden er 3065 stalen geanalyseerd. Uit de analyses komt heel duidelijk naar voor dat er in de stedelijke gebieden beduidend meer (mediaan: 65 µA of micro-ampère) ijzerhoudende fijnstofdeeltjes gevonden werden dan in de meer landelijke gebieden (mediaan: 55 µA). “Niet onlogisch”, legt prof. Roeland Samson (UAntwerpen) uit. “In een stad kan het fijnstof moeilijker weg. Toch zijn er ook in een stad als Gent plekken waar er minder fijnstof is. Dat bewijst dat lokale ingrepen op de verkeersafwikkeling een positief effect kunnen hebben.”
Problemen met de luchtwegen
Het verkeer is een belangrijke bron van ijzerhoudend fijnstof. Dan gaat het niet alleen over deeltjes die via de uitlaat worden uitgestoten, maar ook over deeltjes die vrijkomen door de slijtage aan banden en remmen. Naast het verkeer zijn ook tram- en treinsporen en de industrie bronnen van fijnstof. Samson: “Dat verklaart bijvoorbeeld waarom de Gentse kanaalzone en de omgeving van Zelzate ook slecht scoren in dit onderzoek: hier komt het effect van de nabije industrie duidelijk naar voor.”
Opvallend: 26% van de deelnemers geeft aan dat er in het gezin minstens één iemand problemen met de luchtwegen heeft. Op de plantjes van die mensen werden er significant hogere fijnstofwaarden genoteerd. “Keiharde conclusies kunnen we er niet aan verbinden, want bijvoorbeeld het rookgedrag van de mensen werd niet meegenomen. Maar dit gegeven moet wel verder onderzocht worden. Het ernstig terugdringen van ons wagengebruik lijkt noodzakelijk. Mensen die in een drukkere straat wonen, raden we absoluut aan om de ramen aan de achterzijde van de woning open te zetten als ze willen verluchten, en niet aan de voorkant.”
Sterk signaal aan het beleid
De partners blikken tevreden terug op het project. “De campagne leefde echt“, vertelt Robbie Van Vooren (beweging.net). “Dat merkten we aan het aantal vragen dat we kregen. Uit de resultaten leren we onder meer dat heel wat mensen voor de eerste keer deelnamen aan een citizenscienceproject, en het gaat zeker niet alleen om hooggeschoolden.”
“Vaak willen ze door hun deelname een signaal aan de beleidsmakers geven. Daarom hebben we op basis van de resultaten ook een beleidsnota opgemaakt. Maatregelen als een kilometerheffing, zone 30 in alle dorpskernen, 90 km per uur op de autosnelwegen rond stedelijke gebieden en een algemene lage-emissiezone in heel Vlaanderen kunnen een verschil maken.”
“Tot slot zeggen behoorlijk wat mensen dat ze in de toekomst hun mobiliteitsgedrag willen veranderen. Belangrijk, want het geeft aan dat AIRbezen mensen doet nadenken over bijvoorbeeld het gebruik van de auto.“
Donderdagavond 9 november stond een eerste informatieavond voor het brede publiek op de agenda, in Gent. De volgende weken volgen er nog dergelijke momenten in onder meer Sint-Niklaas, Zottegem, Nazareth, Geraardsbergen en Waarschoot.
Het volledige rapport en een kaart om in te zoomen is te vinden op www.uantwerpen.be/airbezen.